17 DECEMBER 2019. - Ordonnantie houdende de Middelenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020

Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, het geen volgt :

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2. Voor het begrotingsjaar 2020 :

§ 1. Worden de algemene ontvangsten geraamd op : 5.066.665.000 euro, overeenkomstig Opdracht 01 van de bijgevoegde tabel.

§ 2. Worden de specifieke ontvangsten geraamd op : 384.228.000 euro, overeenkomstig Opdracht 02 van de bijgevoegde tabel.

Hetzij samen : 5.450.893.000 euro.

Bijlage I bevat de tabel met de ontvangsten voor rekening van derden (fiscaliteit).

Art. 3. De op 31 december 2019 bestaande belastingen ten behoeve van het Gewest worden tijdens het jaar 2020 ingevorderd volgens de wetten, ordonnanties, besluiten en tarieven die er de zetting en invordering van regelen.

Art. 4. De Regering wordt gemachtigd om het overschot van de uitgaven op de ontvangsten van de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de begrotingsjaren 1989 tot en met 2020 door leningen te dekken, met inbegrip van de hernieuwing van reeds bestaande leningen en (her)consolideringen.

Deze machtiging houdt met name de mogelijkheid in om via leningen de financieringen te dekken, toegekend door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, aan de entiteiten die de mogelijkheid hebben om schulden aan te gaan bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in het kader van de begroting 2020.

Nieuwe leningen kunnen ook aangegaan worden voor de consolidatie van schulden op korte termijn of schulden die tijdens het jaar vervallen.

Art. 5. De Regering wordt gemachtigd om elke financiële beheersverrichting in het algemeen belang van de gewestelijke thesaurie en elke beheersverrichting met betrekking tot de gewestschuld uit te voeren, met inbegrip van de verrichtingen die na het begrotingsjaar 2020 van start kunnen gaan.

Art. 6. De Regering wordt gemachtigd om de vervroegde terugbetaling van leningen en afgeleide producten, overeenkomstig de bepalingen van de leningovereenkomsten en de overeenkomsten voor de afgeleide producten, de in het algemeen belang van de gewestelijke thesaurie gerealiseerde verrichtingen inzake financieel beheer en de uitgaven die voortvloeien uit verrichtingen inzake het beheer van de gewestschuld via leningen te dekken.

Art. 7. De Regering wordt gemachtigd om rentedragende financieringsmiddelen te creëren met inbegrip van de thesauriebewijzen zoals bedoeld door de wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen.

Art. 8. In afwijking van het artikel 69, § 1, tweede lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden de titelvoerende en/of plaatsvervangende rekenplichtigen van de ontvangsten niet verplicht gekozen uit de ambtenaren onderworpen aan het statuut.

De plaatsvervangende centraliserende rekenplichtige van de ontvangsten, de rekenplichtige van de geschillen en de rekenplichtige van de liggende gelden worden niet verplicht gekozen uit de ambtenaren van niveau A onderworpen aan het statuut.

In afwijking van het artikel 69, § 1, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kan de door de Minister van Financiën en Begroting aangewezen rekenplichtige ontvangstverrichtingen voor rekening van derden uitvoeren in het kader van de door de Minister van Financiën en Begroting gespecifieerde activiteiten, op voorwaarde dat die financiële stromen geen budgettaire weerslag hebben en de door Brussel Financiën en Begroting vastgestelde procedures eerbiedigen. De gedelegeerde ordonnateur voor bovenvermelde verrichtingen is de door de Minister van Financiën en Begroting aangewezen gedelegeerde ordonnateur.

Art. 9. § 1. In afwijking van het artikel 13, § 2, tweede lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007 met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer, krijgt de in het artikel 12, § 2 van voormeld besluit bedoelde administratieve eenheid op eenvoudige...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT