16 MEI 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 12 december 2013 betreffende de sociale huisvestingsinstellingen

De Waalse Regering,

Gelet op het Waals Wetboek van Huisvesting en Duurzaam Wonen, inzonderheid op de artikelen 191, § 2, vervangen bij het decreet van 15 mei 2003 en gewijzigd bij het decreet van 2 mei 2019, 192, 192/1, ingevoegd bij het decreet van 2 mei 2019, 193, § 1, vierde lid, gewijzigd bij de decreten van 16 mei 2013 en 1 juni 2017, 194, vervangen bij het decreet van 15 mei 2003, en 198 gewijzigd bij de decreten van 15 mei 2003 en 1 juni 2017;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 12 december 2013 betreffende de sociale huisvestingsinstellingen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 november 2018;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 29 november 2018;

Gelet op het rapport van 26 november 2018, opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op de aanvraag om adviesverlening binnen een termijn van 30 dagen, gericht aan de Raad van State op 4 februari 2019, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het gebrek aan adviesverlening binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies van de beleidsgroep "Huisvesting", gegeven op 11 januari 2019;

Op de voordracht van de Minister van Huisvesting;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 12 december 2013 betreffende de sociale huisvestingsinstellingen worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in 7° wordt het woord "buurten" vervangen door het woord "grondgebieden";

  2. de punten 9° tot 14° worden ingevoegd, luidend als volgt:

    "9° "gezin van categorie 1, 2 of 3": de gezinnen bedoeld in artikel 1, 29°, 30°, 31° en 32°, van het Wetboek;

    1. "grondgebied": de gemeentelijke entiteit of meerdere aangrenzende gemeentelijke entiteiten;

    2. "personeel": de loontrekkende werknemer binnen de vereniging of de persoon die ter beschikking van de vereniging wordt gesteld, overeenkomstig de vigerende regelgevingen, met inbegrip van die met betrekking tot artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

    3. "agentschap": het agentschap voor sociale huisvesting;

    4. "regie": de regie van de buurten of van grondgebied;

    5. "werkdagen": het geheel van de kalenderdagen, met uitzondering van zondagen en wettelijke feestdagen.".

    Art. 2. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met twee leden, luidend als volgt:

    "Daartoe houdt de Minister rekening met de verdeling van de agentschappen, van de regieën en van de verenigingen ter bevordering van de huisvesting op het hele grondgebied van het Waalse Gewest in het kader van de erkennings- of verlengingsaanvragen.

    De erkenning treedt in werking op 1 januari van het jaar volgend op de toekenning.".

    Art. 3. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "tussen 1 en 31 maart" ingevoegd tussen de woorden "erkenningsaanvraag wordt" en de woorden "door de aanvrager";

  4. in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden " binnen dertig werkdagen na ontvangst van de volledige erkenningsaanvraag" vervangen door de woorden "uiterlijk op 30 juni bij aangetekend schrijven";

  5. in paragraaf 2 wordt het derde lid vervangen als volgt:

    "De Minister betekent bij aangetekend schrijven zijn besluit gelijktijdig aan het Fonds en aan de aanvrager uiterlijk op 15 oktober.".

    Art. 4. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  6. in het eerste lid worden de woorden " binnen vijftien werkdagen na de kennisgeving van het besluit of na afloop van de termijn bedoeld in artikel 3, § 2, derde lid" vervangen door de woorden "uiterlijk op 31 oktober";

  7. in het vierde lid worden de woorden "binnen dertig werkdagen, te rekenen van de datum van het beroep," vervangen door de woorden "uiterlijk op 15 november bij aangetekend schrijven";

  8. het vijfde lid wordt vervangen door wat volgt:

    "Uiterlijk op 31 december betekent de Minister de beslissing van de Regering bij aangetekend schrijven aan de aanvrager en aan het Fonds.".

    Art. 5. In Hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt een artikel 4/1 ingevoegd, luidend als volgt:

    "Art. 4/1. De procedure m.b.t. de verlenging van de erkenning is de procedure bedoeld in de artikelen 3 en 4 van dit besluit.

    Wanneer de erkenning vóór de beslissing van de Minister over de verlengingsaanvraag verstrijkt, wordt de erkenning tot 31 december van het lopende jaar verlengd.".

    Art. 6. Artikel 5, § 1, van hetzelfde besluit, wordt aangevuld met een 8°, luidend als volgt

    "8° de raad van bestuur legt jaarlijks het financieel verslag en het sociaal verslag bedoeld in artikel 5, § 2, ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering, alvorens bedoelde verslagen aan het Fonds toe te zenden binnen de door het Fonds vastgestelde termijnen.".

    Art. 7. Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

    "Art. 7. De statuten van het agentschap bepalen dat de aanvrager het geheel van de opdrachten bedoeld in artikel 193 van het Wetboek uitvoert.".

    Art. 8. In artikel 8, 2°, van hetzelfde besluit worden de woorden "meer dan" vervangen door het woord "maximum".

    Art. 9. In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt:

    "Op voorstel van het Fonds kan de Minister afwijken van het belendende karakter of van de drempel van vijftigduizend inwoners voor zover drie gemeenten, die niet door een bestaand agentschap worden bediend, zich verenigen.".

    Art. 10. Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

    "Art. 10. § 1. Het agentschap is een economische operator voor de integratie via huisvesting dat:

    1. een woning hoofdzakelijk aan een gezin van categorie 1 en 2 voorstelt;

    2. steun biedt aan de huurder of, in voorkomend geval, aan de eigenaar;

    3. een bemiddeling vanaf de intrek in de woning en voor de bewoningsduur biedt.

      Daartoe vervult het agentschap de volgende taken:

    4. naar de optimale adequatie zoeken tussen het aanbod van beschikbare potentiële woningen en de plaatselijk vastgestelde sociale behoeften;

    5. ...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT