17 DECEMBER 2017. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het referentiebedrag bij ongewijzigd beleid als bedoeld in artikel 35decies, tweede lid, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Ingevolge de Zesde Staatshervorming halen de gewesten iets minder dan 12 miljard euro aan eigen middelen uit de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting, die de gewesten vanaf aanslagjaar 2015 kunnen heffen aan de hand van het "uitgebreide opcentiemenmodel" (titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten (bijzondere financieringswet - BFW), zoals ingevoegd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden).

Sinds aanslagjaar 2015 zijn enkel nog de gewesten bevoegd voor de belastingverminderingen en belastingkredieten met betrekking tot :

  1. de uitgaven voor het verwerven of het behouden van de eigen woning;

  2. de uitgaven ter beveiliging van woningen tegen inbraak of brand;

  3. de uitgaven voor onderhoud en restauratie van beschermde monumenten en landschappen;

  4. de uitgaven betaald voor prestaties in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen en voor prestaties betaald met dienstencheques andere dan sociale dienstencheques;

  5. energiebesparende uitgaven in een woning met uitzondering van de interesten die betrekking hebben op leningovereenkomsten als bedoeld in artikel 2 van de economische herstelwet van 27 maart 2009;

  6. de uitgaven voor vernieuwing van woningen gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid;

  7. de uitgaven gedaan voor vernieuwing van tegen een redelijke huurprijs in huur gegeven woningen.

    (artikel 5/5, § 4, eerste lid, BFW)

    Vanaf het begrotingsjaar 2015 worden aan het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest bijkomende middelen overgedragen voor die geregionaliseerde fiscale uitgaven. De middelen worden voor 60 pct. toegekend aan de gewesten onder de vorm van een dotatie (artikel 35decies, BFW) en worden voor 40 pct. verwerkt in de autonomiefactor (component B van de teller bedoeld in artikel 5/2, § 1, derde lid, 1°, BFW). Vanaf het begrotingsjaar 2016 wordt het toegekende bedrag via dotaties ook jaarlijks aangepast, rekening houdende met de inflatie en een percentage van de reële groei van het bruto binnenlands product (artikel 35decies, vierde lid, BFW). De middelen worden jaarlijks tussen de drie gewesten verdeeld volgens de ontvangsten inzake de federale personenbelasting gelokaliseerd in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT