17 DECEMBER 2015. - Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2016 (1)

Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor het begrotingsjaar 2016, worden de lopende ontvangsten van het Waalse Gewest geraamd op 11.081.905 duizend euro, overeenkomstig Titel I van de bij dit decreet gevoegde tabel.

Art. 2. Voor het begrotingsjaar 2016, worden de kapitaalontvangsten van het Waalse Gewest geraamd op 784.066 duizend euro, overeenkomstig Titel II van de bij dit decreet gevoegde tabel.

Art. 3. De belastingen en taksen geïnd ten bate van het Gewest die op 31 december 2015 bestaan, zullen worden ingevorderd tijdens het jaar 2016, overeenkomstig de wetten, decreten en tarieven die de grondslag en de inning daarvan regelen.

Art. 4. § 1. De Minister van Begroting wordt gemachtigd tot dekking, door leningen die zowel in België als in het buitenland mogen worden uitgegeven, in euro of in vreemde valuta :

  1. van de financiering van de begrotingsuitgaven niet gedekt door de begrotingsontvangsten;

  2. van de terugbetaling van de nog niet afgeschreven leningen en obligaties van in Belgische frank of in vreemde valuta uitgeschreven leningen waarvan de eindtermijn in 2016 is vastgesteld;

  3. van de vervroegde gehele of gedeeltelijke terugbetaling van in euro of in vreemde valuta uitgeschreven leningen, overeenkomstig de bepalingen van de ministeriële emissiebesluiten of leningsovereenkomsten;

  4. van de verrichtingen van dagelijks beheer van de Schatkist of van de in het belang van de Schatkist verwezenlijkte verrichtingen van financieel beheer, met inbegrip van de voor hun goede afloop nodige beleggingen.

    § 2. De Minister van Begroting wordt ertoe gemachtigd, met instemming van de houders en overeenkomstig de marktvoorwaarden, bestaande leningen geheel of ten dele om te zetten in leningen van het type "Thesauriebewijzen op lange termijn" en de termijn ervan aan te passen.

    Art. 5. De Minister van Begroting is gemachtigd :

  5. tot het scheppen van thesauriebewijzen of van andere financieringsmiddelen die interest opbrengen, ten belope van het bedrag van de af te sluiten leningen, zowel in België als in het buitenland, in euro of in vreemde valuta;

  6. tot uitvoering van elke verrichting van dagelijks beheer van de Schatkist of van elke verrichting van financieel beheer die verwezenlijkt wordt in het algemeen belang van de Schatkist, met inbegrip van het afsluiten van beleggingsovereenkomsten die voor hun goede afloop noodzakelijk zijn en met inachtneming van het voorzichtigheidsprincipe;

  7. tot aanpassing van de terugbetalingsvoorwaarden en -termijnen, met instemming van de uitleners, wat betreft de door het Waalse Gewest in België of in het buitenland uitgeschreven privé-leningen;

  8. tot uitvoering van de in artikel 7, tweede lid, bepaalde financiële beheersverrichtingen wat betreft de door het Waalse Gewest in België of in het buitenland uitgeschreven leningen.

    Art. 6. De voorlopige uitgaven inzake de samenstelling van activa (openbare leningen en thesauriebewijzen op lange termijn) en de bijkomende kosten, alsook de ontvangsten voortvloeiend uit de tegeldemaking van deze samengestelde activa, de bijkomende uitgaven en de ontvangsten die eruit voortvloeien kunnen geboekt worden op speciaal daartoe geopende bankrekeningen bij een in België gevestigde financiële instelling naar Belgisch recht, waarmee het Waalse Gewest een overeenkomst van financieel agent gesloten heeft, als wettelijk gevolg van het gebruik van de in artikel 6, 1°, bedoelde financiële middelen, inzonderheid de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 december 1995 betreffende het toezicht op de instellingen die erkend zijn om rekeningen van gedematerialiseerde effecten van de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provincies, de plaatselijke overheden of de openbare instellingen bij te houden.

    De samengestelde activa kunnen ook ingeschreven worden op bijzondere effectenrekeningen die daartoe namens de Waalse Schatkist geopend zijn bij een in België gevestigde financiële instelling naar Belgisch recht, waarmee het Waalse Gewest een overeenkomst van financieel agent gesloten heeft, die wettelijk voortkomt uit het gebruik van de in artikel 6, 1°, bedoelde financiële middelen, inzonderheid de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 december 1995 betreffende het toezicht op de instellingen die erkend zijn om rekeningen van gedematerialiseerde effecten van de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provincies, de plaatselijke overheden of de openbare instellingen bij te houden.

    Art. 7. De Minister van Begroting is ertoe gemachtigd volgende inkomsten af te trekken van de leningslasten van Wallonië :

  9. de inkomsten van de in het kader van de beheersverrichtingen van de Schatkist waarvan sprake in artikel 5, 1° en 2°, belegde opbrengsten van leningen in euro;

  10. de aan het Waalse Gewest toegewezen inkomsten of kapitalen ten gevolge van beheersverrichtingen van de Schatkist inzake interestenswap, arbitrages, risicodekkingen zoals de opties of andere verrichtingen verwezenlijkt door middel van leningen van Wallonië en om de financiële lasten ervan te verlagen.

    Art. 8. De thesauriesaldi van de vorige "OWDR" kunnen bestemd worden voor artikel 76.01 van afdeling 15 (Fonds inzake grondbeleid).

    Art. 9. In artikel D.361, 1 van het decreet van 27 maart 2014 betreffende het Waalse Landbouwwetboek, wordt een punt 6° toegevoegd, luidend als volgt :

    6° de ontvangsten uit de toewijzing, in het kader van een landinrichting, van landbouwkundige onroerende goederen verworven door het Waalse Gewest, overeenkomstig artikel D.288, paragraaf 2, zesde lid, mits toewijzing van de opleg bedoeld in artikel D.288, § 3.

    Art. 10. § 1. Er wordt een heffing afgenomen voor de financiering van de kosten opgelopen door de "CWaPE" voor de uitvoering van het mechanisme van groene certificaten bedoeld in artikel 37 van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt.

    § 2. De heffing is verschuldigd door de producenten van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen en/of kwalitatieve warmtekrachtkoppeling die bij de "CWaPE" een verzoek indienen voor de toekenning van groene certificaten voor installaties met een nominaal vermogen hoger dan 10 kilowatts (kW).

    § 3. De heffing is verschuldigd per megawattuur (MWh) waarvan een indexmeting, meegedeeld aan de "CWaPE" vanaf 1 januari 2014, de productie bevestigt en die in aanmerking komt voor de toekenning van de groene certificaten. Het tarief per eenheid van de heffing, in euro per megawattuur (euro/MWh), is gelijk aan de waarde van een breuk, waarvan de teller gelijk is aan 1.800.000 euro en de noemer het geschatte aantal MWh is, die door de verschuldigde producenten tussen 1 januari 2016 tot 31 december 2016 worden gegenereerd.

    Art. 11. § 1. De "CWaPE" schat de elektriciteitsproducties uit hernieuwbare energiebronnen en/of kwalitatieve warmtekrachtkoppeling van de verschuldigden, in functie van de technische kenmerken van de installaties, van de historische gegevens en van externe elementen die de productie beïnvloeden.

    De "CWaPE" berekent het tarief per eenheid van de heffing voor 2016 op basis van de aldus geraamde totale productie. Dit tarief is van toepassing op alle verschuldigden op een eenvormige wijze.

    De "CWaPE" maakt het tarief van de heffing bekend.

    Art. 12. De producent betaalt de heffing binnen de twee maanden na het versturen van de facturen. Onder voorbehoud van materiële fouten, maakt het uitstel van de betaling de tegoeden op een effectenrekening van deze producent bij de "CWaPE" van rechtswege onbeschikbaar. De "CWaPE" wordt ertoe gemachtigd om de terugvordering van de heffing bij wanbetalende schuldenaars verder te zetten.

    Deze heffing is ten laste van de verschuldigde producenten van groene elektriciteit in de zin van artikel 9 en mag niet worden verhaald op de consumenten.

    Art. 13. Overeenkomstig artikel 6, 3° van het decreet van 15 december 2011 houdende organisatie van de begroting en van de boekhouding van de diensten van de Waalse Regering, kan de invordering van de niet-fiscale ontvangsten door de ontvanger opgegeven worden wanneer de kosten van de invordering hoger is dan het bedrag van het vastgestelde recht.

    Art. 14. Artikel 253, 5°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vervangen bij de wet van 6 juli 1994 en gewijzigd bij de decreten van 6 december 2001 en 22 oktober 2003, wordt vervangen door wat volgt :

    5° de onroerende goederen gelegen in het Waalse Gewest en opgenomen in de omtrek van een Natura 2000-gebied, van een natuurreservaat of een bosreservaat of opgenomen in de omtrek van een gebied dat in aanmerking komt voor het Natura 2000-netwerk en onderworpen is aan de primaire beschermingsregeling;

    .

    Art. 15. De K.M.O. die een invorderbaar voorschot heeft gekregen overeenkomstig het decreet van 5 juli 1990 betreffende de bijstand en tegemoetkomingen van het Waalse Gewest voor onderzoek en technologie, wordt vrijgesteld van een terugbetaling van 50 % van de door het Waalse Gewest betaalde bedragen als invorderbaar voorschot als ze een dergelijke aanvraag heeft ingediend binnen 24 maanden na afloop van een onderzoeksprogramma waarvoor bedoeld voorschot is toegekend.

    HOOFDSTUK II. - Maatregel inzake de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen

    Maatregel met betrekking tot...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT