16 JULI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de geldelijke maatregelen en andere bepalingen

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:

- de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 87, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, en § 3, vervangen bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014;

- het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs, artikel 67, § 2;

- het Bestuursdecreet van 7 december 2018, artikel III.23.

Vormvereisten

De volgende vormvereisten zijn vervuld:

- De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 25 maart 2021.

- Het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest heeft protocol nr. 398.1271 gesloten op 28 mei 2021.

- De Raad van State heeft advies 69.552/3 gegeven op 8 juli 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer

Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen.

Na beraadslaging,

DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1. Aan artikel I 2 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2020, wordt een punt 34° toegevoegd, dat luidt als volgt:

"34° integratieprotocol: een document met afspraken over maatregelen die de tewerkstelling van een personeelslid met een handicap of chronische ziekte ondersteunen.".

Art. 2. In artikel I 9, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. het tweede lid wordt vervangen door wat volgt:

    "In afwijking van het eerste lid heeft de raad van beroep in de volgende gevallen een beslissende bevoegdheid:

  2. als de raad van beroep met eenparigheid van stemmen besluit tot de gegrondheid of ongegrondheid van de bestreden beslissing;

  3. als de raad van beroep met eenparigheid van stemmen, aansluitend op een eenparige beslissing over de ongegrondheid, een eventuele andere passende maatregel oplegt;

  4. als de raad van beroep bij meerderheid besluit tot de onontvankelijkheid van het beroep.";

  5. er wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "Als de raad van beroep conform het tweede lid, 3°, beslist tot de onontvankelijkheid, dan is de aangevochten beslissing hierdoor definitief geworden vanaf de dag na het verstrijken van de termijn voor instelling van het beroep".

    Art. 3. Aan artikel VI 26, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016, wordt de volgende zin toegevoegd:

    "De adviseur met salarisschaal A218, A251 of A252 die overgeplaatst wordt naar de graad van adviseur, behoudt salarisschaal A218, A251 of A252.".

    Art. 4. In deel VI, titel 7, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 september 2020, wordt hoofdstuk 1, dat bestaat uit artikel VI 68 tot en met VI 73, opgeheven.

    Art. 5. Aan deel...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT