15 DECEMBER 2019. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze en de voorwaarden voor de organisatie van het examen dat toegang verleent tot het ambt van plaatsvervangend rechter en van plaatsvervangend raadsheer

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 259bis-10, § 1, 4°, ingevoegd bij de wet van 23 maart 2019;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 24 oktober 2019;

Gelet op advies 66.721/1 van de Raad van State, gegeven op 5 december 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Justitie,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder "benoemingscommissie" de benoemings- en aanwijzingscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie of de subcommissie ingesteld overeenkomstig artikel 259bis-10, § 2, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek.

Art. 2. Het examen dat toegang verleent tot het ambt van plaatsvervangend rechter en plaatsvervangend raadsheer wordt minstens één maal per semester georganiseerd.

Het examen bestaat uit een mondelinge proef.

Elke benoemingscommissie kan desalniettemin beslissen de mondelinge proef te laten voorafgaan door een schriftelijke proef. Enkel de kandidaten die geslaagd zijn in de schriftelijke proef worden toegelaten tot de mondelinge proef.

Art. 3. Het examen wordt aangekondigd met een officieel bericht dat gepubliceerd wordt in het Belgisch Staatsblad.

Het bericht bevat de nadere regels evenals de vormvereisten en de termijn voor de indiening van de verzoeken tot deelname aan het examen.

Art. 4. Elke benoemingscommissie wordt met het oog op de organisatie van het examen bijgestaan door een secretaris.

Art. 5. De kandidaten richten hun verzoek tot deelname aan het examen aan de bevoegde benoemingscommissie binnen een termijn van 30 dagen na de in artikel 3 bedoelde bekendmaking. Zij voegen bij hun verzoek een afschrift van hun diploma van licentiaat of master in de rechten, evenals de andere stukken en gegevens bepaald in het officieel bericht.

Art. 6. Indien een schriftelijke proef georganiseerd wordt, komen de leden van elke benoemingscommissie na afloop van de individuele verbetering van de examenkopijen door elk van de examinatoren, samen om te beraadslagen.

De leden van de benoemingscommissies kunnen de auteurs van de examenkopijen slechts identificeren na de beraadslaging. De secretarissen van de benoemingscommissies zien erop toe dat de anonimiteit van de examenkopijen gewaarborgd blijft tot na de beraadslaging.

Elke...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT