14 MAART 2022. - Koninklijk besluit betreffende de postdiensten

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

  1. Algemene beschouwingen

    Het onderhavige ontwerp van besluit heeft verschillende doelstellingen :

    1. de reglementaire bepalingen met betrekking tot de verstrekking van postdiensten aan te passen aan de inhoud van de wet van 6 juli 1971 betreffende de oprichting van bpost en betreffende sommige postdiensten, en de wet van 26 januari 2018 betreffende de postdiensten;

    2. het regelgevingskader moderniseren overeenkomstig de jongste technische ontwikkelingen op de markt;

    3. een samenhangend geheel van regels op te stellen. De voornaamste bepalingen die nu de verrichting van de postdiensten regelen zijn zonder enige logische ordening verspreid over de volgende drie besluiten:

    - het koninklijk besluit van 24 april 2014 houdende reglementering van de postdienst;

    - het koninklijk besluit van 11 januari 2006 tot toepassing van titel IV (Hervorming van de Regie der Posterijen) van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven (verder "het koninklijk besluit van 11 januari 2006 "titel IV"");

    - het koninklijk besluit van 11 januari 2006 tot toepassing van de artikelen 142, § 4, 144quater, § 3, 148sexies, § 1, 1° en 148septies van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en ter bepaling van de plafonds voor de schadevergoedingen en interesten die de aanbieders van postdiensten verschuldigd zijn in geval van extracontractuele aansprakelijkheid voor verlies, diefstal, beschadiging en/of vertraging van een postzending tijdens de uitvoering van een postdienst in het kader van een openbare dienst, (verder "het koninklijk besluit van 11 januari 2006 "extracontractuele aansprakelijkheid"").

    Het onderhavige ontwerp neemt het merendeel over van de bepalingen die vervat zijn in de drie voormelde besluiten en past ze waar nodig aan qua vorm en/of inhoud.

  2. Artikelsgewijze commentaar

    Titel I bevat slechts twee artikelen waarvan met name één artikel (artikel 2) gewijd is aan de definities.

    Artikel 1

    Artikel 1 behoeft geen bijzondere commentaar.

    Artikel 2

    Deze bepaling neemt het merendeel van de definities over die vermeld zijn in de drie voormelde koninklijke besluiten wanneer de begrippen nog niet zijn gedefinieerd in de wet van 26 januari 2018 betreffende de postdiensten. Het verduidelijkt de definitie van "blindenschrift".

    Titel 2 (de artikelen 3 tot 28) gaat over de behandeling en de bezorging van de postzendingen.

    Artikel 3

    Artikel 3, dat met name het principe stelt dat de postzending wordt afgegeven op het bezorgingsadres dat vermeld is op de zending, op voorwaarde dat het duidelijk en zonder opzoekingswerk overeenstemt met een bezorgingsadres en voor zover het door de aanbieder van postdiensten wordt erkend, versmelt omwille van de coherentie de inhoud van de artikelen 2, 34 en 38, tweede lid, van het koninklijk besluit van 24 april 2014 houdende reglementering van de postdienst.

    In paragraaf 3 wordt gepreciseerd dat indien het bezorgingsadres dat vermeld is op een zending niet erkend wordt door de aanbieder van postdiensten, deze ofwel de zending mag terugsturen naar de afzender ofwel (en dat is nieuw ten opzichte van het koninklijk besluit van 24 april 2014 houdende reglementering van de postdienst) een automatische verwerking van persoonsgegevens mag uitvoeren die erin bestaat het postadres aan te vullen of te interpreteren. Deze automatische verwerking van persoonsgegevens is gebaseerd op twee databanken: een operationele databank met alle fysieke leveringspunten en een andere databank met gegevens van alle ontvangers waarbij de naam wordt gebruikt om het adres beter te herkennen. Deze vergelijking (en matching) tussen de informatie op de enveloppe en de twee databases gebeurt via elektronische herkenningsalgoritmen.

    Paragraaf 4 bepaalt dat alle vergunninghouders verplicht zijn om een dienst te verzekeren van nazending en van bewaring van de brievenpost die ze op verzoek van de gebruikers moeten bezorgen. Krachtens het koninklijk besluit van 24 april 2014 houdende reglementering van de postdienst, is enkel de aanbieder van de universele dienst onderworpen aan deze verplichting. Deze nieuwe verplichting die wordt opgelegd aan alle houders van een vergunning heeft tot doel de gebruikers postdiensten van een hogere kwaliteit te bieden.

    Paragraaf 5 voert de mogelijkheid in voor de aanbieders van postdiensten om tijdens de sortering van een gegeven zending de gegevens (naam en postadres) te behandelen van de gebruikers van diensten van adreswijziging of bewaring van postzendingen, teneinde de nazending van de zending in kwestie te vergemakkelijken.

    Ten slotte neemt paragraaf 6 de inhoud over van artikel 38 van het koninklijk besluit van 24 april 2014 houdende reglementering van de postdienst zonder die te wijzigen.

    Artikel 4

    Artikel 4, dat de aanbieder van postdiensten van de verplichting ontslaat om op verdiepingen zendingen te bezorgen (behalve als het gaat om ingeschreven zendingen bestemd voor personen met een beperkte mobiliteit waaronder met name personen met een visuele beperking), neemt de inhoud over van artikel 3 van het besluit van 24 april 2014 houdende reglementering van de postdienst en past deze aan om de nadruk te leggen op de noodzaak dat de geadresseerde met een beperkte mobiliteit actief stappen onderneemt bij de aanbieder van postdiensten opdat ingeschreven zendingen aan hem zouden worden afgegeven op een verdieping. De nadere regels van deze aanvraag, die eenvoudig en gemakkelijk toegankelijk moeten zijn, worden bepaald door de aanbieder van postdiensten.

    Artikel 5

    Het artikel 5 voert de regel in dat de aanbieder van postdiensten die belast is met de bezorging van een pakket niet verplicht is om tot aan de deur van de geadresseerde te gaan als deze moeilijk toegankelijk is van op de openbare weg. Het doel van deze nieuwe regel is om de aanbieders van postdiensten in staat te stellen om de deur te bereiken met de voertuigen die normaliter voor de pakketbezorging worden gebruikt en te vermijden dat de aanbieder van postdiensten zich zou moeten wagen op een private weg met het risico zijn gezondheid of zijn veiligheid in gevaar te brengen of zijn voertuig te beschadigen. Het is aan de aanbieder van postdiensten om te bewijzen dat de deur moeilijk toegankelijk is. Parkeermoeilijkheden mogen bijvoorbeeld niet worden ingeroepen als reden om het pakket niet aan de deur van de geadresseerde aan te bieden.

    Artikel 6

    Artikel 6 neemt de inhoud over van artikel 4 van het koninklijk besluit van 24 april 2014 houdende reglementering van de postdienst, zonder aan de inhoud te raken.

    Artikel 7

    Artikel 7, dat gaat over de gevallen van staking van de bezorging, neemt de inhoud over van artikel 36 van het koninklijk besluit van 24 april 2014 houdende reglementering van de postdienst en brengt daarin enkele wijzigingen aan.

    Artikel 7, § 1, voert voor de aanbieder van de universele dienst de mogelijkheid in om de bezorging op te schorten wanneer de nummering van de bussen niet in overeenstemming is met de toekenning van de nummers door de bevoegde overheid. Het is zaak om te vermijden dat organisaties die zijn gegroepeerd op eenzelfde site bijvoorbeeld een verkeerd adres meedelen aan hun afzenders, wat de bezorging van de zendingen bemoeilijkt.

    Artikel 7, § 2, brengt wijzigingen aan wat betreft de termijnen voor regularisatie die worden toegestaan aan de houders van een niet-conforme brievenbus (verlenging van de termijnen).

    Artikel 8

    Artikel 8 neemt de inhoud over van artikel 37 van het koninklijk besluit van 24 april 2014 houdende reglementering van de postdienst zonder die ten gronde te wijzigen.

    Artikel 9

    Artikel 9 met betrekking tot de afgifte van ingeschreven zendingen, neemt de inhoud over van artikel 8 van het koninklijk besluit van 24 april 2014 houdende reglementering van de postdienst en brengt enkele wijzigingen aan om rekening te houden met de evolutie van de technologieën en om de elektronische handtekening, het elektronische zegel en de handtekening op een scherm mogelijk te maken.

    Artikel 9, § 2 definieert het begrip identiteitsstuk.

    Artikel 9, § 3, dat volgt op de ontwikkeling van de nieuwe vertrouwensdiensten, stelt een handgeschreven handtekening aangebracht op het scherm van een mobiel toestel, een elektronische handtekening of een elektronisch zegel, een gekwalificeerde elektronische handtekening of een gekwalificeerd elektronisch zegel gelijk aan een geldige ondertekening in het kader van de bezorging van ingeschreven zendingen, dat wil zeggen aangetekende zendingen en zendingen met aangegeven waarde. De eIDAS-verordening maakt het onderscheid tussen gekwalificeerde vertrouwensdiensten en niet-gekwalificeerde vertrouwensdiensten. Het is dus wenselijk om aan de gebruiker de keuze te laten tussen een elektronische handtekening en een gekwalificeerde elektronische handtekening. Tot slot beveelt de FOD Economie aan om het begrip elektronisch zegel toe te voegen aan de elektronische handtekening, wanneer de bepaling zich tot een rechtspersoon richt.

    Artikel 9, § 4, vereenvoudigt de procedure voor afgifte van de ingeschreven zendingen gericht aan meer dan één geadresseerde. Artikel 9, § 4, bepaalt dat deze ingeschreven zendingen worden afgegeven tegen de handtekening van een van de geadresseerden of de gevolmachtigde van een van hen.

    Artikel 9, § 5, neemt de inhoud over van artikel 8, § 2, van het koninklijk besluit van 24 april 2014 houdende reglementering van de postdienst zonder die te wijzigen.

    Artikel 9, § 6, neemt de inhoud over van artikel 8, § 3, van het koninklijk besluit van 24 april 2014 houdende reglementering van de postdienst zonder die te wijzigen.

    Artikel 10

    Artikel 10 met betrekking tot het afgiftebewijs van een ingeschreven zending afgegeven aan de afzender van een ingeschreven zending, neemt de inhoud over van artikel 9 van het koninklijk besluit van 24 april 2014 houdende reglementering van de postdienst en brengt wijzigingen aan in verband met de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT