14 NOVEMBER 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag zwaar beroep (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag zwaar beroep.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 november 2014.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

K. PEETERS

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Subcomité voor het koetswerk

Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2014

Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag zwaar beroep

(Overeenkomst geregistreerd op 17 juni 2014 onder het nummer 121745/CO/149.02)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het koetswerk.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.

HOOFDSTUK II. - Algemene beschikkingen

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig en in toepassing van artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag.

HOOFDSTUK III. - Rechthebbenden op de aanvullende vergoeding

Art. 2. Hebben recht op een aanvullende vergoeding ten laste van het sociaal fonds, de arbeiders die :

- worden ontslagen, behalve om dringende reden, en die;

- op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder zijn en die;

- op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van ten minste 35 jaar als loontrekkende kunnen rechtvaardigen, gewerkt hebben in een zwaar beroep en die gedurende deze periode recht verkrijgen op wettelijke werkloosheidsvergoedingen.

Art. 3. Van deze 35 jaar moeten :

- ofwel minstens 5 jaar, gerekend van datum tot datum, een zwaar beroep behelzen. Deze...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT