14 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot uitvoering van het artikel 57/6/1, § 3, vierde lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, houdende de vastlegging van de lijst van veilige landen van herkomst

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Dit besluit heeft tot doel de lijst met veilige landen vast te leggen, zoals bedoeld in het artikel 57/6/1, § 3 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna: de Vreemdelingenwet), ingevoegd bij de wet van 19 januari 2012 en gewijzigd bij de wet van 21 november 2017.

De wet voorziet een versnelde procedure met kortere termijnen voor de behandeling van verzoeken om internationale bescherming van personen afkomstig uit landen die zijn aangemerkt als veilig land van herkomst. Een individueel en effectief onderzoek blijft noodzakelijk, maar het vermoeden geldt dat er in hoofde van de verzoeker om internationale bescherming geen vrees voor vervolging of een reëel risico op ernstige schade aanwezig is, gezien zijn afkomst uit een veilig land van herkomst.

Het koninklijk besluit van 15 december 2019 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 3 februari 2020) beoogde de uitvoering van het artikel 57/6/1, § 3, vierde lid, van de Vreemdelingenwet, dat voorziet in de vastlegging van een lijst van veilige landen van herkomst op gezamenlijk voorstel van de minister die bevoegd is voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en de minister van buitenlandse zaken.

Artikel 57/6/1, § 3, vierde lid van de Vreemdelingenwet schrijft voor dat de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, ten minste eenmaal per jaar de lijst van veilige landen van herkomst bepaalt. Dit vormt het onderwerp van voorliggend ontwerp van besluit.

De wetswijzigingen van 21 november 2017 en 17 december 2017 (gepubliceerd in het BS van 12 maart 2018) wijzigden de procedure voor de toekenning tot internationale bescherming voor verzoekers afkomstig uit veilige landen van herkomst. Het ging hier echter vooral om technische aanpassingen: zo worden deze verzoeken voortaan volgens een versnelde procedure behandeld binnen een termijn van vijftien werkdagen na ontvangst van het verzoek dat door de minister of zijn gemachtigde werd overgezonden aan de Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen. Dit houdt in dat er een volledig individueel onderzoek en beoordeling ten gronde van het verzoek wordt gevoerd, maar het verzoek binnen een korte termijn van vijftien werkdagen wordt afgehandeld. De Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen kan in dat geval het verzoek ook als kennelijk ongegrond beschouwen.

De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen zal het beroep tegen de beslissing ten gronde omdat de verzoeker...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT