17 JULI 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2002 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool en het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011 betreffende de loopbaanonderbreking van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, wat betreft het ouderschapsverlof met een tiende, de flexibilisering van de loopbaanonderbreking, de loopbaanonderbreking voor mantelzorg en het corona-ouderschapsverlof en het besluit van de Vlaamse Regering van 30 augustus 2016 betreffende het zorgkrediet voor de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding wat het corona-ouderschapsverlof betreft

Rechtsgrond(en)

Dit besluit is gebaseerd op:

- het decreet rechtspositie gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, artikel 77, eerste lid, en artikel 80, eerste lid, gewijzigd bij de decreten van 28 april 1993, 13 juli 2001, 19 juli 2013 en 16 juni 2017;

- het decreet rechtspositie gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991, artikel 51, eerste lid, en artikel 54, eerste lid, gewijzigd bij de decreten van 13 juli 2001, 19 juli 2013 en 16 juni 2017;

- het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken, artikel 21, § 1, ingevoegd bij het decreet van 8 mei 2009;

- het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 142, eerste lid en artikel 144, gewijzigd bij het decreet van 16 juni 2017;

- de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bekrachtigd bij het decreet van 20 december 2013, artikel V.84, V.86 en V.259, § 1;

- het decreet van 7 juli 2017 betreffende de rechtspositie van de personeelsleden in de basiseducatie, artikel 17 en 20.

Vormvereisten

De volgende vormvereisten zijn vervuld:

- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 16 april 2020.

- De gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X, van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van het overkoepelend onderhandelingscomité, vermeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs, heeft protocol nr. 154 gesloten op 13 mei 2020.

- Het Vlaams Onderhandelingscomité voor de basiseducatie, vermeld in het decreet van 23 januari 2009 tot oprichting van onderhandelingscomités voor de basiseducatie en voor het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs, heeft protocol nr. 103 gesloten op 13 mei 2020.

- Het Vlaams Onderhandelingscomité voor het Hoger Onderwijs en het Universitair Ziekenhuis Gent, vermeld in de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, heeft protocol nr. 104 gesloten op 13 mei 2020.

- De Raad van State heeft advies 67.563/1 gegeven op 8 juli 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer

Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand.

Na beraadslaging,

DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2002 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool

Artikel 1. In artikel 1/1 van het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2002 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. aan het eerste lid wordt de volgende zin toegevoegd:

    "Voor de toepassing van het in hoofdstuk 2, afdeling 2, subafdeling 3 vermelde ouderschapsverlof wordt onder gedeeltelijke loopbaanonderbreking ook het voor een tiende onderbreken van de beroepsloopbaan verstaan.";

  2. er wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "Bij een onderbreking van de beroepsloopbaan met een tiende blijft het personeelslid een opdracht van 90% vervullen aan de hogeschool, aan meerdere hogescholen of aan andere onderwijsinstellingen. De nog te verrichten prestaties worden afgerond naar de hogere eenheid.".

    Art. 2. Aan artikel 13 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2018, wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "De onderbreking van de beroepsloopbaan met een tiende kan worden opgenomen in periodes van tien maanden of een veelvoud daarvan, met een maximumduur van veertig maanden. In afwijking van het eerste lid is de onderbreking met een tiende geen recht. Het hogeschoolbestuur kan deze opnamevorm weigeren. Het hogeschoolbestuur deelt die gemotiveerde beslissing schriftelijk mee aan het personeelslid.".

    Art. 3. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 9 november 2018, wordt een artikel 13/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:

    "Art. 13/1. In afwijking van artikel 13, tweede lid, kan de periode van vier maanden, na akkoord van het hogeschoolbestuur, volledig of gedeeltelijk worden opgesplitst in periodes van een week of een veelvoud daarvan. Het hogeschoolbestuur kan die opnamevorm weigeren. Het hogeschoolbestuur deelt die gemotiveerde beslissing schriftelijk mee aan het personeelslid. Als in geval van een gedeeltelijke opsplitsing in weken, het resterende gedeelte minder dan vier weken bedraagt, heeft het personeelslid het recht om dat saldo in overleg met het hogeschoolbestuur op te nemen. Het hogeschoolbestuur kan de opname van het saldo met maximaal 1 academiejaar en uiterlijk tot de in artikel 14 vermelde leeftijd uitstellen omwille van de continuïteit van het onderwijs of de dienstverlening.

    In afwijking van artikel 13, derde lid, kan de periode van acht maanden, na akkoord van het hogeschoolbestuur, volledig of gedeeltelijk worden opgesplitst in periodes van een maand of een veelvoud daarvan. Het hogeschoolbestuur kan die opnamevorm weigeren. Het hogeschoolbestuur deelt die gemotiveerde beslissing schriftelijk mee aan het personeelslid. Als in geval van een gedeeltelijke opsplitsing in maanden, het resterende gedeelte een maand bedraagt, heeft het personeelslid het recht om dat saldo in overleg met het hogeschoolbestuur op te nemen. Het hogeschoolbestuur kan de opname van het saldo met maximaal 1 academiejaar en uiterlijk tot de in artikel 14 vermelde leeftijd uitstellen omwille van de continuïteit van het onderwijs of de dienstverlening.

    Art. 4. In artikel 14, tweede lid van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2012, wordt tussen de zinsnede "de kinderbijslag," en het woord "wordt" de zinsnede "of dat ten minste negen punten toegekend worden in alle drie de pijlers samen van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving over de kinderbijslag," ingevoegd.

    Art. 5. In artikel 17 van hetzelfde besluit wordt een paragraaf 6 ingevoegd, die luidt als volgt:

    De gedeeltelijke loopbaanonderbreking vanaf de leeftijd van 50 of 55 jaar wordt geschorst op het ogenblik dat het personeelslid het recht doet gelden op een loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen of voor het hervatten van het werk binnen de periode van 16 maart 2020 tot en met 30 juni 2020 ingevolge de coronacrisis.

    Art. 6. In hoofdstuk II, afdeling 2 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2018, wordt een subafdeling 3/1 ingevoegd, die luidt als volgt:

    Subafdeling 3/1 - Loopbaanonderbreking voor corona-ouderschapsverlof

    Art. 14/1. Tijdens de periode die loopt van 1 mei 2020 tot en met 30 juni 2020 kan een personeelslid corona-ouderschapsverlof opnemen om voor zijn kind te zorgen. Het personeelslid kan :

    1° ofwel zijn loopbaan gedeeltelijk onderbreken tot een halftijdse betrekking, op voorwaarde dat het personeelslid belast is met een of meer betrekkingen die samen ten minste 75% van het aantal prestatie-eenheden omvatten die vereist zijn voor een ambt met volledige prestaties;

    2° ofwel zijn loopbaan gedeeltelijk onderbreken door hun prestaties te verminderen met een vijfde, op voorwaarde dat het personeelslid een ambt met volledige prestaties uitoefent.

    In afwijking van het eerste lid kunnen nieuwe aanvragen voor corona-ouderschapsverlof ingaan vanaf 11 mei 2020.

    Het corona-ouderschapsverlof kan enkel worden opgenomen met akkoord van het hogeschoolbestuur.

    Art. 14/2. Het corona-ouderschapsverlof kan worden genomen:

    1° naar aanleiding van de geboorte van zijn kind tot het kind twaalf jaar wordt;

    2° naar aanleiding van de adoptie van zijn kind, gedurende een periode die loopt vanaf de inschrijving van het kind als deel uitmakend van zijn gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar het personeelslid zijn verblijfplaats heeft, en dit uiterlijk tot het kind twaalf jaar wordt.

    3° door een pleegouder aangesteld als pleegouder door de rechtbank of door een door de gemeenschap erkende dienst, en dit uiterlijk tot het kind twaalf jaar wordt.

    De leeftijdsgrens wordt vastgesteld op 21 jaar als het kind een gehandicapt kind is.

    In afwijking van het vorige lid, is er geen leeftijdsgrens als een kind of volwassene met een handicap opgevangen wordt door zijn ouders indien hij geniet van een intramurale of extramurale dienstverlening of behandeling georganiseerd of erkend door de Gemeenschappen.

    Art. 14/3. De opname van het corona...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT