15 APRIL 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van meerdere koninklijke besluiten op het vlak van overheidsopdrachten en concessies en tot aanpassing van een drempel in de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten (hierna "de wet" genoemd), die er samen met zijn uitvoeringsbesluiten op gericht is de bepalingen van de richtlijnen 2014/24/EU en 2014/25/EU om te zetten naar Belgisch recht, is in werking getreden op 30 juni 2017. Hetzelfde geldt voor de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten. Het onderhavige ontwerp is erop gericht een aantal wijzigingen aan te brengen in het koninklijk besluit van 3 april 2013 betreffende de tussenkomst van de Ministerraad, de overdracht van bevoegdheid en de machtigingen inzake de plaatsing en de uitvoering van overheidsopdrachten, ontwerpenwedstrijden en concessies voor openbare werken op federaal niveau, om dit laatste besluit op terminologisch vlak in overeenstemming te brengen met de voormelde wetten van 17 juni 2016. Met dat doel worden ook wijzigingen aangebracht in het koninklijk besluit van 20 december 2010 inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen in het kader van overheidsopdrachten en het koninklijk besluit van 13 juli 2014 betreffende de energie-efficiëntie-eisen in het kader van bepaalde overheidsopdrachten betreffende de verwerving van producten, diensten en gebouwen. Daarnaast wordt eveneens van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal wijzigingen aan te brengen aan de koninklijke besluiten plaatsing (zowel het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren van 18 april 2017 als het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten in de speciale sectoren van 18 juni 2017) en in het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.

Wat de aanpassingen aan de koninklijke besluiten "plaatsing" betreft, kan met name verwezen worden naar onderstaande wijzigingen :

- de evaluatie van de offertes moet alleen gebeuren met inbegrip van de belasting op de toegevoegde waarde wanneer deze belasting een kost met zich meebrengt voor de aanbesteder;

- het attest dat wordt afgeleverd door de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid slaat voortaan op het laatste vervallen kalenderkwartaal vóór de limietdatum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming of de offertes;

- de datum vanaf wanneer verplicht gebruik moet worden gemaakt van het elektronisch UEA is voortaan vastgesteld op 18 april 2018.

Tot slot worden de "Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij", het "Participatiefonds", de "Participatiemaatschappij Vlaanderen" en de "Vlaamse Participatiemaatschappij NV" weggehaald van de indicatieve lijst van publiekrechtelijke instellingen onderworpen aan de wetgeving overheidsopdrachten.

Wat het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten betreft, kan met name verwezen worden naar de verduidelijkingen wat de borgtocht betreft en de toevoeging van een hypothese waarbij de opdrachtnemer geen aanspraak kan maken op schadevergoeding ingevolge een schorsing op bevel van de aanbesteder.

Bovendien moet worden opgemerkt dat bepaalde drempels worden aangepast in de wet van 17 juni 2013 betreffende motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.

Ten slotte is rekening gehouden met de opmerkingen in het advies 62.690/1 van de Raad van State, gegeven op 16 februari 2018, tenzij anders is bepaald in de commentaar.

HOOFDSTUK 1. - Aanpassing van een drempel in de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies

Artikel 1 wijzigt de bedragen voorzien in artikel 29, § 1, eerste lid, van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies. Deze bedragen leggen het plafond vast waaronder de motivering en informatie aan kandidaten, deelnemers en inschrijvers verlicht wordt. Artikel 29, § 2, van de voormelde wet machtigt de Koning om de bedragen aan te passen om ze overeen te laten komen met de drempels voor het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking of van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging.

De bedragen van 144.000 euro en 443.000 euro worden vermeld in plaats van de bedragen van 135.000 euro en 418.000 euro, aangezien de Europese drempels werden aangepast op 1 januari 2018.

Artikel 2 wijzigt het bedrag voorzien in artikel 61, eerste lid, van dezelfde wet. Dit bedrag legt het plafond vast waaronder de motivering en informatie aan kandidaten, deelnemers en inschrijvers verlicht wordt, wat betreft overheidsopdrachten ressorterend onder de wet defensie en veiligheid. Artikel 61, tweede lid, van de voormelde wet machtigt de Koning om het bedrag aan te passen om het overeen te laten komen met de drempel voor de opdrachten gesloten met een aanvaarde factuur.

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 20 december 2010 inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen in het kader van overheidsopdrachten

In dit hoofdstuk worden diverse terminologische aanpassingen doorgevoerd die geen verdere toelichting behoeven.

HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten

Artikel 7 is gericht op de opheffing van artikel 9, § 4, tweede lid, 2°, van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. Deze bepaling behandelt de hypothese waarbij, in weerwil van de verplichting, niet is voorzien in een motivering in de opdrachtdocumenten van een afwijking van artikel 38/9 of 38/10 van het voormelde koninklijk besluit van 14 januari 2013, omtrent de clausules inzake de ontwrichting van het contractueel evenwicht. In een dergelijk geval is het niet wenselijk dat de afwijkingsbepaling(en) toch zouden worden toegepast, aangezien dit zou betekenen dat er geen reële sanctie van toepassing is indien een uitdrukkelijke motivering van de afwijking in het bestek ontbreekt. Vandaar dat de afwijking in kwestie voortaan ook in dat geval voor niet geschreven zal worden gehouden.

Artikel 8 behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 9 van het ontwerp is gericht op de vervanging van artikel 30 dat handelt over de rechten van de aanbesteder op de borgtocht. Vooreerst mag de borgtocht in geen geval worden gelijkgesteld met een garantie op eerste verzoek. Er moet inderdaad steeds rekening worden gehouden met de verweermiddelen van de opdrachtnemer. Echter wordt verduidelijkt dat de instelling bij wie de borgtocht werd gesteld niet om het akkoord van de opdrachtnemer mag verzoeken alvorens de borgtocht vrij te geven ten voordele van de aanbesteder. Immers, in de gevallen waar de opdrachtnemer geen verweer heeft opgeworpen binnen de termijn van artikel 44, § 2, kan niet aanvaard worden dat laatgenoemde zijn veto zou kunnen stellen om over te gaan tot betaling. Deze nieuwe precisering biedt hieromtrent een oplossing. Zoals voorzien in artikel 30, eerste lid, gaat het over een ambtshalve afhouding, maar met inachtneming van de voorwaarden van artikel 44, § 2, hetgeen betekent dat de verweermiddelen van de opdrachtnemer in overweging worden genomen.

Het past eraan te herinneren dat de aanbesteder alleen de sommen op de borgtocht mag afhouden die hem toekomen en zodoende wanneer de opdrachtnemer in gebreke blijft, waarbij rekening moet worden gehouden met artikel 72. Tevens is het zo dat de aanbesteder niet om de vrijgave van de borgtocht kan verzoeken indien de opdrachtnemer de tekortkomingen tijdig heeft hersteld, bijvoorbeeld wanneer hij een onderaannemer die in fout was heeft vervangen overeenkomstig artikel 12/2, § 1, eerste lid.

Artikel 10 van het ontwerp is erop gericht een verwijzing te corrigeren.

Artikel 11 voegt een hypothese toe waarbij de opdrachtnemer geen aanspraak kan maken op schadevergoeding omwille van schorsingen op bevel van de aanbesteder. Een dergelijke schadevergoeding is niet alleen onmogelijk in geval van ongunstige weersomstandigheden, maar ook in geval van andere omstandigheden waaraan de aanbesteder vreemd is waardoor de opdracht, naar oordeel van de aanbesteder, niet zonder bezwaar op dat ogenblik kan worden verdergezet.

Artikel 12 van het ontwerp is erop gericht de Franse en Nederlandse versie van artikel 44, § 2, derde lid, met elkaar in overeenstemming te brengen.

De artikelen 13 en 14 van het ontwerp zijn erop gericht ervoor te zorgen dat de artikelen 38/1, 38/2 en 38/19 eveneens van toepassing worden gemaakt op de opdrachten die werden bekendgemaakt of hadden moeten worden bekendgemaakt vóór 30 juni 2017, alsook op de opdrachten waarvoor, bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, nog vóór die datum werd uitgenodigd tot het indienen van een offerte. Er wordt eveneens op gewezen dat artikel 13 retroactief in werking treedt op 30 juni 2017.

De inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 22 juni 2017 tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 16 februari 2017 tot wijziging van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten is vastgesteld als volgt in artikel 49 van dit besluit: "Dit besluit treedt in werking op 30 juni 2017.". Deze bepaling moet worden geïnterpreteerd in die zin dat de algemene uitvoeringsregels zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2017 enkel van toepassing zijn op de opdrachten die vanaf 30 juni 2017 worden bekendgemaakt of...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT