14 SEPTEMBER 2017. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen van titel XVII van boek III van het Burgerlijk Wetboek, die het gebruik van het Nationaal Pandregister betreffen

VERSLAG AAN DE KONING,

Sire,

Het ontwerp van besluit dat wij aan Uwe Majesteit ter ondertekening voorleggen heeft tot doel de artikelen van titel XVII van boek III van het Burgerlijk Wetboek, vervangen door de wet van 11 juli 2013, gewijzigd door de wet van 26 november 2014 en door de wet van 25 december 2016, uit te voeren.

Het voorgelegde ontwerp werd onderworpen aan het advies van de Inspectie van Financiën, van de minister van Begroting, van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer en van de Raad van State.

Om tegemoet te komen aan deze adviezen werden in de ontwerptekst een aantal aanpassingen aangebracht, of werden in de uitvoeringsmaatregelen de nodige verfijningen aangebracht, die hierna worden toegelicht.

  1. De doelstellingen van het pandregister worden als volgt gedefinieerd : Het Nationaal Pandregister realiseert de tegenwerpelijkheid aan derden van het pandrecht en het eigendomsvoorbehoud door middel van registratie in een openbaar register, dat nationaal is georganiseerd en als geïnformatiseerd systeem rechtstreeks toegankelijk is voor het invoeren van gegevens en de raadpleging ervan.

  2. In artikel 2 van de ontwerptekst wordt gevolg gegeven aan de opmerking van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer dat er mogelijk een onduidelijkheid bestond omtrent de toegang door de gebruiker tot het pandregister, en wordt een afzonderlijke paragraaf 2 betreffende de geregistreerde gebruiker toegevoegd.

  3. Gevolg gevend aan het advies van de Raad van State, eerste opmerking, worden in hetzelfde artikel 2 paragraaf 2 van de ontwerptekst,, eveneens de essentiële elementen van de gebruiksvoorwaarden voor de geregistreerde gebruiker opgenomen, en wordt tevens aan de minister van Financiën of zijn gedelegeerde de bevoegdheid verleend om de modeltekst van de overeenkomst die zal afgesloten worden tussen de geregistreerde gebruiker en de bewaarder van het register vast te leggen.

  4. In de met de geregistreerde gebruikers van het pandregister af te sluiten overeenkomst zal, ingevolge de tweede opmerking van de Raad van State, een clausule worden ingevoegd dat de beheerder van het pandregister gerechtigd is een audit uit te voeren naar de kwaliteit van het rollenbeheer (ontwerptekst artikel 2, § 2, in fine).

  5. In de online beschikbare gebruikershandleiding in de elektronische applicatie zal melding worden gemaakt van het dienstmailadres van de beheerder van het pandregister en van het ContactCenter bij de FOD Financiën.

  6. In artikel 10 van de ontwerptekst wordt gevolg gegeven aan de opmerking van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer, en worden na "document" de woorden "per goed waarvoor een attest wordt gevraagd" toegevoegd.

  7. Gevolg gevend aan het advies van de Raad van State, tweede opmerking, wordt in hetzelfde artikel 10 van de ontwerptekst, onderdelen a en b, gespecifieerd dat de bij raadpleging van het pandregister verstrekte gegevens zich respectievelijk beperken tot de overeenkomstig de Pandwet raadpleegbare gegevens betreffende het pand en de schuldvordering, of betreffende het onder eigendomsvoorbehoud verkocht onroerend goed.

  8. Ingevolge de opmerking van de Commissie voor de bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer wordt artikel 12 van de ontwerptekst aangevuld met een tweede lid dat luidt als volgt "Ieder gebruik van het pandregister voor doeleinden van commerciële prospectie of commercialisering van de listings over de financiële situatie van personen is verboden."

  9. Betreffende de derde opmerking in het advies van de Raad van State wordt de tarifering in schijven verantwoord doordat het risico van de bewaarder van het pandregister en zijn aansprakelijkheid inzake de goede werking van het elektronisch register toeneemt naarmate de waarde van de gewaarborgde schuldvorderingen hoger is. Dit aansprakelijkheidsrisico is inherent aan de geleverde dienst, en dient gedekt te worden door retributies die in verhouding staan tot de bedragen die op het spel staan. Bij verrichtingen waarbij de verantwoordelijkheid voor de bewaarder van het pandregister niet gradueel in het gedrang is wordt de gevraagde retributie niet gekoppeld aan de gewaarborgde schuldvordering.

  10. De inschatting van de kost van het elektronisch register moet ook rekening houden met de interne kosten van het systeem. Om billijkheidsredenen worden de interne kosten die niet rechtstreeks gedekt worden door een retributie, toch op een indirecte manier proportioneel omgeslagen, rekening houdend hetzij met het maximaal bedrag tot beloop waarvan de schuldvorderingen gewaarborgd zijn, hetzij met het bedrag van de verkoopprijs van het roerend goed verkocht onder eigendomsvoorbehoud.

  11. Gelet op hetgeen vooraf gaat onder 9 en 10 kan niet worden afgeweken van het ontworpen retributiesysteem en kan geen gevolg worden gegeven aan de derde opmerking in het advies van de Raad van State.

    Ik heb de eer te zijn,

    Sire,

    Van Uwe Majesteit,

    de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar,

    De Minister van Financiën,

    J. VAN OVERTVELDT

    ADVIES 61.728/2/V VAN 2 AUGUSTUS 2017 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT UITVOERING VAN DE ARTIKELEN VAN TITEL XVII VAN BOEK III VAN HET BURGERLIJK WETBOEK, DIE HET GEBRUIK VAN HET NATIONAAL PANDREGISTER BETREFFEN'

    Op 20 juni 2017 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën, belast met bestrijding van de fiscale fraude verzocht binnen een termijn van dertig dagen van rechtswege (*) verlengd tot 4 augustus 2017 een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot uitvoering van de artikelen van titel XVII van boek III van het Burgerlijk Wetboek, die het gebruik van het Nationaal Pandregister betreffen'.

    Het ontwerp is door de tweede vakantiekamer onderzocht op 2 augustus 2017 .

    De kamer was samengesteld uit Pierre Liénardy, kamervoorzitter, Luc Detroux en Wanda Vogel, staatsraden, en Charles-Henri Van Hove, toegevoegd griffier.

    Het verslag is uitgebracht door Jean-Luc Paquet, eerste auditeur.

    De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Wanda Vogel .

    Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 2 augustus 2017 .

    Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

    Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

  12. In artikel 1, 6°, wordt het begrip "geregistreerde gebruiker" gedefinieerd als "een gebruiker die het pandregister gebruikt of zal gebruiken en die met de bewaarder van het pandregister een overeenkomst heeft gesloten aangaande het gebruik van het pandregister, met inbegrip van de authenticatie en het rollenbeheer van zijn personeel".

    De artikelen 26, derde lid, en 27, tweede lid, van boek III, titel XVII, van het Burgerlijk Wetboek (hierna "de wet"), waarbij de Koning wordt gemachtigd de nadere regels te bepalen voor de werking van het pandregister en voor de authenticatie van de gebruiker van het pandregister, staan Hem niet toe erin te voorzien dat voor sommige, niet gespecificeerde gebruikers die regels niet langs reglementaire weg worden vastgesteld maar bij bijzondere overeenkomsten gesloten tussen die gebruikers en de bewaarder van het register. Hoewel het toelaatbaar zou kunnen zijn dat voor sommige professionele gebruikers die het register regelmatig dienen te gebruiken bepaalde bijzondere regels worden opgesteld, dient de Koning minstens de belangrijkste zaken vast te stellen van de regels voor de registratie van die gebruikers, de regels voor het gebruik van het register door die "geregistreerde gebruikers" alsook, inzonderheid, de regels voor de authenticatieprocedure (1).

  13. Het doeleinde van het pandregister is het tegenwerpbaar maken aan derden van inpandgevingen of een eigendomsvoorbehoud op roerende goederen. Dat register bevat persoonsgegevens met betrekking tot, naargelang het geval, de pandhouder en de pandgever of...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT