15 APRIL 2018. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 28 februari 2018 tot wijziging van het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten betreffende de erkenning van complianceofficers

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de artikelen 64 en 87bis;

Gelet op de wet van 3 augustus 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen, de artikelen 39, § 1, derde lid en 199, § 1, derde lid, gewijzigd bij de wet van 5 december 2017;

Gelet op de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders, de artikelen 206, § 1, derde lid en 317, § 1, derde lid, gewijzigd bij de wet van 5 december 2017;

Gelet op de wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, artikel 23, § 1, vierde lid, gewijzigd bij de wet van 5 december 2017;

Gelet op het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten betreffende de erkenning van complianceofficers, goedgekeurd bij het koninklijk besluit van 12 maart 2012.

Op de voordracht van de Minister van Economie en Consumenten en de Minister van Financiën,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Het bij dit besluit gevoegde reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 28 februari 2018 tot wijziging van het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten betreffende de erkenning van complianceofficers wordt goedgekeurd.

Art. 2. De minister bevoegd voor Economie en de Consumenten en de Minister bevoegd voor Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 april 2018.

FILIP

Van Koningswege :

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk, Economie en Consumenten,

  1. PEETERS

    De Minister van Financiën,

  2. VAN OVERTVELDT

    BIJLAGE BIJ HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 15 APRIL 2018 TOT GOEDKEURING VAN HET REGLEMENT VAN DE AUTORITEIT VOOR FINANCI"LE DIENSTEN EN MARKTEN VAN 28 FEBRUARI 2018 TOT WIJZIGING VAN HET REGLEMENT VAN DE AUTORITEIT VOOR FINANCI"LE DIENSTEN EN MARKTEN BETREFFENDE DE ERKENNING VAN COMPLIANCEOFFICERS

    De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten,

    Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de artikelen 64 en 87bis;

    Gelet op de wet van 3 augustus 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen, de artikelen 39, § 1, derde lid en 199, § 1, derde lid, gewijzigd bij de wet van 5 december 2017;

    Gelet op de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders, de artikelen 206, § 1, derde lid en 317, § 1, derde lid, gewijzigd bij de wet van 5 december 2017;

    Gelet op de wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, artikel 23, § 1, vierde lid, gewijzigd bij de wet van 5 december 2017;

    Gelet op het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten betreffende de erkenning van complianceofficers, goedgekeurd bij het koninklijk besluit van 12 maart 2012;

    Gelet op het advies van de Raad van Toezicht van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 9 februari 2018,

    Besluit :

    Artikel 1. Het opschrift van het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 27 oktober 2011 betreffende de erkenning van complianceofficers wordt vervangen als volgt:

    "Reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten betreffende de erkenning van complianceofficers en de deskundigheid van de verantwoordelijken voor de compliancefunctie".

    Art. 2. In artikel 1 van hetzelfde reglement worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    1. in de bepaling onder 1°, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

      1. in de bepaling onder a), worden de woorden "artikel 1, § 3 van de wet van 25 april 2014" vervangen door de woorden "artikel 1, § 3, eerste lid, van de wet van 25 april 2014";

      2. in de bepaling onder b), worden de woorden "artikel 44, eerste lid van de wet van 6 april 1995" vervangen door de woorden " artikel 3, § 1 van de wet van 25 oktober 2016" ;

    2. de bepaling onder 2° wordt aangevuld met de woorden " en beursvennootschappen";

    3. de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt :

      "3° "wet van 25 oktober 2016": de wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies"

    4. in de bepaling onder 8°, worden de woorden ""complianceofficer(s): de persoon of personen die in een gereglementeerde onderneming de in artikel 87bis, § 1, tweede lid, van de wet van 2 augustus 2002 bedoelde opdrachten uitvoeren" vervangen door de woorden : ""complianceofficer": de persoon die in een gereglementeerde onderneming de in artikel 87bis, § 1, tweede lid, van de wet van 2 augustus 2002 bedoelde opdrachten uitvoert";

    5. het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 10° tot 14°, luidende:

      "10° "verantwoordelijke voor de compliancefunctie": de persoon die, in een gereglementeerde onderneming als bedoeld in de bepaling onder 1°, b) en c), verantwoordelijk is voor de compliancefunctie als bedoeld in artikel 25/3, § 3, van de wet van 25 oktober 2016, in de artikelen 41, § 5, en 201, § 5, van de wet van 3augustus 2012 en in artikel 61 van de gedelegeerde Verordening (EU) Nr. 231/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van vrijstellingen, algemene voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening, bewaarders, hefboomfinanciering, transparantie en toezicht ;

    6. "vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies": de beleggingsondernemingen naar Belgisch recht in de zin van artikel 6, §§ 1 en 3, van de wet van 25 oktober 2016;

    7. "examen voor de bank- en beleggingsdienstensector": examen bedoeld voor de kandidaat-complianceofficers van een in de bepaling onder 1°, a), b) of c), bedoelde gereglementeerde onderneming;

    8. "examen voor de verzekeringssector": examen bedoeld voor de kandidaat-complianceofficers van een in de bepaling onder 1°, d), bedoelde gereglementeerde onderneming;

    9. "activiteitssector": hetzij de verzekeringsector, hetzij de bank- en beleggingsdienstensector.".

      Art. 3. In artikel 2, eerste lid van hetzelfde reglement, worden de woorden "één of meerdere personen" vervangen door de woorden "een persoon" en de woorden "van de betrokken persoon of personen" worden vervangen door de woorden "van de betrokken persoon".

      Art. 4. In artikel 3 van hetzelfde reglement worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    10. paragraaf 1 wordt vervangen als volgt :

      " § 1. Om door de FSMA als complianceofficer te kunnen worden erkend, moet de kandidaat aan onderstaande voorwaarden voldoen:

    11. over ten minste drie jaar passende ervaring beschikken. Met "passende ervaring" wordt ervaring bedoeld die een kandidaat heeft opgedaan bij het uitoefenen van functies waar hij of zij een beoordelingsverantwoordelijkheid droeg in een werkomgeving die inhoudelijk gelijkenissen of raakvlakken vertoont met de functie van complianceofficer en met de gereglementeerde onderneming die de kandidaat-complianceofficer heeft aangewezen, in het bijzonder gelet op de regels als bedoeld in artikel 87bis, § 1, eerste lid, van de wet van 2 augustus 2002 die op die onderneming van toepassing zijn.

      Deze passende ervaring moet volledig zijn opgedaan in de periode van zes jaar voorafgaand aan de datum van de indiening van de erkenningsaanvraag.

    12. houder zijn van een masterdiploma dat is uitgereikt door een universiteit of een hogeschool overeenkomstig een decreet van de Vlaamse, Franse of Duitstalige Gemeenschap, dan wel van een gelijkwaardig diploma dat vóór het academiejaar 2004-2005 is uitgereikt, of van een buitenlands diploma dat, krachtens de geldende wetgeving of door de FSMA, als gelijkwaardig wordt beschouwd met het in deze bepaling bedoelde Belgische diploma.

      De kandidaat-complianceofficers die kunnen aantonen dat zij praktische ervaring en kennis hebben opgedaan op financieel gebied die relevant zijn voor de uitoefening van de functies bedoeld in artikel 87bis, § 1, tweede lid, van de wet van 2 augustus 2002, zijn vrijgesteld van de toepassing van de bepaling onder 2°. Of de praktische ervaring en de kennis relevant zijn, zal door de FSMA worden beoordeeld aan de hand van een gedetailleerd dossier dat haar door de betrokken gereglementeerde onderneming moet worden overgemaakt en, zo nodig, tijdens een individueel gesprek met de kandidaat nader kan worden toegelicht;

    13. een grondige kennis hebben verworven van de inhoud en de toepassing van de in artikel 87bis, § 1, eerste lid, van de wet van 2 augustus 2002 bedoelde regels. Deze grondige kennis wordt aangetoond:

      1. aan de hand van een attest waaruit blijkt dat de kandidaat-complianceofficer is geslaagd voor een examen dat werd afgenomen door een instelling waarvan de examens door de FSMA en de NBB zijn erkend overeenkomstig afdeling V van dit reglement.

        Het gaat meer bepaald om de volgende examens:

        (i) hetzij het examen voor de bank- en beleggingsdienstensector voor de kandidaat-complianceofficers die zijn aangewezen in een in artikel 1, 1°, a), b) en c), bedoelde gereglementeerde onderneming.

        De kandidaat-complianceofficers die zijn aangewezen in een in artikel 1, 1°, a) en c), bedoelde gereglementeerde onderneming die geen beleggingsdiensten verleent en aanbiedt, mogen een attest van slagen voor het examen indienen waarin alleen het slagen voor het theoretische deel en voor de in artikel 10, 2°, derde lid, b), bedoelde module B van het praktische examen voor de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT