15 APRIL 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 april 2018.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

K. PEETERS

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor het garagebedrijf

Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2017

Wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds

(Overeenkomst geregistreerd op 13 oktober 2017 onder het nummer 141999/CO/112)

In uitvoering van de artikelen 6 en 19 van het nationaal akkoord 2017-2018 van 27 juni 2017.

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.

Art. 2. De statuten van het "Sociaal Fonds voor het garagebedrijf" zijn bijgevoegd in bijlage.

Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2017 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd.

De collectieve arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd door één van de ondertekenende partijen mits een opzegging van 6 maanden, betekend bij een ter post aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 juli 2019.

Art. 4. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2015 betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds, geregistreerd op 15 december 2015 onder het nummer 130667/CO/112 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 28 september 2016 (Belgisch Staatsblad van 17 oktober 2016).

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 april 2018.

De Minister van Werk,

K. PEETERS

_______

Nota

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds

STATUTEN VAN HET FONDS

HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, opdrachten en duur

  1. Benaming

    Artikel 1. Er wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht bij collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1967, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 augustus 1967 (Belgisch Staatsblad van 12 augustus 1967), genaamd "Sociaal Fonds voor het garagebedrijf".

    Met "fonds" wordt verder in deze statuten "Sociaal Fonds voor het garagebedrijf" bedoeld.

  2. Zetel

    Art. 2. De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te 1140 Brussel, Jules Bordetlaan 164. Hij kan, bij beslissing van het Paritair Comité voor het garagebedrijf, naar elke andere plaats in België worden overgebracht.

  3. Opdrachten

    Art. 3. Het fonds heeft als opdracht :

    3.1. de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de in artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen en te verzekeren;

    3.2. de toekenning en de uitkering van de aanvullende vergoedingen te regelen en te verzekeren;

    3.3. de vakbondsvorming van de arbeiders te bevorderen;

    3.4. de vorming en informatie van de werkgevers te stimuleren;

    3.5. een deel van de werking en sommige initiatieven van de vzw "Educam" te financieren;

    3.6. ten laste nemen van bijzondere bijdragen;

    3.7. de inning van de bijdrage voorzien voor de financiering en inrichting van een sectoraal pensioenstelsel.

  4. Duur

    Art. 4. Het fonds wordt voor onbepaalde tijd opgericht.

    HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

    Art. 5. Deze statuten zijn van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

    Onder "arbeiders" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.

    HOOFDSTUK III. - Statutaire opdrachten van het fonds

  5. Inning en invordering van de bijdragen

    Art. 6. Het fonds is gelast de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de in artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen en te verzekeren.

  6. Toekenning en uitkering van de aanvullende vergoedingen

    2.1. Aanvullende werkloosheidsvergoeding bij tijdelijke werkloosheid

    Art. 7. § 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben recht, ten laste van het fonds, voor elke werkloosheidsuitkering of halve werkloosheidsuitkering erkend door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en voorzien in :

    - artikel 26, 1° - tijdelijke werkloosheid omwille van overmacht;

    - artikel 28, § 1 - tijdelijke werkloosheid omwille van sluiting van de onderneming wegens jaarlijks verlof;

    - artikel 49 - tijdelijke werkloosheid omwille van technische stoornis;

    - artikel 50 - tijdelijke werkloosheid omwille van slecht weer;

    - artikel 51 - tijdelijke werkloosheid omwille van economische redenen

    van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten op de vergoeding voorzien in artikel 7, § 2 van deze statuten, voor zover zij volgende voorwaarden vervullen :

    - Werkloosheidsuitkeringen genieten in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering;

    - Op het ogenblik van de werkloosheid in dienst van de werkgever zijn.

    § 2. Het bedrag van de aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid wordt vastgesteld op :

    - 12,00 EUR per werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering;

    - 6,00 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering.

    Vanaf 1 januari 2018 wordt het bedrag van de vergoeding geïndexeerd met 1,65 pct. en vastgesteld op :

    - 12,20 EUR per werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering;

    - 6,10 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering.

    Art. 8. De aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid dient te worden betaald bij jeugdvakantie en bij seniorenvakantie.

    2.2. Aanvullende werkloosheidsvergoeding bij volledige werkloosheid

    Art. 9. § 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben ten laste van het fonds voor elke werkloosheidsuitkering recht op de bij artikel 9, § 2 voorziene vergoeding, met een maximum respectievelijk van 200 dagen en 300 dagen per geval, al naargelang zij op de eerste dag van de werkloosheid minder dan 45 jaar oud zijn of 45 jaar en ouder zijn, en voor zover zij volgende voorwaarden vervullen :

  7. Werkloosheidsuitkeringen genieten in toepassing van de wetgeving op de werkloosheidsverzekering;

  8. Door een in artikel 5 bedoelde werkgever ontslagen geweest zijn;

  9. Op het ogenblik van het ontslag ten minste vijf jaar tewerkgesteld zijn in één of meerdere ondernemingen die onder één van de volgende paritaire comités ressorteren :

    - voor de ijzernijverheid (Paritair Comité 104);

    - voor de non-ferro metalen (Paritair Comité 105);

    - voor de metaal-, machine- en elektrische bouw (Paritair Comité 111);

    - voor de sectoren verwant aan de metaal-, machine- en elektrische bouw (Paritaire Subcomités 149.01, 149.02, 149.03 en 149.04);

    - voor het garagebedrijf (Paritair Comité 112);

    - voor de terugwinning van metalen (Paritair Subcomité 142.01);

  10. Een wachttijd van vijftien kalenderdagen hebben vervuld. Voor de berekening van de wachttijd, worden de dagen werkloosheid en ziekte, in voorkomend geval, gelijkgesteld.

    § 2. Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsvergoeding wordt vastgesteld op :

    - 5,51 EUR per volledige werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering;

    - 2,76 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering.

    Vanaf 1 januari 2018 wordt het bedrag van de aanvullende werkloosheidsvergoeding geïndexeerd met 1,65 pct. en vastgesteld op :

    - 5,60 EUR per volledige werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering;

    - 2,81 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT