12 SEPTEMBER 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2003 betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de Krijgsmacht

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 mei 2001 houdende statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht, artikel 15, eerste lid, vervangen bij de wet van 30 december 2008, artikel 18, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 30 december 2008, artikel 19, § 3, vervangen bij de wet van 19 juli 2018, de artikelen 23 en 25, § 2, tweede lid, vervangen bij de wet van 30 december 2008, artikel 26, vervangen bij de wet van 19 juli 2018, artikel 29, derde lid, gewijzigd bij de wet van 19 juli 2018, artikel 30, eerste lid, vervangen bij de wet van 30 december 2008 en gewijzigd bij de wet van 19 juli 2018, artikel 32, § 2, gewijzigd bij de wet van 19 juli 2018, en § 4 ingevoegd bij de wet van 19 juli 2018, artikel 33, § 1 en § 2, tweede lid, gewijzigd bij de wet van 19 juli 2018, artikel 33bis, ingevoegd bij de wet van 19 juli 2018, artikel 34, § 1, tweede lid, gewijzigd bij de wetten van 30 december 2008 en 19 juli 2018, de artikelen 36, eerste lid, 37, eerste lid, en 39, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 19 juli 2018, de artikelen 42, 43 en 45, derde lid, gewijzigd bij de wetten van 30 december 2008 en 19 juli 2018, de artikelen 47, 50 en 52, vervangen bij de wet van 19 juli 2018, artikel 53, artikel 55, artikel 60, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 28 februari 2007, artikel 61, gewijzigd bij de wetten van 30 december 2008 en 19 juli 2018, artikel 61bis, eerste lid, ingevoegd bij de wet van 19 juli 2018, artikel 62, vervangen bij de wet van 19 juli 2018, artikel 62bis, ingevoegd bij de wet van 19 juli 2018, artikel 63, gewijzigd bij de wet van 19 juli 2018, de artikelen 65bis en 65ter, derde lid, ingevoegd bij de wet van 30 december 2008 en gewijzigd bij de wet van 19 juli 2018, de artikelen 65quinquies, 65sexies, 65septies, tweede en vierde lid, ingevoegd bij de wet van 19 juli 2018, artikel 68, gewijzigd bij de wetten van 30 december 2008 en 19 juli 2018, artikel 69, gewijzigd bij de wetten van 27 maart 2003 en 19 juli 2018, artikel 71/3, ingevoegd bij de wet van 19 juli 2018, artikel 72, derde lid, gewijzigd bij de wet van 19 juli 2018, artikel 73, tweede lid, vervangen bij de wet van 28 februari 2007 en gewijzigd bij de wet van 19 juli 2018, en artikel 74, gewijzigd bij de wet van 19 juli 2018;

Gelet op de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht, de artikelen 5, § 2, vierde lid, 12, eerste lid, 5°, 38, 40, tweede lid, 41, tweede lid, 119 en 119/1, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, en artikel 119/2, vervangen bij de wet van 31 juli 2013 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 april 2014;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 2003 betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen;

Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. N-418 van het Onderhandelingscomité van het militair personeel, gesloten op 5 mei 2017;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 20 juli 2017;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 13 oktober 2017;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, d.d. 7 november 2017;

Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, verlengd met vijftien dagen, die op 25 juli 2018 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Defensie,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2003 betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht

Artikel 1. Artikel 1, 2°, van het koninklijk besluit van 3 mei 2003 betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 januari 2016, wordt aangevuld met de bepalingen onder e), f) en g), luidende:

"e) "overgang": de opname bedoeld in artikel 71/1 van de wet;

  1. "promotie op diploma": de opname bedoeld in artikel 71/2 van de wet;

  2. de wet van 28 februari 2007: de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht.".

    Art. 2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 1bis ingevoegd, luidende:

    "Art. 1bis. De minister is de overheid bedoeld in artikel 19, § 3, artikel 32, § 2, artikel 33, § 2, tweede lid, artikel 34, § 1, tweede lid, artikel 36, eerste lid, artikel 39, eerste lid, artikel 42, artikel 43, artikel 45, tweede lid, artikel 50, vierde lid, artikel 52, artikel 63, artikel 68, artikel 69, artikel 72, derde lid, artikel 71/3 en artikel 74 van de wet.

    De overheid bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de wet, is de minister of de overheid die hij aanduidt.

    De overheid bedoeld in artikel 33, § 1, tweede lid van de wet, is de DGHR.

    De overheid bedoeld in de artikelen 26, 65bis en 73, tweede lid, van de wet is de DGHR of de door hem aangewezen overheid.

    De overheid bedoeld in artikel 32, § 4, vierde lid van de wet is de korpscommandant.".

    Art. 3. In artikel 3ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    1. de woorden "van niveau C" worden ingevoegd tussen de woorden "van reserveonderofficier" en de woorden "te kunnen verwerven";

    2. in de Franse tekst, wordt het woord "certificat" vervangen door het woord "diplôme" en wordt het woord "supérieur" opgeheven;

    3. het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende:

      "Om de hoedanigheid van reserveonderofficier van niveau B te kunnen verwerven, moet de kandidaat-reserveonderofficier van de basis bijzondere werving houder zijn van een voor het uitoefenen van zijn functies noodzakelijke bachelor of van een gelijkwaardig diploma of getuigschrift.".

      Art. 4. In artikel 3quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    4. de woorden "van niveau A" worden ingevoegd tussen de woorden "van reserveofficier" en de woorden "te kunnen verwerven";

    5. het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende:

      "Om de hoedanigheid van reserveofficier van niveau A te kunnen verwerven, moet de kandidaat-reserveofficier van de basis bijzondere werving houder zijn van een voor het uitoefenen van zijn functies noodzakelijke master of van een gelijkwaardig diploma of getuigschrift.

      Om de hoedanigheid van reserveofficier van niveau A te kunnen verwerven, moet de kandidaat-reserveofficier van de laterale bijzondere werving houder zijn van een master of van een gelijkwaardig diploma of getuigschrift en de beroepservaring in het beoogde domein bezitten waarvan de minimale duur bepaald wordt in artikel 23bis van het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen.".

      Art. 5. In artikel 8 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    6. het eerste lid wordt vervangen als volgt:

      "Op aanvraag van de reserveonderofficier van niveau B of van niveau C kunnen opeenvolgende wederdienstnemingen als, naargelang het geval, reserveonderofficier van niveau B of van niveau C aangegaan worden.";

    7. het tweede lid wordt vervangen als volgt:

      "De onderofficier bedoeld in artikel 11 van de wet en de onderofficier bedoeld in artikel 11bis van de wet, die voldoen aan de voorwaarden, kunnen een wederdienstneming als, naargelang het geval, reserveonderofficier van niveau B of van niveau C aangaan.".

      Art. 6. In artikel 11 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    8. het eerste lid wordt vervangen als volgt:

      "Op aanvraag van de reserveofficier van niveau A of van niveau B kunnen opeenvolgende wederdienstnemingen als, naargelang het geval, reserveofficier van niveau A of van niveau B aangegaan worden.";

    9. het tweede lid wordt vervangen als volgt:

      "De officier bedoeld in artikel 10 van de wet en de officier bedoeld in artikel 10bis van de wet die voldoen aan de voorwaarden, kunnen een wederdienstneming als, naargelang het geval, reserveofficier van niveau A of van niveau B aangaan.".

      Art. 7. In hetzelfde besluit wordt een artikel 15bis ingevoegd, luidende:

      "Art 15bis. In het geval bedoeld in artikel 32, § 1, 3°, van de wet, wordt de procedure gevolgd bedoeld in de artikelen 25 tot 28 van het koninklijk besluit van 14 oktober 2013 tot vaststelling van de procedure betreffende de statutaire maatregelen toepasselijk op de militairen van het actief kader en tot wijziging van meerdere koninklijke besluiten betreffende de militaire tucht.

      In afwijking van artikel 27 van het koninklijk besluit...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT