16 MAART 2018. - Decreet tot wijziging van de rechtspositie van het personeel van de centra voor volwassenenonderwijs en tot wijziging van het financieringsluik van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs (1)

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :

Decreet tot wijziging van de rechtspositie van het personeel van de centra voor volwassenenonderwijs en tot wijziging van het financieringsluik van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

HOOFDSTUK 2

Wijzigingen van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991

Art. 2. In hoofdstuk III van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, het laatst gewijzigd bij het decreet van 16 juni 2017, wordt een afdeling VIIquater ingevoegd, die luidt als volgt :

"Afdeling VIIquater. Centra voor volwassenenonderwijs".

Art. 3. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 16 juni 2017, wordt in afdeling VIIquater, ingevoegd bij artikel 2, een artikel 40duodecies ingevoegd, dat luidt als volgt :

"Art. 40duodecies. Met behoud van de toepassing van de principes dat een personeelslid wordt aangesteld of geaffecteerd aan het centrum voor volwassenenonderwijs waar zijn betrekking reglementair wordt opgericht, kan een personeelslid van het bestuurs- en onderwijzend personeel - met uitzondering van de directeur - en van het ondersteunend personeel ingezet worden in het centrum en in alle vestigingsplaatsen van dit centrum.

Bij de toepassing van het eerste lid moeten alleszins de volgende principes worden gehanteerd :

  1. de inzetbaarheid van een personeelslid wordt steeds bepaald vanuit de standplaats van het personeelslid;

  2. de standplaats van een personeelslid wordt bepaald in onderling overleg tussen het personeelslid en de directeur. De standplaats kan enkel worden gewijzigd na een nieuw overleg;

  3. de afstand over de openbare weg tussen de standplaats van het personeelslid en de vestigingsplaats waar het personeelslid bij een wijziging van zijn opdracht wordt ingezet, mag nooit meer dan 25 km bedragen. Dit geldt niet als het personeelslid instemt om over een grotere afstand ingezet te worden of als het personeelslid al een opdracht uitoefent in de vestigingsplaats waar de wijziging plaatsvindt.

    De bepalingen over de inzetbaarheid en de standplaats, vermeld in het eerste en het tweede lid, worden, met behoud van de toepassing van artikel 18 en 31, opgenomen in het geschrift waarin de aanstelling wordt vastgesteld, alsook in de functiebeschrijving, vermeld in hoofdstuk VIIIbis van dit decreet.".

    Art. 4. In artikel 73ter/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 1 juli 2011, wordt de zinsnede "of in de stuurgroep vermeld in artikel 2, 42°, van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs" opgeheven.

    HOOFDSTUK 3

    Wijzigingen van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991

    Art. 5. Aan titel II, hoofdstuk III, van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991, het laatst gewijzigd bij het decreet van 16 juni 2017, wordt een afdeling 8 toegevoegd, die luidt als volgt :

    "Afdeling 8. Centra voor volwassenenonderwijs".

    Art. 6. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 16 juni 2017, wordt in afdeling 8, ingevoegd bij artikel 5, een artikel 36novies/2 ingevoegd, dat luidt als volgt :

    "Art. 36novies/2. Met behoud van de toepassing van de principes dat een personeelslid wordt aangesteld of geaffecteerd aan het centrum voor volwassenenonderwijs waar zijn betrekking reglementair wordt opgericht, kan een personeelslid van het bestuurs- en onderwijzend personeel - met uitzondering van de directeur - en van het ondersteunend personeel ingezet worden in het centrum en in alle vestigingsplaatsen van dit centrum.

    Bij de toepassing van het eerste lid moeten alleszins de volgende principes worden gehanteerd :

  4. de inzetbaarheid van een personeelslid wordt steeds bepaald vanuit de standplaats van het personeelslid;

  5. de standplaats van een personeelslid wordt bepaald in onderling overleg tussen het personeelslid en de inrichtende macht. De standplaats kan enkel worden gewijzigd na een nieuw overleg;

  6. de afstand over de openbare weg tussen de standplaats van het personeelslid en de vestigingsplaats waar het personeelslid bij een wijziging van zijn opdracht wordt ingezet, mag nooit meer dan 25 km bedragen. Dit geldt niet als het personeelslid instemt om over een grotere afstand ingezet te worden of als het personeelslid al een opdracht uitoefent in de vestigingsplaats waar de wijziging plaatsvindt.

    De bepalingen over de inzetbaarheid en de standplaats, vermeld in het eerste en het tweede lid, worden, met behoud van de toepassing van artikel 20 en 45, opgenomen in de overeenkomst of het besluit waarin de aanstelling wordt vastgesteld, alsook in de functiebeschrijving, vermeld in titel II, hoofdstuk Vbis, van dit decreet.".

    Art. 7. In artikel 47ter/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 1 juli 2011, wordt de zinsnede "of in de stuurgroep vermeld in artikel 2, 42°, van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs" opgeheven.

    HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs

    Art. 8. In artikel 2 van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs, het laatst gewijzigd bij het decreet van 16 juni 2017, worden volgende wijzigingen aangebracht :

  7. het punt 18° wordt vervangen door wat volgt :

    "18° inburgeraar : een natuurlijk persoon als vermeld in artikel 2, eerste lid, 7°, van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid;";

  8. er wordt een punt 14° ter ingevoegd, dat luidt als volgt :

    "14° ter financieringspunten : de punten om de financierbare of subsidieerbare vte of leraarsuren, punten en werkingsmiddelen van de centra te bepalen, ongewogen berekend tegen 80 % op basis van het aantal lesurencursist per ingeschreven module en tegen 20 % op basis van het aantal lesurencursist per geslaagde module en vervolgens gewogen met de puntengewichten en de kwalificatiebonus;";

  9. er wordt een punt 47° bis ingevoegd, dat luidt als volgt :

    "47° bis werkzoekende : de werkzoekende waarvan de opleiding kadert in een door de VDAB vastgesteld traject naar werk;".

    Art. 9. In artikel 36 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  10. het eerste lid wordt vervangen door wat volgt :

    "In afwijking van de artikelen 31, 32 en 35 en overeenkomstig artikel 46/1 van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid, berust de uitsluitende bevoegdheid voor de organisatie en coördinatie van de intake, testing en doorverwijzing van cursisten die niet beschikken over een studiebewijs Nederlands tweede taal bij de volgende instanties :

  11. het Agentschap Integratie en Inburgering, vermeld in artikel 17, § 2, 7°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;

  12. het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap Integratie en Inburgering Antwerpen vzw;

  13. het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap Integratie en Inburgering Gent vzw;

  14. het Huis van het Nederlands Brussel vzw.";

  15. in het tweede lid worden de woorden "de Huizen van het Nederlands" vervangen door de woorden "de instanties vermeld in het eerste lid".

    Art. 10. In artikel 37, vierde lid, van hetzelfde decreet wordt het punt 1° vervangen door wat volgt :

    "1° vermeld in artikel 26, § 1, van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid, die een inburgeringscontract hebben ondertekend, vermeld in artikel 2, eerste lid, 10°, van hetzelfde decreet;".

    Art. 11. In artikel 82, eerste lid, 2°, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 4 juli 2008 en 19 december 2014, wordt de zinsnede "referteperiode van 1 april n-1 tot 31 maart n" vervangen door de zinsnede "referteperiode van 1 januari n-1 tot en met 31 december n-1".

    Art. 12. Artikel 83 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 4 juli 2008 en 9 juli 2010, wordt vervangen door wat volgt :

    "Art. 83. Als een centrum voor basiseducatie in de referteperiode van 1 januari n-2 tot en met 31 december n-1 niet langer voldoet aan een van de voorwaarden, vermeld in artikel 82, wordt de subsidiëring van het centrum afgebouwd tot nul vanaf het jaar n.

    Elk centrum dat de rationalisatienorm gedurende twee opeenvolgende referteperiodes niet bereikt heeft, moet op 1 september van het daaropvolgende schooljaar :

  16. hetzij fusioneren met een ander centrum;

  17. hetzij overgaan tot geleidelijke afbouw waarbij de cursisten, ingeschreven in het centrum voor basiseducatie op het moment dat beslist wordt tot afbouw, de aangevatte opleiding volledig en binnen een normaal tijdsbestek moeten kunnen beëindigen. Met een normaal tijdsbestek wordt bedoeld zonder onderbreking en zonder herhaling van een module. De afbouw tot nul moet gerealiseerd worden binnen een periode van drie schooljaren.".

    Art. 13. In artikel 84, § 3, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 4 juli 2008 en 19 december 2014, wordt de zinsnede "referteperiode van 1 april n-1 tot 31 maart n" vervangen door de zinsnede "referteperiode van 1 januari n-1 tot en met 31 december n-1".

    Art. 14. In artikel 85 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 mei 2009, 1 juli 2011, 19 juli 2013 en 16 juni 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  18. paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt :

    " § 1. Elk centrum voor basiseducatie heeft recht op vte voor het aanwerven van personeelsleden in het ambt van leraar.

    Voor de berekening van het aantal vte waarop een centrum voor basiseducatie vanaf 1 september 2020 jaarlijks recht heeft, wordt het totale beschikbare volume aan vte voor de basiseducatie uitgedrukt in financieringspunten. Het totale aantal financieringspunten is de som van het aantal gewogen financieringspunten van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT