15 DECEMBER 2021. - Programmadecreet 2021
Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:
Hoofdstuk 1. - Persoonsgebonden aangelegenheden
Afdeling 1. - Ouderen
Artikel 1. In hoofdstuk 2, afdeling 2, onderafdeling 2, van het decreet van 13 december 2018 betreffende het aanbod aan diensten voor ouderen en personen met ondersteuningsbehoefte, alsook betreffende palliatieve zorg wordt een artikel 26.1 ingevoegd, luidende:
"Art. 26.1 - Inspraakrecht in woonstructuren
Dienstverrichters van woonzorgcentra voor ouderen en dienstverrichters van woonzorgcentra voor personen met ondersteuningsbehoefte richten de volgende organen op:
-
een bewonersraad die bestaat uit bewoners van het woonzorgcentrum;
-
een familieraad die bestaat uit referentiepersonen van bewoners van het woonzorgcentrum.
De organen vermeld in het eerste lid worden ofwel per wooneenheid of deelgebied, ofwel per woonzorgcentrum opgericht.
De dienstverrichter is ertoe verplicht beide organen in te lichten en te horen wanneer hij van plan is op de volgende punten iets te wijzigen of te beslissen:
-
het samenleven en het wonen;
-
de verzorging, begeleiding en maaltijden;
-
bij wijziging van het huishoudelijk reglement en van overeenkomsten;
-
bij het vormgeven van de verblijfsvoorwaarden, het dagelijkse leven en de vrijetijdsbesteding.
Bovendien is de dienstverrichter ertoe verplicht beide organen in te lichten over toekomstige bouwmaatregelen of een uitbreiding, beperking of stopzetting van het aanbod.
De organen hebben het recht om minstens mee te werken aan de themavelden vermeld in het derde en het vierde lid en kunnen de dienstverrichter hierover suggesties geven of voorstellen doen.
Beide organen kunnen klachten van bewoners en referentiepersonen doorgeven en meehelpen om een oplossing te vinden. Ze moedigen de bewoners en de referentiepersonen aan om grieven en verbeteringsmogelijkheden aan te kaarten en ondersteunen hen actief daarbij.
Ze helpen nieuwe bewoners en hun referentiepersonen om hun weg te vinden in de woonstructuur."
Afdeling 2. - Gezondheid
Art. 2. In artikel 10.1.10, § 2, eerste lid, van het decreet van 1 juni 2004 betreffende de gezondheidspromotie en inzake medische preventie, ingevoegd bij het decreet van 26 april 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
in de bepaling onder 5° wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een puntkomma;
-
er wordt een bepaling onder 6° ingevoegd, luidende:
6° vaccinatiecentra oprichten en hun werking bepalen.
Art. 3. In artikel 10.6.1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 26 april 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
in § 4, eerste lid, 2°, wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
-
§ 4, eerste lid, wordt aangevuld met een bepaling onder 3°, luidende:
3° kunnen personen die geen gevaar voor de volksgezondheid inhouden, geheel of gedeeltelijk vrijgesteld worden van de tijdelijke afzondering of quarantaine en van de testing.
-
er wordt een § 4.1 ingevoegd, luidende:
" § 4.1 - Voor de toepassing van dit artikel en om de burger in staat te stellen te bewijzen dat hij besmet is met het coronavirus (COVID-19) kan de Regering:
-
het testen op besmetting met het coronavirus (COVID-19) organiseren en de nadere regels daarvoor bepalen;
-
testcentra oprichten en hun werking bepalen."
Art. 4. In artikel 10.6.4, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 29 oktober 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
in de bepaling onder 2° worden de woorden "200 personen" vervangen door de woorden "100 personen";
-
in de bepaling onder 3° worden de woorden "200 personen" vervangen door de woorden "100 personen".
Art. 5. Artikel 10.6.11, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 29 oktober 2021, wordt opgeheven.
Afdeling 3. - Gezin
Art. 6. In artikel 7, tweede lid, van het decreet van 31 maart 2014 betreffende de kinderopvang, gewijzigd bij de decreten van 2 maart 2015 en 10 december 2020, worden de woorden "in de ruimten van een onderwijsinstelling of in ruimten die aan die onderwijsinstelling verbonden zijn" vervangen door de woorden "in een vestiging van een door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basisschool voor gewoon of gespecialiseerd onderwijs".
Art. 7. Artikel 15, § 3, eerste lid, 1°, van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een bepaling onder j), luidende:
"j) het rijksregisternummer."
Art. 8. In artikel 42, tweede lid, van het decreet van 23 april 2018 betreffende de gezinsbijslagen worden de woorden "kan de Regering, na alle voor het inwinnen van die inlichtingen dienstige stappen te hebben ondernomen, beslissen op grond van de inlichtingen waarover ze beschikt," vervangen door de woorden "weigert de Regering de aanvraag".
Art. 9. In artikel 50 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
in paragraaf 1 wordt tussen het tweede lid en het derde lid, dat het vierde lid wordt, een lid ingevoegd, luidende:
"In afwijking van het eerste lid geschiedt de uitbetaling op een rekening waarvan het rekeningnummer niet in SEPA-formaat is, in de loop van de maand na het halfjaar waarop de uitbetaling betrekking heeft."
-
In § 2, eerste lid, worden de woorden "bij een kredietinstelling zoals gedefinieerd in artikel 1, § 3, van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen" opgeheven.
Art. 10. In artikel 57, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
in de bepaling onder 2° wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
-
er wordt een bepaling onder 3° ingevoegd, luidende:
"3° ze uitbetaald werden voor een periode waarvoor de ontvanger, met toepassing van artikel 42, de aangevraagde aanvullende inlichtingen ondanks een aanmaning, na meer dan één maand te rekenen vanaf toezending van die aanmaning, nog altijd niet verstrekt heeft."
Art. 11. In artikel 75 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
in paragraaf 1 worden de woorden "vijf jaar" vervangen door de woorden "drie jaar";
-
In § 2, tweede lid, worden de woorden "vijf jaar" vervangen door de woorden "drie jaar".
Art. 12. In hoofdstuk 9, afdeling 2, van hetzelfde decreet, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 11 december 2018, wordt een artikel 117.2 ingevoegd, luidende:
Art. 117.2 - Overgangsbepaling
Artikel 75, zoals van kracht op 1 april 2022, is van toepassing op alle aanvragen en rechtsvorderingen tot invordering van gezinsbijslagen die vanaf 1 april 2022 worden ingediend. Op aanvragen en rechtsvorderingen die vóór die datum zijn ingediend, is artikel 75, zoals van kracht op 31 maart 2022, van toepassing.
Afdeling 4. - Sociale aangelegenheden
Art. 13. In hoofdstuk III van het decreet van 29 april 1996 betreffende de schuldbemiddeling en de afbetaling van schulden, gewijzigd bij het decreet van 25 februari 2013, wordt een artikel 14ter ingevoegd, luidende:
Art. 14ter - In afwijking van artikel 3, § 2, tweede lid, tweede streepje, hoeven de instellingen voor schuldbemiddeling voor de jaren 2020 en 2021 niet te voldoen aan de verplichting om de persoon belast met de schuldbemiddeling een door de Regering erkende voortgezette opleiding van ten minste zes uur te laten volgen.
Afdeling 5. - Jeugdbijstand en adoptie
Art. 14. Artikel 6bis, § 2, 2°, van het decreet van 9 mei 1988 betreffende het Fonds voor bijzondere hulp aan kinderen en jongeren, vervangen bij het decreet van 27 april 2020, wordt vervangen als volgt:
"2° de overname van kosten en financiële tegemoetkomingen die ontstaan in het kader van artikel 5, tweede lid, artikel 33, § 1, artikel 35, vierde lid, artikel 55, vierde lid, en artikel 56, vierde lid, van het decreet van 27 april 2020 betreffende de adoptie van kinderen;"
Art. 15. In artikel 33.1 van het decreet van 19 mei 2008 over de jeugdbijstand en houdende omzetting van maatregelen inzake jeugdbescherming, ingevoegd bij het decreet van 23 april 2018, worden de woorden "van dit decreet" vervangen door de woorden "van een maatregel inzake jeugdbijstand".
Art. 16. In artikel 33.2 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 23 april 2018, worden de woorden "van dit decreet" vervangen door de woorden "van een maatregel inzake jeugdbijstand of jeugdbescherming".
Art. 17. In artikel 3, 3°, van het decreet van 27 april 2020 betreffende de adoptie van kinderen worden de woorden "erkende, privaatrechtelijke of publiekrechtelijke rechtspersoon" vervangen door de woorden "erkende vereniging zonder winstoogmerk of publiekrechtelijke rechtspersoon".
Art. 18. In artikel 12, § 3, van hetzelfde decreet worden de woorden "of, naargelang van het geval, gedeeltelijke aanvraag" opgeheven.
Art. 19. Artikel 24, § 4, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt:
§ 4 - De ZBGA kan een erkende adoptiedienst belasten met de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de taken vermeld in de § § 2 en 3.
Art. 20. Artikel 25, § 2, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt:
§ 2 - De ZBGA kan een erkende adoptiedienst belasten met de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de taken vermeld in paragraaf 1.
Art. 21. Artikel 26, derde lid, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt:
De ZBGA kan een erkende adoptiedienst belasten met de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de taken vermeld in het eerste en het tweede lid.
Art. 22. In artikel 31 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
het tweede lid wordt vervangen als volgt:
"Onder de door de Regering vastgestelde voorwaarden kan de ZBGA de uitvoering van de voorbereiding op de adoptie geheel of gedeeltelijk aan derden overdragen."
-
in het derde lid wordt het woord "gelijkgesteld" vervangen door de woorden "geheel of gedeeltelijk gelijkgesteld".
Art. 23. In artikel 33, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden ", het bedrag dat de kandidaat-adoptanten als bijdrage in de...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI