14 DECEMBER 2017. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de Waalse adviescommissie administratie-nijverheid

De Waalse Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, artikel 1, § 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 december 1985 betreffende de raadgevende commissie administratie-nijverheid;

Gelet op het rapport van 20 oktober 2017 opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het advies van de Commissie administratie-nijverheid, gegeven op 3 februari 2017;

Gelet op het advies 62.396/4 van de Raad van State, gegeven op 27 november 2017, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de wet van 21 juni 1985 in artikel 1, § 3 bepaalt dat haar uitvoeringsbesluiten worden vastgesteld na advies van een Commissie administratie-nijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Openbare Werken;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. de Administratie : het Operationeel directoraat-generaal Mobiliteit en Waterwegen van de Waalse Overheidsdienst;

  2. het Departement : het Departement Strategie Mobiliteit van de Administratie;

  3. de Commissie: de Waalse adviescommissie administratie nijverheid.

    Art. 2. Er wordt bij de Administratie een Commissie opgericht, samengesteld uit :

  4. vier vertegenwoordigers van de Administratie;

  5. dertien vertegenwoordigers van de nijverheid betrokken bij de bouw, de herstelling en het onderhoud van de voertuigen voor vervoer te land, evenals bij hun gebruik.

    Art. 3. De vier vertegenwoordigers bedoeld in artikel 2, 1°, zijn :

  6. de inspecteur-generaal expert van het Departement;

  7. drie personeelsleden aangewezen door de inspecteur-generaal expert van het Departement.

    Bij verhindering kan elke vertegenwoordiger een personeelslid als plaatsvervanger aanwijzen.

    Art. 4. De dertien vertegenwoordigers bedoeld in artikel 2, 2°, zijn :

  8. één afgevaardigde van het Verbond van Belgische Ondernemingen, afgekort VBO;

  9. een afgevaardigde van de "Union wallonne des Entreprises" (Waals Ondernemersverbond), afgekort UWE;

  10. één...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT