16 MEI 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot opstelling van een afvalcatalogus
De Waalse Regering,
Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, artikel 2, 5°, vervangen bij het decreet van 10 mei 2012, artikel 5, § 4, ingevoegd bij het decreet van 17 juli 2018, en artikel 18, § 3, gewijzigd bij het decreet van 19 september 2002 en bij het decreet van 10 mei 2012;
Gelet op het fiscaal decreet van 22 maart 2007 tot bevordering van afvalpreventie en -valorisatie in het Waalse Gewest en tot wijziging van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen, artikel 6, § 1, 13°, ingevoegd bij het decreet van 21 december 2016;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot opstelling van een afvalcatalogus;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 februari 2019;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 28 februari 2019;
Gelet op het verzoek om adviesverlening binnen een termijn van dertig dagen, gericht aan de Raad van State op 1 maart 2019, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het gebrek aan adviesverlening binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het rapport opgesteld op 13 februari 2019 overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;
Gelet op het advies van de beleidsgroep "Leefmilieu", afdeling "Afvalstoffen", uitgebracht op 28 maart 2019;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1. In het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot opstelling van een afvalcatalogus, worden de artikelen 12/1, 12/2, 12/3 en 12/4 ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 12/1. Afvalstoffen behoren tot de categorie brandbare afvalstoffen als ze met de melding "BA" in kolom 7 van de tabel opgenomen in bijlage I worden vermeld.
Afvalstoffen behoren tot de categorie niet-brandbare afvalstoffen als ze met de melding "NBA" in kolom 7 van de tabel opgenomen in bijlage I worden vermeld.
Art. 12/2. De administratie kan, bij een individuele beslissing, de niet-brandbare aard van afvalstoffen erkennen, zelfs als ze in kolom 7 van bijlage I voorkomen als brandbare afvalstoffen.
De erkenning van de niet-brandbare aard van afvalstoffen bedoeld in het eerste lid maakt het voorwerp uit van een aanvraag ingediend overeenkomstig de bepalingen bedoeld in artikel 5, eerste lid en tweede lid, 1° tot 3.
Daarenboven bevat de aanvraag :
-
een fysisch-chemische analyse van de afvalstoffen i.v.m. het gloeiverlies en de hoeveelheid organische koolstof, die door een overeenkomstig artikel 40 van het decreet erkend laboratorium gemaakt wordt;
-
een uiteenzetting van de redenen waarom de aanvrager bedoelde afvalstof niet brandbaar acht.
De in de artikelen 6 tot 8 bedoelde procedure is van toepassing.
Art. 12/3. De administratie kan, bij een individuele beslissing, de brandbare aard van afvalstoffen erkennen, zelfs als ze in kolom 7 van bijlage I voorkomen als niet-brandbare afvalstoffen.
De erkenning van de brandbare aard van afvalstoffen bedoeld in het eerste lid maakt het voorwerp uit van een aanvraag ingediend overeenkomstig de bepalingen bedoeld in artikel 5, eerste lid en tweede lid, 1° tot 3.
Daarenboven bevat de aanvraag :
-
een fysisch-chemische analyse van de afvalstoffen i.v.m. het gloeiverlies en de hoeveelheid organische koolstof, die door een overeenkomstig artikel 40 van het decreet erkend laboratorium gemaakt wordt;
-
een uiteenzetting van de redenen waarom de aanvrager meent dat bedoelde afvalstof brandbaar is.
De in de artikelen 6 tot 8 bedoelde procedure is van toepassing.
Art. 12/4. In het kader van het storten in een centrum voor technische ingraving en vóór het storten van afvalstoffen waarvoor in kolom 7 van de tabel in bijlage I geen melding wordt gemaakt van "BA" of "NBA", wordt het brandbare of niet-brandbare aard van bedoelde afvalstof door de administratie erkend bij individueel besluit.
De aanvraag wordt ingediend volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid, 1° tot 3°.
Daarenboven bevat de aanvraag :
-
een fysisch-chemische analyse van de afvalstoffen i.v.m. het gloeiverlies en de hoeveelheid organische koolstof, die door een overeenkomstig artikel 40 van het decreet erkend laboratorium gemaakt wordt;
-
een uiteenzetting van de redenen waarom de aanvrager meent dat bedoelde afvalstof tot de categorie brandbare afvalstoffen of niet-brandbare afvalstoffen behoort.
De in de artikelen 6 tot 8 bedoelde procedure is van toepassing.".
Art. 2. De tabel van bijlage I bij hetzelfde besluit wordt vervangen door de tabel van de bijlage bij dit besluit.
Art. 3. In bijlage I van hetzelfde besluit, wordt een punt 9 ingevoegd in de inleiding, luidend als volgt:
"9) De normatieve referentie voor de bepaling van het gloeiverlies is de norm NBN EN 15169 :2007.
De normatieve referentie voor de bepaling van de hoeveelheid organische koolstof is de norm NBN EN 15934.".
Art. 4. In bijlage III bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van 2 juni 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
de vermelding betreffende HP 14 "Ecotoxisch" wordt vervangen als volgt:
"HP 14 "Ecotoxisch": afvalstoffen waarvan het gebruik onmiddellijk of na verloop van tijd gevaar voor één of meer sectoren van het milieu oplevert of kan opleveren.
Afvalstoffen die aan een van de volgende voorwaarden voldoen, worden als gevaarlijk van het soort HP 14 ingedeeld:
- afvalstoffen bevatten een stof die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad is ingedeeld als ozonafbrekend en die de gevarenaanduidingscode H420 draagt, en de concentratie van bedoelde stof de concentratiegrenswaarde van 0,1 % of meer bereikt of overschrijdt.
[c(H420) ≥ 0,1 %]
- de afvalstoffen bevatten een of meer stoffen die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 zijn ingedeeld als aquatisch acuut categorie en die de gevarenaanduidingscode H400 dragen, en de concentratie van bedoelde stoffen de concentratiegrenswaarde van 25 % bereikt of overschrijdt. Voor deze stoffen geldt een algemene drempelwaarde van 0,1 %.
[Σ c(H400) ≥ 25 %]
- de afvalstoffen bevatten een of meer stoffen die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 in categorie 1, 2 of 3 van chronische watertoxiciteit zijn ingedeeld en die de gevarenaanduidingen H410, H411 of H412 dragen, en de som van de concentraties van alle stoffen die in categorie 1 van de chronische aquatische toxiciteit (H410) zijn ingedeeld, vermenigvuldigd met 100, opgeteld bij de som van de concentraties van alle stoffen die zijn ingedeeld in categorie 2 voor chronische aquatische toxiciteit (H411), vermenigvuldigd met 10, en opgeteld bij de som van de concentraties van alle stoffen die zijn ingedeeld in categorie 3 voor chronische aquatische toxiciteit (H412), waarbij de concentratiegrens van 25% of meer wordt bereikt of overschrijdt . Drempelwaarden van 0,1% en 1% worden respectievelijk toegepast op stoffen met code H410 en stoffen met de codes H411 of H412.
[100 x Σc (H410) + 10 x Σc (H411) + Σc (H412) ≥ 25 %]
- afvalstoffen bevatten een of meer stoffen die krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 in categorie 1, 2, 3 of 4 zijn ingedeeld als chronische aquatische toxiciteit en die de gevarenaanduidingscodes H410, H411, H412 of H413 dragen, en de som van de concentraties van alle stoffen ingedeeld in de categorie chronische aquatische toxiciteit de concentratiegrens van 25 % bereikt of overschrijdt. Drempelwaarden van 0,1% en 1% worden respectievelijk toegepast op stoffen met code H410 en stoffen met de codes H411, H412 of H413.
[Σ c H410 + Σ c H411 + Σ c H412 + Σ c H413 ≥ 25 %]
Waarin: Σ = som en c = concentraties van stoffen." ;
-
de woorden "Opmerking - Toewijzing van de gevaarlijke eigenschap HP 14 gebeurt op basis van de in bijlage VI bij Richtlijn 67/548/EEG van de Raad vastgestelde criteria betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen." worden opgeheven.
-
een nieuw lid wordt toegevoegd op het eind van de bijlage, luidend als volgt: "Wanneer een gevaarlijke eigenschap van een afvalstof zowel door middel van een test als aan de hand van de concentraties van gevaarlijke stoffen zoals vermeld in deze bijlage is beoordeeld, hebben de resultaten van de test voorrang.".
Art. 5. De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 16 mei 2019.
Voor de Regering :
De Minister-President,
W. BORSUS
De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industriezones,
C. DI ANTONIO
Bijlage
Tabel van bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot opstelling van een afvalcatalogus
Afvalcatalogus, lijst van gevaarlijke afvalstoffen, lijst van inerte afvalstoffen,
lijst van de met huishoudelijke afvalstoffen gelijk te stellen afvalstoffen, lijst van de biologisch afbreekbare organische afvalstoffen, lijst van de brandbare of niet-brandbare afvalstoffen
Waalse afvalstoffencode Aanwijzing Gevaarlijke afvalstoffen Inerte afvalstoffen Met huishoudelijke afvalstoffen gelijk te stellen afvalstoffen Biologisch afbreekbare of niet-afbreekbare organische afvalstoffen Brandbare of niet-brandbare afvalstoffen01 Afval van exploratie, mijnbouw, exploitatie van steengroeven en de fysische en chemische bewerking van mineralen. 01 01 Afval van de winning van mineralen 01 01 01 Afval van de winning van metaalhoudende mineralen NB NBA01 01 02 Afval van de winning van niet-metaalhoudende mineralen X C NBA01 03 Afval van de fysische en chemische...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI