15 JANUARI 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van de regels voor het verlenen van de voorafgaande vergunning voor sommige woonzorgvoorzieningen, wat betreft de lokale en regionale dienstencentra

De Vlaamse Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, artikel 6, § 1, artikel 6, § 2, gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2015, artikel 7bis, § 1, eerste lid, ingevoegd bij het decreet van 17 maart 2006 en gewijzigd bij het decreet van 12 februari 2010, artikel 7bis, § 1, tweede lid, ingevoegd bij het decreet van 17 maart 2006, artikel 7bis, § 2, ingevoegd bij het decreet van 17 maart 2006 en gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2015, artikel 8, hersteld bij het decreet van 12 februari 2010 en gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2015, artikel 10, tweede lid, toegevoegd bij het decreet van 16 maart 1999 en gewijzigd bij het decreet van 12 februari 2010, artikel 11, gewijzigd bij de decreten van 20 december 1996 en 2 juni 2006, artikel 12, vervangen bij het decreet van 3 juli 2015, en artikel 13, gewijzigd bij het decreet van 16 maart 1999;

Gelet op het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, artikel 59, gewijzigd bij het decreet van 21 juni 2013;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 tot regeling van de algemene leiding, de werking, het beheer en de vertegenwoordiging van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van de regels voor het verlenen van de voorafgaande vergunning voor sommige woonzorgvoorzieningen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de voorzieningen voor personen met een handicap;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juni 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de door het agentschap Jongerenwelzijn erkende voorzieningen en vergunde diensten;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de verzorgingsvoorzieningen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor het algemeen welzijnswerk;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de preventieve en de ambulante gezondheidszorg;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 maart 2011 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de sector van de voorzieningen voor gezinnen met kinderen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2011 tot regeling van de alternatieve investeringssubsidies, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 23 oktober 2015;

Gelet op advies 58.533/3 van de Raad van State, gegeven op 22 december 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden

Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, 24 juli 2009, 4 juni 2010, 10 november 2011, 14 februari 2014 en 5 september 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. punt 9°, punt 15°, punt 25° tot en met 28°, en punt 29° worden opgeheven;

  2. er wordt een punt 32° toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "32° berekend bouwplafond: tien zesde van de in de subsidiebelofte vastgelegde investeringssubsidie, berekend conform de basisbedragen, vermeld in de sectorbesluiten.".

    Art. 2. In artikel 2bis, 2°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2011, wordt de zinsnede "artikel 12, § 1, derde lid," vervangen door de zinsnede "artikel 12".

    Art. 3. In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 april 2002, 30 mei 2008, 10 november 2011, 14 februari 2014 en 5 september 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. in paragraaf 1, 2°, wordt punt c) opgeheven;

  4. in paragraaf 1, 3°, wordt de zinsnede "de woonzorgcentra, de dagverzorgingscentra en de centra voor kortverblijf" vervangen door de woorden "de dagverzorgingscentra";

  5. in paragraaf 1, 3°, wordt punt c) opgeheven;

  6. in paragraaf 1, 4°, wordt punt c) opgeheven;

  7. paragraaf 2 wordt opgeheven.

    Art. 4. In het opschrift van onderafdeling A van hoofdstuk II, afdeling 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 april 2002 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 en 5 september 2014, wordt de zinsnede "de algemene ziekenhuizen, de voorzieningen voor ouderen, de voorzieningen in de thuiszorg," opgeheven.

    Art. 5. In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 april 2002, 30 mei 2008, 24 juli 2009, 10 november 2011 en 5 september 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  8. in het eerste lid wordt de zinsnede "de algemene ziekenhuizen, de voorzieningen voor ouderen, de voorzieningen in de thuiszorg," opgeheven;

  9. in het eerste lid wordt de zin "De algemene ziekenhuizen, de voorzieningen voor ouderen en de voorzieningen in de thuiszorg dienen dit plan in bij het intern verzelfstandigd agentschap Zorg en Gezondheid." opgeheven;

  10. in het tweede lid, 1°, wordt de zinsnede ", vergezeld van, voor de algemene ziekenhuizen, het advies van de medische raad, bedoeld in artikel 120 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, en eventueel van het advies van het coördinatiecomité, bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 30 januari 1989 houdende vaststelling van aanvullende normen voor de erkenning van ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten alsmede tot nadere omschrijving van de ziekenhuisgroeperingen en van de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen" opgeheven.

    Art. 6. In artikel 6, derde lid, 2°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, wordt de zinsnede "2° tot en met 5° " vervangen door de zinsnede "5° ".

    Art. 7. In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 april 2002, 30 mei 2008, 24 juli 2009, 10 november 2011 en 5 september 2014, wordt de zinsnede "hetzij aan de Commissie Zorgstrategie voor de algemene ziekenhuizen, hetzij aan de Commissie Zorgstrategie voor de voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg hetzij" opgeheven.

    Art. 8. In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 april 2002, 30 mei 2008, 24 juli 2009, 10 november 2011 en 5 september 2014, worden het derde en het vierde lid opgeheven.

    Art. 9. In artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  11. het woord "Commissies" wordt vervangen door het woord "Commissie";

  12. het woord "hebben" wordt vervangen door het woord "heeft".

    Art. 10. In artikel 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, 10 november 2011 en 14 februari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  13. het getal "18" wordt vervangen door het getal "16";

  14. de zin "De aanvraag moet ingediend worden in twee exemplaren." wordt opgeheven.

    Art. 11. Artikel 15 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 september 2014, wordt vervangen door wat volgt:

    "Art. 15. De aanvraag van de goedkeuring van het masterplan en van de subsidiebelofte voor werkzaamheden bevat de volgende stukken en gegevens:

  15. een ingevuld identificatieformulier op basis van een model dat ter beschikking wordt gesteld door het Fonds. Dat identificatieformulier bevat de volgende rubrieken:

    1. de identificatiegegevens van de aanvrager;

    2. de identificatiegegevens van de voorziening;

    3. de identificatiegegevens van de contactpersoon voor het dossier;

    4. een korte beschrijving van het project;

    5. de locatie van het project: adres en kadastergegevens;

    6. het juridische statuut van de gebouwen of de grond waarop het project gerealiseerd zal worden;

    7. de aard van de werkzaamheden;

    8. de capaciteiten van het project;

    9. als dat van toepassing is, de bevestiging van het engagement tot integratie van kunst, vermeld in de regelgeving houdende integratie van kunstwerken in gebouwen van openbare diensten en daarmee gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse Gemeenschap behoren;

    10. een akkoord met het initiële programma van eisen en het engagement ten aanzien van duurzaam bouwen;

    11. de identificatiegegevens van de coördinator die verantwoordelijk is voor het behalen van de objectief evalueerbare prestatie-eisen op het vlak van comfort en het gebruik van energie, water en materialen;

    12. de verwijzing naar een document waaruit blijkt dat het masterplan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT