16 DECEMBER 2015. - Wet houdende diverse bepalingen inzake het sociaal statuut van de zelfstandigen

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen

Art. 2. In artikel 11 van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, vervangen bij de wet van 22 november 2013 en gewijzigd bij de wet van 25 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. paragraaf 3, zesde lid, e), wordt aangevuld met een zin, luidend als volgt :

    voor wat betreft de betrokkenen die deel uitmaken van de groep onderworpenen bedoeld in artikel 12, § 1, doet deze bepaling geen afbreuk aan de bepalingen van genoemde § 1.

    ;

  2. in paragraaf 5, vierde lid, wordt het woord "pensioen" telkens vervangen door de woorden "eigen rustpensioen".

    Art. 3. In artikel 13, § 1, vierde lid, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij de wet van 25 april 2014, worden de woorden "artikel 107, § 2, B," vervangen door de woorden "artikel 107, § 4, derde lid".

    Art. 4. In artikel 17 van hetzelfde besluit, vervangen bij de wet van 22 november 2013 en gewijzigd bij de wet van 25 april 2014, wordt een lid ingevoegd tussen het tiende en elfde lid, luidend als volgt :

    Wanneer de ontheffing van hoofdelijke aansprakelijkheid wordt toegekend voor de voorlopige bijdrage met betrekking tot een bepaald kalenderkwartaal, geldt die ontheffing voor het bedrag van de kwartaalbijdrage met betrekking tot dat kwartaal, zoals vastgesteld ingevolge een eventuele regularisatie.

    Art. 5. In artikel 17ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij de wet van 23 december 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  3. het tweede lid wordt aangevuld met de volgende zin :

    Deze verweermiddelen moeten worden ingediend binnen een termijn van dertig dagen vanaf de datum van de kennisgeving beoogd in het vierde lid.

    ;

  4. in het vierde lid worden de woorden "binnen de 14 werkdagen, volgend op : " vervangen door de woorden "uiterlijk op de laatste dag van de maand die volgt op: ";

  5. in het zesde lid, ingevoegd bij de wet van 27 december 2012, worden de woorden "wordt het bedrag van de eerste ten onrechte betaalde bijdrage door het betrokken fonds aangewend, na aftrek...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT