15 JUNI 2021. - Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de pensioenregelingen voor werknemers en zelfstandigen, wat betreft de berekening van het proportioneel pensioen (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

HOOFDSTUK 1. - Voorafgaande bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers

Art. 2. In artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in het elfde lid, worden de woorden "werkloosheid met bedrijfstoeslag," ingevoegd tussen de woorden "voltijds brugpensioen," en de woorden "volledige beroepsloopbaanonderbreking";

  2. het artikel wordt aangevuld met vier leden, luidende:

    "In afwijking van het tiende lid, wordt het jaarbedrag bedoeld in het derde lid:

  3. voor het jaar 2021 vermenigvuldigd met 1,0238;

  4. voor het jaar 2022 vermenigvuldigd met 1,0482;

  5. voor het jaar 2023 vermenigvuldigd met 1,0731;

  6. voor de jaren na 2023 vermenigvuldigd met 1,0986.

    In afwijking van het elfde lid, zijn de in het vijftiende lid bedoelde verhogingen van toepassing op het fictief loon dat voortvloeit uit tijdvakken van volledige werkloosheid, voltijds brugpensioen, werkloosheid met bedrijfstoeslag, volledige beroepsloopbaanonderbreking en volledig tijdskrediet.

    Tot 31 december 2023 kan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de in het vijftiende lid bedoelde verhogingscoëfficiënten verhogen op basis van de beslissing die inzake de maximale marge voor de loonkostenontwikkeling wordt genomen in uitvoering van hetzij artikel 6, hetzij artikel 7 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.

    Tot 31 december 2023 kan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, bepalen vanaf welk tijdstip en in welke mate de in het zeventiende lid bedoelde verhogingen van toepassing zijn op het fictief loon dat voortvloeit uit tijdvakken van volledige werkloosheid, voltijds brugpensioen, werkloosheid met bedrijfstoeslag, volledige beroepsloopbaanonderbreking en volledig tijdskrediet.".

    Art. 3. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 januari 2022 ingaan, met uitzondering van de overlevingspensioenen berekend op basis van een rustpensioen dat daadwerkelijk en voor de eerste maal ten laatste op 1 december 2021 ingegaan is.

    Art. 4. Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021.

    HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie

    Art. 5. In artikel 5, § 2, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  7. het tweede lid wordt vervangen als volgt:

    "Deze inkomsten worden niet in aanmerking genomen voor het gedeelte dat het bedrag van 42 310,43 EUR overschrijdt. Dit bedrag is gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100) en wordt, in voorkomend geval, verhoogd op 1 januari van het jaar dat volgt op dat tijdens welk de overschrijding van het op die datum van kracht zijnde spilindexcijfer zich heeft voorgedaan.".

  8. paragraaf 2 wordt aangevuld met twee leden, luidende:

    "Het bedrag bedoeld in het vorige lid wordt:

  9. voor het jaar 2021 vermenigvuldigd met 1,0238;

  10. voor het jaar 2022 vermenigvuldigd met 1,0482;

  11. voor het jaar 2023 vermenigvuldigd met 1,0731;

  12. voor de jaren na 2023 vermenigvuldigd met 1,0986.

    Tot 31 december 2023 kan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de in het vorige lid bedoelde herwaarderingscoëfficiënten verhogen overeenkomstig de voorziene verhogingen van de herwaarderingscoëfficiënten in uitvoering van artikel 7, zeventiende lid, van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers.".

    Art. 6. Artikel 6 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 mei 2019, wordt vervangen als volgt:

    "Art. 6, § 1. Met het oog op de berekening van het rustpensioen wordt de teller van de breuk die de loopbaan uitdrukt, bedoeld in artikel 4, § 1, in zeven delen opgesplitst:

  13. een eerste deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen vóór 1 januari 1984 uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25;

  14. een tweede deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31 december 1983 en vóór 1 januari 1997 uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25;

  15. een derde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31 december 1996 en vóór 1 januari 2003 uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25;

  16. een vierde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31 december 2002 en vóór 1 januari 2019 uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25;

  17. een vijfde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31 december 2018 en vóór 1 januari 2021 uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25;

  18. een zesde deel dat het aantal jaren en kwartalen gelegen na 31 december 2020 uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25;

  19. een zevende deel dat de in toepassing van artikel 33 van het bovenvermelde koninklijk besluit van 22 december 1967 gelijkgestelde periodes uitdrukt, waarbij elk kwartaal geldt voor 0,25.

    § 2. Per kalenderjaar wordt het pensioen dat overeenstemt met de loopbaan bedoeld in § 1, 1° en 7°, verkregen door de bedrijfsinkomsten achtereenvolgens te vermenigvuldigen met:

  20. een breuk waarvan de teller 1 is en de noemer deze is bedoeld in artikel 4, § 2, of in artikel 18. Wanneer het betrokken jaar niet volledig in aanmerking komt, wordt de teller van deze breuk teruggebracht tot 0,25, 0,50 of 0,75 naargelang 1, 2 of 3 kwartalen konden in aanmerking genomen worden;

  21. 75 pct. of 60 pct., naargelang de betrokkene al dan niet beantwoordt aan de voorwaarden gesteld in artikel 9, § 1, 1°, of § 2, van het koninklijk besluit nr. 72;

    § 3. Per kalenderjaar wordt het pensioen dat overeenstemt met de loopbaan bedoeld in § 1, 2°, verkregen door de bedrijfsinkomsten achtereenvolgens te vermenigvuldigen met:

  22. een breuk waarvan de teller 1 is en de noemer deze is bedoeld in artikel 4, § 2, of in artikel 18. Wanneer het betrokken jaar niet volledig in aanmerking komt, wordt de teller van deze breuk teruggebracht tot 0,25, 0,50 of 0,75 naargelang 1, 2 of 3 kwartalen konden in aanmerking genomen worden;

  23. 75 pct. of 60 pct., naargelang de betrokkene al dan niet beantwoordt aan de voorwaarden gesteld in artikel 9, § 1, 1°, of § 2, van het koninklijk besluit nr. 72;

  24. een breuk die elk jaar door de Koning bepaald werd en die, per 1 januari van het betrokken jaar, de verhouding weergaf tussen het percentage van de bijdrage bestemd voor het pensioenstelsel der zelfstandigen en het totaal van de percentages van de persoonlijke bijdrage en van de patronale bijdrage verschuldigd op de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT