16 APRIL 2023. - Koninklijk besluit betreffende de ministeriële machtiging in het kader van de uitrol van een 5G-netwerk
VERSLAG AAN DE KONING
Sire,
ALGEMEEN
Inleiding
Het besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd heeft tot doel uitvoering te geven aan artikel 105, de paragrafen 1 tot 7, van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie (hierna de wet van 13 juni 2005), ingevoegd in deze wet door de wet van 17 februari 2022 tot wijziging van diverse bepalingen inzake elektronische communicatie met het oog op de invoering van bijkomende beveiligingsmaatregelen voor de verstrekking van mobiele 5G-diensten (hierna de wet van 17 februari 2022).
Deze paragrafen 1 tot 7 van het onderhavige artikel betreffen de procedure van ministeriële machtiging in het kader van de 5G-uitrol. Paragraaf 8 van dat artikel betreft de geografische beperkingen in het kader van deze 5G-uitrol en maakt het voorwerp uit van een afzonderlijk koninklijk besluit.
Het advies van de Raad van State werd gevolgd.
Elementen die uitgesloten zijn van de ministeriële machtiging
De uitsluitingen waarin het vijfde lid van paragraaf 1 van artikel 105 van de wet van 13 juni 2005 voorziet, zijn ook van toepassing op het voorliggende besluit.
Wat betreft de "netwerken van de vierde en vroegere generaties" bedoeld in artikel 105, § 1, vijfde lid, 3°, dient te worden herinnerd dat de technologieën van de 2e, 3e of 4e generatie respectievelijk de gsm-, UMTS- en LTE- technologieën zijn.
Deze technologieën moeten worden begrepen als volgt:
- De gsm-technologie is de technologie die overeenstemt met de gsm-normen gepubliceerd door het ETSI, in het bijzonder de normen EN 301 502 en EN 301 511;
- De UMTS-technologie is de technologie die overeenstemt met de UMTS-normen gepubliceerd door het ETSI, in het bijzonder de normen EN 301908-1, EN 301908-2, EN 301908-3 en EN 301908-11;
- De LTE-technologie is de technologie die overeenstemt met de LTE-normen gepubliceerd door het ETSI, in het bijzonder de normen EN 301908-1, EN 301908-13, EN 301908-14 en EN 301908-11.
Evenmin beoogd door het ontwerp van wet zijn de TETRA-netwerken ("Terrestrial Trunked Radio") en de wifinetwerken van de norm voor draadloze transmissie IEEE 802.11.
De beperkingen en de toepassing ervan
Er dient aan te worden herinnerd dat de 5G-toolbox ("CG Publication 01/2020: Cybersecurity of 5G networks EU Toolbox of risk mitigating measures"), die in januari 2020 gepubliceerd werd door de NIS-samenwerkingsgroep de maatregelen vermeldt die de lidstaten zouden moeten nemen om de veiligheidsgerelateerde risico's in verband met 5G te matigen. Het gaat om de risico's die geïdentificeerd waren in een rapport van de NIS-samenwerkingsgroep van 9 oktober 2019 over de gecoördineerde risicobeoordeling betreffende de cyberbeveiliging van netwerken van de vijfde generatie (5G) ("CG Publication 02/2019 - Risk assessment of 5G networks") (zie voor meer details ook de memorie van toelichting van de wet van 17 februari 2022).
Artikel 105, § 4, belast de Koning met de vaststelling van de beperkingen voor het gebruik van de netwerkelementen of diensten van bepaalde leveranciers, alsook van de termijnen voor de toepassing van die beperkingen, waarmee de betrokken ministers rekening moeten houden wanneer ze hun beslissing nemen. Deze delegatie aan de Koning wordt ten uitvoer gebracht in het onderhavige besluit. Dergelijke beperkingen werden nodig geacht aangezien alternatieve maatregelen die zouden kunnen worden opgelegd, niet volstaan om het veiligheidsrisico in kwestie voldoende te beperken. De beperkingen voor de MNO wat betreft het beroep op producenten van netwerkelementen vertalen het standpunt ingenomen door de Nationale Veiligheidsraad op 22/06/2020. De algemene overwegingen betreffende artikel 105 van de wet van 13 juni 2005 kunnen hier herhaald worden. (wetsontwerp tot invoering van bijkomende veiligheidsmaatregelen voor de verstrekking van mobiele 5G-diensten, memorie van toelichting, Parl. St., Kamer, 2021-2022, nr. 2317/1, blz. 4 en volgende).
De MNO's en MVNO's en de betrokken exploitanten van een privaat 5G-netwerk die 5G-diensten verstrekken, zijn verplicht om een ministeriële machtiging te krijgen voor de aankoop van netwerkelementen bij producenten van netwerkelementen en voor het beroep op dienstenaanbieders die deze netwerkelementen beheren of superviseren. Deze machtiging heeft tot doel rekening te houden met het feit dat sommige van die producenten van netwerkelementen of dienstenaanbieders een hoog risico kunnen vormen. Grondigere uitleg wordt gegeven in de voorbereidende werkzaamheden van de wet van 17 februari 2022.
Wat betreft de aankoop van netwerkelementen bij producenten van netwerkelementen, zijn de beperkingen die opgelegd worden aan de betrokken exploitanten van een privaat 5G-netwerk, strikter dan de beperkingen die aan de MNO's en MVNO's worden opgelegd.
De regels die enige soepelheid mogelijk maken voor de MNO's en MVNO's (maximum van 35% producenten van netwerkelementen die een hoog risico vormen in niet-gevoelige zones voor sommige delen van het netwerk) kunnen immers moeilijk worden omgezet naar de aanbieders van private netwerken. Voor die aanbieders gaat het er niet om of zij hun 5G-netwerk al of niet aanbieden in een "gevoelige zone". Aan hen worden verplichtingen opgelegd wegens de bijzondere rol die ze voor de maatschappij spelen (statuut van exploitant van een kritieke infrastructuur of van aanbieder van essentiële diensten).
De overgangsperiodes waarin het onderhavige koninklijk besluit voorziet, hebben als doel de operatoren (MNO's en full MVNO's) en de betrokken exploitanten van een privaat 5G-netwerk in staat te stellen om te zorgen voor een continuïteit in hun dienstverlening en de impact van de door dit besluit opgelegde beperkingen op deze ondernemingen te beperken, rekening houdend met de levenscyclus van hun apparatuur.
Deze cyclus is gelijk aan de tijd dat apparatuur wordt gebruikt (van de inwerkingstelling tot de vervanging). De overgangsperiodes werden zo vastgelegd dat de beperkingen verplicht worden op het ogenblik dat de apparatuur aan het einde van de levensduur zou zijn en sowieso zou moeten worden vervangen.
Deze overgangsperiodes zijn afhankelijk van het betrokken deel van het netwerk, maar zijn gelijk voor de MNO's, de full MVNO's en de betrokken exploitanten van een privaat 5G-netwerk.
De levenscycli (en dus ook de overgangsperiodes) zijn korter voor het centrale deel van de netwerken en het radiotoegangsnetwerk dan voor het transportnetwerk om de volgende redenen:
- het centrale deel van de netwerken en het radiotoegangsnetwerk zullen ingrijpende wijzigingen ondergaan naar aanleiding van de internationale standaarden inzake mobiele netwerken;
- het transportnetwerk houdt daarentegen slechts een indirect verband met de evolutie van nieuwe internationale standaarden voor de mobiele netwerken, ook al is dat onontbeerlijk voor hun tenuitvoerbrenging.
Op het stuk van de opgelegde beperkingen werd een onderscheid gemaakt tussen de verschillende delen van een 5G-netwerk omdat een beperking van 35% zinvol is voor de sites van het aggregatienetwerk van het transportnetwerk en voor de sites van het radiotoegangsnetwerk maar niet voor de andere delen van het netwerk (het centrale deel van de netwerken of de backbone van het transportnetwerk). Die andere delen bevatten immers maar weinig elementen of sites waardoor het percentage van 35% moeilijk te hanteren zou zijn. Bovendien zijn die andere delen essentieel voor de algemene goede werking van de netwerken terwijl de delen voor toegang een meer lokale voetafdruk hebben.
De limiet werd vastgelegd op 35% opdat het marktsegment van een leverancier die wordt beschouwd een hoog risico te vormen zeker niet groter wordt dan 1/3e van deze markt. Een hoger percentage zou namelijk betekenen dat bij uitval van alle onderdelen van dat specifieke netwerkgedeelte van eenzelfde leverancier er veel te weinig van die onderdelen overblijven om op terug te vallen en zodoende de continuïteit van de dienst te garanderen.
Daar waar het kan overwogen worden, worden dus gedeeltelijke beperkingen (toepassing van de 35%) opgelegd. Wanneer dat niet het geval is, wordt een volledig verbod voor diensten of apparatuur van aanbieders met een hoog risicoprofiel opgelegd aangezien de belangen bedoeld in artikel 3, § 1, van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen zouden kunnen geschaad worden bij gebrek daaraan.
De indiening en de behandeling van het dossier
Paragraaf 3, tweede lid, van artikel 105 belast de Koning met de bepaling van de samenstelling van het dossier dat moet worden ingediend bij het Instituut. Deze delegatie wordt ten uitvoer gelegd door het onderhavige besluit.
Paragraaf 2, eerste lid, 4°, van artikel 105 van de wet van 13 juni 2005 belast de Koning met de precisering van de hypothesen waarin een machtiging zoals bedoeld in paragraaf 1 van datzelfde artikel noodzakelijk is in geval van een update van software of hardware met betrekking tot een netwerkelement. Deze delegatie wordt ook ten uitvoer gebracht in het onderhavige besluit.
ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.
-
) De wet van 13 juni 2005
Dit artikel behoeft geen commentaar.
-
) 5G-netwerk
Artikel 105, § 1, vierde lid, van de wet van 13 juni 2005 definieert het 5G-netwerk als een elektronische-communicatienetwerk waarvan het radiotoegangsnetwerk gebaseerd is op een radio-interface die gespecificeerd is in de ITU-R-aanbeveling M.2150 van de Internationale Telecommunicatie Unie.
-
) Delen van een 5G-netwerk
Elektronische-communicatienetwerken worden vaak verdeeld in delen waarin de software- of hardware-elementen vervat zitten die identieke eigenschappen hebben. Doorgaans wordt de gebruikelijke verdeling in 3 delen aangenomen: het centrale deel van het netwerk, het transportnetwerk en het toegangsnetwerk.
-
) Radiotoegangsnetwerk
Het radiotoegangsnetwerk heeft als functie de toestellen van de gebruikers zoals smartphones, tablets...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI