17 OKTOBER 2019. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de retributies en administratieve kosten bedoeld in artikel 52 van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, inzonderheid op de artikelen 264, 1°, 266, eerste en tweede lid, en 267, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 december 2012 tot vaststelling van de retributies, bedoeld in artikel 20 van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 mei 2018;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 19 augustus 2019;

Gelet op het advies 66.144/2 van de Raad van State, gegeven op 27 mei 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. In het kader van de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. De wet: de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid;

  2. Bewakingsonderneming: de onderneming, bedoeld in artikel 4 van de wet;

  3. Interne bewakingsdienst: de dienst, bedoeld in artikel 5 van de wet;

  4. Onderneming voor alarmsystemen: de onderneming, bedoeld in artikel 6 van de wet;

  5. Onderneming voor camerasystemen: de onderneming, bedoeld in artikel 7 van de wet;

  6. Onderneming voor veiligheidsadvies: de onderneming, bedoeld in artikel 8 van de wet;

  7. Veiligheidsdienst : de dienst bedoeld in artikel 11 van de wet;

  8. Maritieme veiligheidsonderneming : de onderneming, bedoeld in artikel 12 van de wet;

  9. Opleidingsinstelling: de instelling bedoeld in artikel 10 van de wet;

  10. Cursist: de persoon die gedurende het afgelopen kalenderjaar ingeschreven was voor het volgen van een in uitvoering van de wet gereglementeerde opleiding, met uitzondering van de opleidingen voor het bekomen van een bijscholingsattest en een attest schietoefeningen;

  11. Vergunde activiteit: de afzonderlijk opgesomde activiteiten bedoeld in art. 3 van de wet;

  12. Identificatiekaart: de kaart, bedoeld in art. 76 van de wet;

  13. Lopende identificatiekaart: de identificatiekaart die voor 31 december van het afgelopen kalenderjaar was uitgereikt aan de dienst en waarvan, hetzij, de vervaldatum op 31 december van het afgelopen kalenderjaar niet is bereikt, hetzij op 31 december van het afgelopen kalenderjaar niet werd teruggestuurd aan de administratie bij toepassing van art. 15 van het koninklijk besluit van 26 september 2005 betreffende de modaliteiten voor de toekenning, de geldigheidsduur, de weigering en de vernietiging van de identificatiekaart...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT