15 MEI 2014. - Wet houdende instemming met de Kaderovereenkomst inzake een partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds, gedaan te Ulaanbaatar op 30 april 2013 (1) (2)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2. De Kaderovereenkomst inzake een partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds, gedaan te Ulaanbaatar op 30 april 2013, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 15 mei 2014.

FILIP

Van Koningswege :

De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken,

Buitenlandse Handel en Europese Zaken

D. REYNDERS

Met 's Lands zegel gezegeld :

De Minister van Justitie,

Mevr. A. TURTELBOOM

_______

Nota's

(1) Parlementaire referenties.

Senaat (www.senate.be) :

Stukken : 5-2496

Handelingen van de Senaat : 27/03/2014

Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) :

Stukken : 53-3504

Integraal verslag : 23/04/2014.

(2) Zie het Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/het Vlaamse Gewest van 4 april 2014 (Belgisch Staatsblad van 8 augustus 2014), het Decreet van de Franse Gemeenschap van 11 april 2014 (Belgisch Staatsblad van 26 mei 2014), het Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 6 mei 2014 (Belgisch Staatsblad van 11 juni 2014), het Decreet van het Waalse Gewest van 28 april 2014 (Belgisch Staatsblad van 27 mei 2014), de Ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 3 april 2014 (Belgisch Staatsblad van 13 mei 2014) en de Ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 16 mei 2014 (Belgisch Staatsblad van 16 juni 2014).

Kaderovereenkomst inzake een partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds

DE EUROPESE UNIE, hierna "de Unie" genoemd,

en

HET KONINKRIJK BELGI",

DE REPUBLIEK BULGARIJE,

DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

DE REPUBLIEK ESTLAND,

IERLAND,

DE HELLEENSE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK SPANJE,

DE FRANSE REPUBLIEK,

DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK CYPRUS,

DE REPUBLIEK LETLAND,

DE REPUBLIEK LITOUWEN,

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,

DE REPUBLIEK HONGARIJE,

MALTA,

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,

DE REPUBLIEK POLEN,

DE PORTUGESE REPUBLIEK,

ROEMENI",

DE REPUBLIEK SLOVENI",

DE SLOWAAKSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK FINLAND,

HET KONINKRIJK ZWEDEN,

HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNI" EN NOORD-IERLAND,

verdragsluitende partijen bij het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, hierna "de lidstaten" genoemd,

enerzijds, alsmede

DE REGERING VAN MONGOLI", hierna "Mongolië" genoemd,

anderzijds,

hierna gezamenlijk "de partijen" genoemd,

GEZIEN de traditionele vriendschapsbanden tussen de partijen en de nauwe historische, politieke en economische banden die hen verenigen,

GEZIEN het bijzondere belang dat de partijen hechten aan het alomvattende karakter van hun wederzijdse betrekkingen,

OVERWEGENDE dat de partijen van mening zijn dat deze overeenkomst deel uitmaakt van bredere en samenhangende betrekkingen tussen hen, die tot stand zijn gekomen door overeenkomsten waarbij beide zijden partij zijn,

OPNIEUW BEVESTIGENDE de verbintenis van de partijen tot eerbiediging en hun wil tot bevordering van de democratische beginselen, de rechtsstaat, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, met inbegrip van de rechten van minderheden, zoals onder meer neergelegd in het Handvest van de Verenigde Naties en de Universele Verklaring van de rechten van de mens van de Verenigde Naties en in andere relevante internationale mensenrechteninstrumenten,

OPNIEUW BEVESTIGENDE dat de partijen gehecht zijn aan de beginselen van de rechtsstaat, het respect van het internationale recht, behoorlijk bestuur en de bestrijding van corruptie, en dat zij streven naar economische en sociale vooruitgang ten bate van hun bevolking, rekening houdende met het beginsel van duurzame ontwikkeling en milieubescherming,

OPNIEUW BEVESTIGENDE de wens van de partijen om hun onderlinge samenwerking te verbeteren, gebaseerd op deze gedeelde waarden,

OPNIEUW BEVESTIGENDE dat de partijen streven naar economische en sociale vooruitgang ten bate van hun bevolking, rekening houdende met het beginsel van duurzame ontwikkeling in al haar dimensies,

OPNIEUW BEVESTIGENDE de verbintenis van de partijen om de internationale vrede en veiligheid te bevorderen en te streven naar effectief multilateralisme en de vreedzame beslechting van geschillen, met name door samenwerking tot dit doel binnen het kader van de Verenigde Naties,

OPNIEUW BEVESTIGENDE dat zij streven naar betere samenwerking op het gebied van politieke en economische kwesties, alsook internationale stabiliteit, justitie en veiligheid als een fundamentele voorwaarde om duurzame sociale en economische ontwikkeling te bevorderen, armoede uit te roeien en de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te verwezenlijken,

OVERWEGENDE dat de partijen terrorisme beschouwen als een bedreiging voor de mondiale veiligheid en dat zij hun dialoog en samenwerking in het kader van de strijd tegen het terrorisme willen intensiveren, rekening houdend met de relevante instrumenten van de VN-Veiligheidsraad, met name Resolutie 1373. De Europese veiligheidsstrategie, die in december 2003 door de Europese Raad werd goedgekeurd, beschouwt terrorisme als een belangrijke bedreiging voor de veiligheid. In dit verband heeft de Europese Unie belangrijke maatregelen getroffen, met inbegrip van een antiterrorisme-actieplan dat in 2001 werd goedgekeurd en in 2004 herzien, en een belangrijke Verklaring betreffende de bestrijding van terrorisme van 25 maart 2004, na de aanslagen in Madrid. De Europese Unie heeft tevens in december 2005 haar goedkeuring gehecht aan de EU-strategie inzake terrorismebestrijding,

VERKLARENDE dat de partijen zich er volledig toe verbinden alle vormen van terrorisme te voorkomen en te bestrijden en de samenwerking voor terrorismebestrijding te verbeteren, alsook te strijden tegen de georganiseerde misdaad,

OVERWEGENDE dat volgens de partijen doeltreffende maatregelen voor terrorismebestrijding en de bescherming van de mensenrechten elkaar aanvullen en versterken,

OPNIEUW BEVESTIGENDE dat de ernstigste misdrijven die de internationale gemeenschap aangaan, niet ongestraft mogen blijven en dat de effectieve vervolging ervan moet worden gewaarborgd door maatregelen op nationaal niveau te nemen en de wereldwijde samenwerking te intensiveren,

OVERWEGENDE dat de oprichting van het Internationaal Strafhof een belangrijke ontwikkeling voor vrede en internationale gerechtigheid is en dat de Raad van de Unie op 16 juni 2003 zijn goedkeuring heeft gehecht aan een gemeenschappelijk standpunt inzake het Internationaal Strafhof, gevolgd door een actieplan dat op 4 februari 2004 werd goedgekeurd,

OVERWEGENDE dat de partijen de mening delen dat de proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor een ernstige bedreiging voor de internationale veiligheid vormt, en dat zij hun dialoog en samenwerking op dit gebied wensen te versterken. De door de gehele internationale gemeenschap aangegane verbintenis om de proliferatie van massavernietigingswapens te bestrijden ligt ten grondslag aan de aanneming, bij consensus, van Resolutie 1540 van de VN-Veiligheidsraad. De Raad van de Europese Unie keurde op 17 november 2003 EU-beleidsmaatregelen goed om non-proliferatiebeleid te integreren in de EU-betrekkingen met derde landen. De Europese Raad keurde op 12 december 2003 tevens een strategie goed voor de bestrijding van proliferatie,

OVERWEGENDE dat de Europese Raad van oordeel is dat handvuurwapens en lichte wapens een groeiende bedreiging voor de vrede, de veiligheid en de ontwikkeling vormen en op 13 januari 2006 zijn goedkeuring hechtte aan een strategie tot bestrijding van de illegale accumulatie van in handvuurwapens en lichte wapens en van munitie daarvoor. In deze strategie benadrukte de Europese Raad de noodzaak om een alomvattende en consistente aanpak van het veiligheids- en ontwikkelingsbeleid te verzekeren,

UITDRUKKING GEVENDE aan hun integrale engagement om duurzame ontwikkeling over de hele lijn te bevorderen, met inbegrip van milieubescherming en doeltreffende samenwerking voor de aanpak van de klimaatverandering en voedselzekerheid, alsook de doeltreffende bevordering en tenuitvoerlegging van internationaal erkende arbeids- en sociale normen,

ONDERSTREPENDE het belang van een verdieping van de betrekkingen en de samenwerking op gebieden als overname, asiel en visumbeleid, en van een gezamenlijke aanpak van migratie en mensenhandel,

HERHALENDE het belang van de handel voor de bilaterale betrekkingen en meer bepaald van de handel in grondstoffen en onderstrepende de verbintenis van de partijen om specifieke regelgeving inzake grondstoffen overeen te komen in het Subcomité voor handel en investeringen,

OPMERKENDE dat de bepalingen van deze overeenkomst die binnen het toepassingsgebied van het derde deel, titel V, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vallen, het Verenigd Koninkrijk en Ierland als afzonderlijke overeenkomstsluitende partijen binden, en niet als deel van de Europese Unie, totdat de Europese Unie tezamen met het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland Mongolië ervan in kennis heeft gesteld dat het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland gebonden zijn als deel van de Europese Unie, overeenkomstig Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht. Indien het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland niet langer gebonden zijn als deel van de Europese Unie overeenkomstig artikel 4bis van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT