17 NOVEMBER 2016. - Verordening met betrekking tot het geldelijk statuut van het niet-gesubsidieerd onderwijzend personeel van de Franse Gemeenschapscommissie en van het onderwijzend personeel dat wordt gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en dat geniet van een weddecomplement ten laste van de Franse Gemeenschapscommissie

De Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en Wij, het College, bekrachtigen en verkondigen hetgeen volgt :

Artikel 1. § 1. Deze verordening is van toepassing op alle personeelsleden die onder de toepassing vallen van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 28 mei 2009 tot vaststelling van het statuut van bepaalde categorieën van onderwijzende personeelsleden van het door de Franse Gemeenschapscommissie ingerichte onderwijs, die noch onder de toepassing vallen van het decreet van 6 juni 1994 tot vaststelling van de rechtspositie van de gesubsidieerde personeelsleden van het officieel gesubsidieerd onderwijs, noch onder die van het decreet van 31 januari 2002 tot vaststelling van het statuut van de leden van het gesubsidieerd technisch personeel van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra.

§ 2. Deze verordening is eveneens van toepassing op het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerd onderwijzend en hiermee gelijkgesteld personeel dat geniet van een weddecomplement ten laste van de Franse Gemeenschapscommissie.

Art. 2. Het gebruik in deze verordening van de mannelijke vorm is gemeenslachtig om de leesbaarheid van de tekst te garanderen, onverminderd de bepalingen van het decreet van 21 juni 1993 betreffende de vervrouwelijking van de namen van beroep.

Art. 3. De bepalingen die zijn opgenomen in het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende geldelijk statuut van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs zijn mutatis mutandis van toepassing op het in artikel 1 bedoelde personeel.

Art. 4. De bepalingen die zijn opgenomen in het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 25 oktober 1993 houdende geldelijk statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van het onderwijs voor sociale promotie van de Franse Gemeenschap, zijn mutatis mutandis van toepassing op het in artikel 1 bedoelde personeel.

Art. 5. Onder voorbehoud van de toepassing van de artikelen 12, 21 en 22, zijn de bepalingen die opgenomen zijn in de volgende documenten mutatis mutandis van toepassing op het personeel bedoeld in het artikel 1 :

- het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 22 april 1969 tot vaststelling van de vereiste titels van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel, van het psychologisch personeel, van het maatschappelijk personeel der inrichtingen voor voorschools, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunstonderwijs, onderwijs voor sociale promotie en hoger onderwijs buiten de universiteit van de Franse Gemeenschap en van de internaten die van deze inrichtingen afhangen;

- in het koninklijk besluit van 27 juni 1974 tot vaststelling op 1 april 1972 van de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, van de leden van de inspectiedienst die instaan voor de bewaking van deze instellingen, van de leden van de inspectiedienst van het gesubsidieerd lager onderwijs en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat;

- in het koninklijk besluit van 30 juli 1975 met betrekking tot de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen in de gesubsidieerde inrichtingen voor technisch en secundair beroepsonderwijs met volledig leerplan en voor sociale promotie;

- in het koninklijk besluit van 30 juli 1975 met betrekking tot de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen in het buitengewoon voorschools en lager onderwijs;

- in het koninklijk besluit van 4 augustus 1975 met betrekking tot de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen in het buitengewoon secundair onderwijs.

Art. 6. Onder voorbehoud van de toepassing van de artikelen 12 en 22...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT