16 JULI 2015. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek II van het regelgevend Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wat betreft de erkenning en de algemene verplichtingen van de ruimers van septische putten en gelijksoortige zuiveringssystemen

De Waalse Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op het decretaal gedeelte van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, artikel D.222, § 1;

Gelet het regelgevend gedeelte van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, artikelen R.390 tot R.400;

Gelet op het advies van de "Commission consultative de l'eau" (Wateradviescommissie), gegeven op 9 maart 2015;

Gelet op het evaluatierapport betreffende de weerslag van het project op de respectievelijke toestand van vrouwen en mannen;

Gelet op het advies nr. 57.574/4 van de Raad van State, gegeven op 22 juni 2015, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies van de « Société publique de gestion de l'eau » (Openbare waterbeheersmaatschappij), gegeven op 7 april 2015;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. Onder titel II van deel III van het regelgevend gedeelte van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wordt hoofdstuk VIII, dat de artikelen R.390 tot R.400 inhoudt, vervangen als volgt :

HOOFDSTUK VIII. - Ruiming van septische putten of van gelijksoortige zuiveringssystemen

Afdeling 1. - Beginsel van de erkenning en algemeenheden

Art. R.390. Septische putten of gelijksoortige zuiveringssystemen mogen slechts door erkende ruimers geledigd worden.

De directeur-generaal van het Operationeel directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst, hierna de directeur-generaal, beslist over de overeenkomstig dit hoofdstuk ingediende aanvragen tot erkenning van ruimers.

De erkenning wordt verleend voor een periode van acht jaar. Na afloop van die periode vraagt de ruimer een nieuwe erkenning aan.

Erkende saneringsorganen worden vrijgesteld van de verplichting om over een erkenning te beschikken voor de ruiming van hun eigen installaties.

Art. R.391. § 1. In dit hoofdstuk worden de volgende mededelingswijzen gebruikt :

1° aangetekend schrijven met bericht van ontvangst;

2° elke gelijksoortige formule die de verzend- en ontvangstdatum van de akte waarborgen, ongeacht de gebruikte dienst die de post verdeelt;

3° neerlegging tegen ontvangstbewijs;

4° elektronisch schrijven als de procedure gedematerialiseerd wordt.

§ 2. Indien de dag van ontvangst van een akte de begindatum van een termijn is, wordt hij niet meegerekend.

De vervaldatum wordt in die termijn meegerekend. Als die dag een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, wordt de vervaldatum evenwel naar de volgende werkdag verschoven.

Afdeling 2. - Erkenningsvoorwaarden

Art. R.392. Elk voertuig gebruikt door een ruimer van septische putten of van gelijksoortige zuiveringssystemen beschikt over een inschrijvingscertificaat en is orde met de technische controle. Het is uitgerust met een dichte kuip die voorzien is van :

1° een opening die een vlotte reiniging toelaat;

2° een volumemeter;

3° een vacuümpomp of een volumetrische pomp;

4° een afsluiter die zuiging en wegpersing toelaat;

5° een vacuümbrekersklep;

6° een overdrukklep.

De ruimer verzekert het voertuig en zijn beroepsaansprakelijkheid.

Afdeling 3. - Procedure tot indiening en behandeling van de aanvraag en beroepsprocedure

Art. R.393. De erkenningsaanvraag wordt op één van de in artikel R.391, § 1, bedoelde mededelingswijzen bij de directeur-generaal ingediend d.m.v. het aanvraagformulier bedoeld in bijlage XLVbis.

Art. R.394. De erkenningsaanvraag bevat de volgende gegevens :

1° de identiteit van de aanvrager, zijn rechtstoestand, zijn woonplaats of het adres van zijn maatschappelijke zetel, zijn inschrijvingsnummer bij de Kruisbank van ondernemingen en zijn btw-nummer;

2° de elementen op grond waarvan kan worden vastgesteld dat de in artikel R.392 bedoelde voorwaarden m.b.t. tot de erkenning die hij aanvraagt vervuld zijn.

Art. R.395. De erkenningsaanvraag is onvolledig indien krachtens artikel R.394 vereiste gegevens of documenten ontbreken.

De aanvraag is onontvankelijk:

1° als ze in overtreding van artikel R.391, § 1, wordt ingediend;

2° als de aanvrager de gevorderde gegevens of documenten niet verstrekt binnen de termijn bepaald bij artikel R.396, § 2, tweede lid.

Art. R.396. § 1. De directeur-generaal stuurt binnen tien werkdagen na ontvangst van de aanvraag een bericht van ontvangst aan de aanvrager van de erkenning.

Overeenkomstig artikel 10 van het decreet van 10 december 2009 houdende omzetting van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de diensten op de interne markt vermeldt het bericht van ontvangst :

1° de datum waarop de aanvraag in ontvangst werd genomen;

2° de termijn waarin de beslissing moet worden genomen;

3° de rechtsmiddelen, de bevoegde instanties om zich daarover uit te spreken, alsook de in acht te nemen vormen en termijnen.

§ 2. De directeur-generaal stuurt zijn beslissing m.b.t. de volledigheid en de ontvankelijkheid van de erkenningsaanvraag binnen een termijn van dertig dagen, met ingang op de datum van het bericht van ontvangst bedoeld in § 1, aan de aanvrager op één van de mededelingswijzen bedoeld in artikel R.391, § 1.

Als de aanvraag onvolledig is, wijst de directeur-generaal de aanvrager op de ontbrekende stukken. De aanvrager stuurt de opgeëiste stukken binnen dertig dagen, met ingang op de datum van ontvangst van de kennisgeving bedoeld in het eerste lid, aan de directeur-generaal op één van de mededelingswijzen bedoeld in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT