12 SEPTEMBER 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de volledige invoering van een nieuw loonmodel voor de inrichtingen en diensten die door de Vlaamse Gemeenschap worden erkend en/of gesubsidieerd in uitvoering van het zesde Vlaams Intersectoraal Akkoord van 30 maart 2021 voor de sociaal/non-profitsectoren voor de periode 2021-2025, afgesproken tussen de sociale partners enerzijds en de Vlaamse Regering anderzijds : IFIC (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de volledige invoering van een nieuw loonmodel voor de inrichtingen en diensten die door de Vlaamse Gemeenschap worden erkend en/of gesubsidieerd in uitvoering van het zesde Vlaams Intersectoraal Akkoord van 30 maart 2021 voor de sociaal/non-profitsectoren voor de periode 2021-2025, afgesproken tussen de sociale partners enerzijds en de Vlaamse Regering anderzijds : IFIC.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 september 2021.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

P.-Y. DERMAGNE

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten

Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2021

Volledige invoering van een nieuw loon model voor de inrichtingen en diensten die door de Vlaamse Gemeenschap worden erkend en/of gesubsidieerd in uitvoering van het zesde Vlaams Intersectoraal Akkoord van 30 maart 2021 voor de sociaal/non-profitsectoren voor de periode 2021-2025, afgesproken tussen de sociale partners enerzijds en de Vlaamse Regering anderzijds : IFIC (Overeenkomst geregistreerd op 16 juli 2021 onder het nummer 166043/CO/330)

Context : Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel te vervangen, met ingang van de datum vermeld in artikel 21, § 2, 2de lid :

- de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 april 2019 betreffende de invoering van een nieuw loonmodel voor de inrichtingen en diensten die door de Vlaamse Gemeenschap worden erkend en/of gesubsidieerd, later gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2019 (156727/CO/330);

- de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 april 2019 betreffende het bepalen van het percentage van de delta betreffende de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 april 2019 in uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord van 8 juni 2018 betreffende de invoering van een nieuw loonmodel voor de inrichtingen en diensten die door de Vlaamse Gemeenschap worden erkend en/of gesubsidieerd (153517/CO/330).

Het nieuwe loonmodel wordt in 2 fasen ingevoerd, waarbij de eerste fase werd gerealiseerd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 5 april 2019 betreffende de invoering van een nieuw loonmodel voor de inrichtingen en diensten die door de Vlaamse Gemeenschap worden erkend en/of gesubsidieerd en de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 april 2019 betreffende het bepalen van het percentage van de delta betreffende de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 april 2019 in uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord van 8 juni 2018 betreffende de invoering van een nieuw loonmodel voor de inrichtingen en diensten die door de Vlaamse Gemeenschap worden erkend en/of gesubsidieerd. De tweede én laatste fase wordt gerealiseerd door deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Deze laatste fase betekent meteen ook de uitrol aan 100 pct. van de IFIC-barema's of de volledige invoering van het IFIC-loonmodel.

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de hierna vermelde inrichtingen en diensten die door de Vlaamse Gemeenschap worden erkend en/of gesubsidieerd :

- de categorale ziekenhuizen (dit is elk ziekenhuis dat uitsluitend beschikt over een G-dienst (revalidatie van geriatrische patiënten) en/of een Sp-dienst (gespecialiseerde dienst voor behandeling en revalidatie) als vermeld in artikel 5, § 1, I, eerste lid, 3° en 4° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen);

- de rusthuizen voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen, de dagverzorgingscentra, de assistentiewoningen, de centra voor kortverblijf voor bejaarden;

- de psychiatrische verzorgingstehuizen;

- de initiatieven van beschut wonen;

- de revalidatiecentra, met uitsluiting van de instellingen waarmee het Verzekeringscomité van het RIZIV op voorstel van het College van geneesheren-directeurs, in uitvoering van artikel 22, 6° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, een overeenkomst heeft gesloten en die niet vallen onder de toepassing van artikel 5, § 1, I, 5° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen.

§ 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op het leidinggevend personeel zoals bedoeld in artikel 4, 4° van de wet van 4 december 2007 betreffende de sociale verkiezingen behoudens wanneer het een sectorale referentiefunctie betreft zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2016 tot het bepalen van sectorale referentiefuncties en een sectorale functieclassificatie (135642/CO/330), zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2021 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2016 tot het bepalen van sectorale referentiefuncties en een sectorale functieclassificatie, noch op de artsen.

HOOFDSTUK II. - Doel

Art. 2. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel nieuwe loonschalen vast te stellen ten behoeve van ondernemingen en hun werknemers, behorend tot het toepassingsgebied van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

§ 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt de loonschalen voor de functiecategorieën zoals deze zijn vastgelegd in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2016 "tot het bepalen van sectorale referentiefuncties en een sectorale functieclassificatie" (135642/CO/330), zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2021 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2016 "tot het bepalen van sectorale referentiefuncties en een sectorale functieclassificatie".

§ 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt alle noodzakelijke maatregelen om de volledige invoering van de nieuwe loonschalen te realiseren.

§ 4. Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan :

- hoofdstuk 2.1.1. van het vijfde Vlaams Intersectoraal Akkoord van 8 juni 2018 voor de sociaal/non-profitsectoren voor de periode 2018-2020, afgesproken tussen de sociale partners enerzijds en de Vlaamse Regering anderzijds;

- het deel III - Geregionaliseerde sectoren, punt 1 Koopkrachtmaatregelen, punt 1.1 PC 330 - Geregionaliseerd, van het zesde Vlaams Intersectoraal Akkoord van 30 maart 2021 voor de sociaal/non-profitsectoren voor de periode 2021-2025, afgesproken tussen de sociale partners enerzijds en de Vlaamse Regering anderzijds.

HOOFDSTUK III. - Algemene voorafgaande principes

Art. 3. § 1. De invoering van de nieuwe loonschalen mag op geen enkele wijze aanleiding geven tot een verlaging van het salaris voor de medewerkers die uiterlijk op 31 maart 2021 in dienst zijn.

§ 2. De werknemer in dienst heeft bij de start van deze fase van invoering van de nieuwe loonschalen de keuze tussen het behoud van zijn bestaande loonvoorwaarden, inbegrepen de hierbij bedongen toekomstige verhogingen, of een overstap naar het IFIC-barema, met uitsluiting van :

- de werknemer die in de vorige fase reeds gekozen heeft om naar de IFIC-barema's over te stappen;

- en de werknemers die na 31 oktober 2019 in dienst zijn getreden, uitgezonderd de werknemers bedoeld in artikel 6, § 2 ('t is te zeggen verpleegkundigen met recht op een premie BBT-BBK bij hun vorige werkgever).

De keuze voor het IFIC-barema is onomkeerbaar. De werknemer die kiest voor het IFIC-barema heeft bijgevolg geen recht meer op de loonschalen zoals opgenomen in het startbarema conform artikel 9 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

De bestaande loonvoorwaarden blijven van toepassing indien de werknemer niet kiest om het recht op het IFIC-barema te openen.

§ 3. De werknemers die vanaf 1 juli 2021 in dienst treden, genieten geen keuzerecht en vallen onmiddellijk onder de IFIC-barema's, uitgezonderd de werknemers bedoeld in artikel 6 § 2 ('t is te zeggen verpleegkundigen met recht op een premie BBT-BBK bij hun vorige werkgever).

§ 4. Dit keuzerecht en de gevolgen ervan worden verder gespecifieerd in hoofdstuk VII, afdeling 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 4. § 1. De ondertekenende partijen erkennen dat de invoering van de nieuwe loonschalen slechts mogelijk is ten belope van de effectieve ten laste neming van de globale kost ervan, door financiële middelen die de bevoegde voogdijoverheid recurrent garandeert. De ondertekenende partijen engageren zich om binnen dit gegarandeerd budgettair kader te opereren. De door de overheid beschikbaar gestelde budgetten kunnen enkel worden aangewend voor de doeleinden waarvoor ze zijn bedoeld.

§ 2. Om te kunnen nagaan hoe het door de overheid beschikbare budget zich verhoudt tot de globale reële kost zal een rapportering van loongegevens worden gedaan voor de jaren 2021 en 2022. De sociale partners bepalen, door middel van een collectieve arbeidsovereenkomst, de termijnen, de modaliteiten en welke gegevens door IFIC vzw zullen worden verzameld en hoe deze gegevens zullen worden verzameld. De partijen benadrukken dat de extra werklast die een dergelijke maatregel voor de betrokken werkgevers met zich zou brengen, zoveel mogelijk moet worden vermeden.

HOOFDSTUK IV. - Het IFIC- barema

Art. 5. § 1. Voor elke functiecategorie zoals vastgelegd in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT