17 MAART 2022. - Decreet betreffende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed

Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

Hoofdstuk 1. - Definities en toepassingsgebied

Artikel 1. Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder:

  1. "roerende cultuurgoederen": alle roerende goederen die zich rechtmatig en permanent in de Franse Gemeenschap bevinden en die behoren tot een van de categorieën vermeld in bijlage 1, onder A, van de Verordening (EG) nr. 116/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de uitvoer van cultuurgoederen;

  2. "in de Franse Gemeenschap": in het Franse taalgebied of in een instelling gevestigd in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad die omwille van haar activiteiten moet worden beschouwd als uitsluitend behorend tot de Franse Gemeenschap.

  3. "buiten de Franse Gemeenschap": elke andere plaats dan die bedoeld in 2° ;

  4. "schat": elk roerend cultuurgoed dat overeenkomstig artikel 3 is ingedeeld;

  5. "goederen die van belang zijn voor het erfgoed": alle roerende cultuurgoederen die overeenkomstig artikel 9 zijn geregistreerd;

  6. "religieus erfgoed": roerend cultureel goed dat eigendom is van of in het bezit is van een publiekrechtelijke rechtspersoon die belast is met het beheer van het temporeel erfgoed van een erkende godsdienst;

  7. "Commissie": de Commissie voor het Cultureel Erfgoed bedoeld in de artikelen 82 tot 84 van het decreet van 28 maart 2019 betreffende het nieuwe cultuurbestuur;

  8. "preventieve bewaring ": elke maatregel die wordt genomen met het oog op het voorkomen, vermijden of vertragen van de aantasting van een onroerend goed of een groep van onroerende goederen;

  9. "curatieve bewaring ": elke maatregel die wordt genomen met het oog op de stabilisering van de staat van een goed in staat van verval;

  10. "restauratie": alle handelingen die rechtstreeks op een beschadigd of in verval geraakt onroerend goed worden uitgevoerd om de integriteit ervan te herstellen;

  11. "transformatie": alle handelingen die rechtstreeks op een onroerend goed worden uitgevoerd en die de toestand ervan kunnen wijzigen.

    Voor de toepassing van dit decreet worden personen die een ander zakelijk recht dan het eigendomsrecht op roerende cultuurgoederen hebben, met eigenaars gelijkgesteld.

    Art. 2. Voor de toepassing van dit decreet, met uitzondering van de afgifte van de uitvoervergunningen bedoeld in artikel 20, eerste lid, 1°, kan de regering, na advies van de Commissie, afwijken van de anciënniteitsvoorwaarden bepaald in bijlage 1, onder A, van de Verordening (EG) nr. 116/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de uitvoer van cultuurgoederen.

    In afwijking van artikel 1, 1°, en zonder het advies van de Commissie, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, te vragen, kan de regering het in artikel 18 bedoelde recht van voorkoop uitoefenen ten aanzien van archieven die minder dan 50 jaar oud zijn.

    Hoofdstuk 2. - Beschermende maatregelen

    Afdeling 1. - Indeling als schat

    Art. 3. De regering gaat, met het oog op hun bescherming, over tot de indeling van de roerende cultuurgoederen die wegens hun artistieke, historische, archeologische, etnologische of wetenschappelijke waarde van uitzonderlijk belang zijn voor de Franse Gemeenschap.

    Goederen die overeenkomstig dit artikel worden gerubriceerd, hebben de status van "nationaal bezit" in de zin van artikel 36 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

    Art. 4. Om te worden ingedeeld, moet een onroerend goed aan minstens twee van de volgende criteria voldoen:

  12. de opmerkelijke staat van instandhouding;

  13. zeldzaamheid;

  14. het verband tussen het goed en de geschiedenis of de kunstgeschiedenis;

  15. de hoge kwaliteit van ontwerp en uitvoering;

  16. de erkenning van het goed door een gemeenschap als uitdrukking van haar historische of culturele identiteit;

  17. het belang van het geheel of de verzameling waarvan het goed deel uitmaakt.

    Art. 5. Een voorwerp dat als schat is ingedeeld, mag niet worden verplaatst, veranderd of vernietigd, noch worden gerestaureerd of geconserveerd, zonder voorafgaande toestemming van de regering.

    De regering stelt het verlenen van de vergunning afhankelijk van de inachtneming van bepaalde voorwaarden. Deze voorwaarden hebben, naargelang het geval, inzonderheid betrekking op:

  18. de duur van de reis;

  19. de voorwaarden van vervoer, met inbegrip van de verpakking van de goederen;

  20. de tijdens de reis af te sluiten verzekering;

  21. de conserveringsvoorwaarden op de plaats van de tijdelijke tentoonstelling;

  22. de beroepskwalificaties van de persoon die verantwoordelijk is voor de werkzaamheden aan het onroerend goed;

  23. de maatregelen die moeten worden getroffen om het goed te documenteren alvorens het wordt vernietigd.

    Art. 6. De regering houdt toezicht op de staat en de voorwaarden van bewaring van voorwerpen die als schat zijn ingedeeld, volgens de procedures die zij vaststelt. Deze controle heeft inzonderheid betrekking op de temperatuur en de vochtigheidsgraad van de omgeving, de blootstelling aan licht, de veiligheidsvoorzieningen ter voorkoming van beschadiging of diefstal, de opslag, de verpakking en de wijze van vertoning, verplaatsing of gebruik van het voorwerp.

    Daartoe kan de regering speciale instandhoudingsmaatregelen opleggen en bezoeken ter plaatse organiseren, met voorafgaande kennisgeving aan de eigenaar en, in voorkomend geval, de bezitter.

    Art. 7. Indien een schat het uitzonderlijk belang verliest dat zijn klassering rechtvaardigde, kan de regering, na raadpleging van de Commissie:

  24. ofwel het onroerend goed declassificeren en het opnemen in de lijst van goederen die van belang zijn voor het erfgoed, indien het voldoet aan de voorwaarden van artikel 9;

  25. of overgaan tot volledige declassificatie als het eigendom niet langer van belang is.

    Elke beslissing tot declassificatie volgt dezelfde procedure als een beslissing tot indeling (classificatie).

    Art. 8. § 1. Elk goed dat het voorwerp van een indelingsprocedure uitmaakt, komt vanaf het begin van de procedure in aanmerking voor de in de artikelen 5, 6 en 19 bedoelde beschermende maatregelen.

    § 2. In geval van dringende noodzaak die onverenigbaar is met de termijnen voor het inleiden van een indelingsprocedure, kan de regering besluiten op de door haar aangewezen goederen de in de artikelen 5, 6 en 19 bedoelde beschermingsmaatregelen toe te passen.

    In dat geval legt de regering de zaak onmiddellijk aan de Commissie voor en leidt zij de indelingsprocedure in.

    § 3 De in de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT