15 SEPTEMBER 2022. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende begrotings- en boekhoudkundig reglement van de instellingen belast met het beheer van de materiële belangen van de erkende plaatselijke levensbeschouwelijke gemeenschappen. - Addendum

In het Belgisch Staatsblad van 17 november 2022, pagina 82715 tot 82750, akte 2022/42114 dient de bijlage te worden toegevoegd.

Verslag aan de Regering

INLEIDING

De ordonnantie betreffende het beheer van de materiële belangen van de erkende plaatselijke levensbeschouwelijke gemeenschappen

http://www.ejustice.just.fgov.be/eli/ordonnantie/2021/12/10/ 2021034330/justel

wijzigt grondig de organisatie, controle en financiering van de plaatselijke levensbeschouwelijke gemeenschappen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het Parlement heeft beslist drie krachtlijnen voorop te zetten: een strikte gelijke behandeling, administratieve vereenvoudiging en een stroomlijning van de door het gewestelijke bestuur te verrichten taken. Artikel 32, § 4 van de ordonnantie belast de regering met het vaststellen van de begrotings- en boekhoudkundige regels die van toepassing zijn op de instellingen belast met het beheer van de materiële belangen van de plaatselijke levensbeschouwelijke gemeenschappen. Het ontwerpreglement dat hier voorgesteld wordt aan de regering voorziet daarin met inachtneming van dezelfde drie krachtlijnen.

Oud systeem

Historisch dienden de kerkfabrieken sinds 1870 en later de andere instellingen belast met het beheer van de erkende plaatselijke levensbeschouwelijke gemeenschappen enkel een gewone kasboekhouding bij te houden. In essentie beschikte elke eredienst over een aangepast boekhoudplan. Elk boekhoudplan omvatte een gewone en een buitengewone dienst. Een hoofdstuk van de gewone dienst toonde de uitgaven die beschouwd werden als noodzakelijk voor de uitoefening van de eredienst. Deze categorie uitgaven viel als zodanig buiten elke controle door de burgerlijke overheid. Een financiële tegemoetkoming van de burgerlijke overheid diende ervoor te zorgen dat elke instelling kon beschikken over voldoende gewone ontvangsten om te voorzien in haar gewone uitgaven. Een eventueel tekort op de gewone dienst werd met andere woorden bijgepast door de burgerlijke overheid. Geen enkele reglementering beperkte de financiële tegemoetkoming van de burgerlijke overheid. Sinds de erkenning van de islamitische eredienst en vervolgens de orthodoxe eredienst werden deze beide erediensten gefinancierd door de provincies, terwijl de voorheen erkende katholieke, protestantse, israëlitische en anglicaanse erediensten gefinancierd werden door de gemeenten, met uitzondering van de katholieke kathedralen, die reeds onder de provinciale bevoegdheden ressorteerden.

nieuw systeem

Het nieuwe systeem sluit aan bij een strikte gelijke behandeling en administratieve vereenvoudiging, gekoppeld aan een stroomlijning van de te verrichten taken, dit alles met inachtneming van het principe van scheiding van kerk en staat. Omwille van de eenvoud moet de kasboekhouding behouden blijven. De hier beoogde instellingen hebben immers als enig doel de levensbeschouwelijke gemeenschap in staat te stellen haar rituelen en gebruiken uit te oefenen in betamelijke en gunstige omstandigheden. Elke instelling moet met andere woorden een gebouw beheren dat bestemd is voor de uitoefening van de eredienst en min of meer specifieke benodigdheden aankopen.

kasboekhouding

Dit vrij eenvoudige beheer, dat bovendien verricht werd door vrijwilligers, rechtvaardigt geen dubbele boekhouding. Het voeren van een kasboekhouding bleek dan ook te volstaan.

Een kasboekhouding bestaat erin de ontvangsten en uitgaven te registreren. Het verschil tussen beide vormt het resultaat, een tekort of een overschot. In onderhavig geval is een tekort verboden in de begrotingsraming. Daarnaast en gelet op het ontbreken van een balans voor het vermogensbeheer, moet een inventaris van het roerend en onroerend vermogen bijgehouden worden in de vorm van een jaarrekening of eindebeheersrekening.

Wegvallen van het gemeentelijke niveau

Het dubbele - gemeentelijke en provinciale - financieringssysteem kon overigens leiden tot verschillen in behandeling en werkte in elk geval geen vereenvoudiging in de hand van de betrekkingen tussen de instellingen en de burgerlijke overheid. Dit was des te meer het geval wanneer de geografische indelingen tot gevolg hadden dat de financiële tegemoetkomingen verdeeld werden tussen meerdere gemeenten of meerdere provincies. Voortaan behoren alle instellingen tot...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT