15 OKTOBER 2017. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 februari 2009 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft tot doel om de herwaarderingsmaatregel die bepaalt dat het bedrag van de invaliditeitsuitkering van de gerechtigde wiens arbeidsongeschiktheid de duur van vijftien jaar bereikt uiterlijk op 31 augustus van het betrokken jaar, op 1 september met 2 % wordt verhoogd, in 2018 verder op te schorten.

In het licht van het advies nr. 62.029/2/V van 21 augustus 2017 van de Raad van State en gelet op de gemaakte opmerkingen, wordt hierna enige toelichting gegeven.

De Raad van State vraagt in dit advies meer concreet naar een rechtvaardiging van dit (nieuwe) uitstel (voor het jaar 2018) van de uitvoering van artikel 98 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in het licht van artikel 108 van de Grondwet.

Op grond van artikel 108 van de Grondwet maakt de Koning de verordeningen en neemt hij de besluiten die voor de uitvoering van de wetten nodig zijn, zonder ooit de wetten zelf te mogen schorsen of vrijstelling van hun uitvoering te mogen verlenen. Er moet worden opgemerkt dat deze grondwettelijk verankerde uitvoeringsbevoegdheid ruim dient te worden geïnterpreteerd (cfr. ook het arrest Mertz van het Hof van Cassatie van 18 november 1924).

Artikel 98, eerste lid, van de voormelde gecoördineerde wet van 14 juli 1994, bepaalt dat op de invaliditeitsuitkeringen, vanaf het jaar 2005, een herwaarderingscoëfficiënt wordt toegepast. De Koning bepaalt de herwaarderingscoëfficiënt, evenals de categorieën van invaliden die er aanspraak op kunnen maken in functie van de aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid. Op grond van deze uitdrukkelijke delegatie beschikt Uwe Majesteit dus over een zeer ruime bevoegdheid om vast te stellen op welke invaliditeitsuitkeringen eventueel een herwaarderingscoëfficiënt wordt toegepast en wat in voorkomend geval de precieze herwaarderingscoëfficiënt is. Er zijn geen nadere specificaties in de wet zelf opgenomen.

Uit deze ruime delegatie vloeit bovendien voort dat Uwe Majesteit ook de mogelijkheid heeft om een herwaarderingsmaatregel waarvan U zelf integraal de nadere voorwaarden heeft bepaald, indien nodig wegens welbepaalde redenen, op te schorten, zonder dat dit kan worden gekwalificeerd als een schorsing van de wet zelf of het verlenen van een vrijstelling van uitvoering ervan.

In uitvoering van de artikelen 72 en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT