12 MEI 2022. - Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een steunregeling voor de verwezenlijking van investeringen tot bevordering van energiebesparing en van de renovatie van een woning

De Waalse Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 2, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 8 augustus 1988 en 16 juli 1993;

Gelet op het Waals Wetboek van Duurzaam Wonen, inzonderheid op de artikelen 14 en 29;

Gelet op het decreet van 15 december 2011 houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de rapportage van de Waalse overheidsbestuurseenheden, artikel 61;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 23 mei 2019 betreffende de overdrachten van bevoegdheden aan de Waalse Overheidsdienst;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 april 2022;

Gelet op het advies van de Minister van Begroting, gegeven op 12 mei 2022;

Gelet op het rapport van 15 juni 2022, opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op advies nr. 219/2021 van de Gegevensbeschermingsautoriteit;

Gelet op het advies 71.022/4 de Raad van State, gegeven op 14 maart 2022, overeenkomstig artikel 84, § 1, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies van de beleidsgroepen "Energie", gegeven op 3 september 2021;

Gelet op het advies van de beleidsgroepen "Huisvesting", gegeven op 2 september 2021;

Op de voordracht van de Minister van Energie en van de Minister van Huisvesting;

Na beraadslaging,

Besluit :

TITEL I. - Algemeen

HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

de aanvrager: de natuurlijke persoon, handelend in eigen naam of in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van een onverdeelde mede-eigendom, van ten minste achttien jaar of ontvoogde minderjarige, ingeschreven in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister, of elke vereniging van mede-eigenaars, en die bouwheer is van de investeringen bedoeld in dit besluit;

  1. "de aannemer" : persoon die de aanvrager de krachtens dit besluit in aanmerking komende werken en prestaties uitvoert en factureert;

  2. "de Administratie": de Waalse Overheidsdienst Ruimtelijke Ordening, Wonen, Erfgoed en Energie;

  3. "warmteweerstandscoëfficiënt, R": coëfficiënt bepaald overeenkomstig bijlage B1 bij het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 ter uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestaties van gebouwen;

  4. " biogebaseerde isolatie ": isolatie met een biogebaseerd gehalte van 70% of meer van het bij de investering gebruikte product, gemeten volgens de prEN 16785-2: 2018 norm. Het bewijs wordt geleverd door een externe audit, uitgevoerd volgens de norm EN 17 065.

  5. "globaal belastbaar inkomen" : het inkomen met betrekking tot het volledige voorlaatste jaar voorafgaand aan de indieningsdatum van de premie-aanvraag, zoals blijkt uit het (de) aanslagbiljet(ten) van de aanvrager en zijn opdrachtgevers of elk daarmee gelijkgesteld bewijsstuk;

  6. "kind ten laste" : overeenkomstig artikel 1, 32° van het Wetboek, een kind voor wie op de datum van de indiening van de premieaanvraag, een kinderbijslag of een wezenrente wordt toegekend aan een lid van het gezin van de aanvrager of aan zijn opdrachtgevers. Als kind ten laste wordt ook beschouwd een kind dat ten minste in gelijke mate wordt gehuisvest door de aanvrager of zijn opdrachtgevers of een lid van zijn gezin;

  7. "de investering": elk werk per post dat in aanmerking komt voor dit besluit en zoals vermeld in de bijlage;

  8. "de Verordening 812/2013": de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 812/2013 van de Commissie van 18 februari 2013 ter aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de energie-etikettering van waterverwarmingstoestellen, warmwatertanks en pakketten van waterverwarmingstoestellen en zonne-energie-installaties betreft;

  9. "de Mededeling 2014/C 207/03" : de Mededeling 2014/C 207/03 van de Commissie in het kader van de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 814/2013 van de Commissie tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat eisen inzake ecologisch ontwerp voor waterverwarmingstoestellen en warmwatertanks betreft, en van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 812/2013 van de Commissie ter aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de energie-etikettering van waterverwarmingstoestellen, warmwatertanks en pakketten van waterverwarmingstoestellen en zonne-energie-installaties betreft.

  10. "de openbare schatter" : de natuurlijke persoon die in die hoedanigheid door de Minister van Huisvesting wordt aangesteld uit de leden van de diensten van de Regering;

  11. "de mandataris": de natuurlijke persoon die door de mede-eigenaars (opdrachtgevers) van een onverdeelde mede-eigendom wordt gemandateerd om een premieaanvraag in te dienen;

  12. "het Wetboek" : het Waalse Wetboek van Duurzaam Wonen.

    HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied.

    Art. 2. § 1 De in dit decreet bedoelde premies zijn, wanneer de aanvrager een natuurlijke persoon is, voorbehouden aan aanvragers die een zakelijk recht hebben op de woning waarvoor de premie wordt aangevraagd.

    § 2. Wanneer de woning op het tijdstip van de aanvraag of binnen 24 maanden na de aanvraag wordt verhuurd, verbindt de aanvrager of een van zijn opdrachtgevers zich ertoe aan een van de volgende voorwaarden te voldoen:

    a) de woning via een beheersmandaat gedurende minstens negen jaar ter beschikking stellen van een sociaal vastgoedagentschap, van een openbare huisvestingsmaatschappij of elke andere instelling, aangewezen door de Minister;

    b) de woning gedurende een minimumtermijn van vijf jaar verhuren door middel van een geregistreerde huurovereenkomst, met inachtneming de indicatieve huurprijzenrooster vastgesteld overeenkomstig artikel 89 van het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst.

    Art. 3. § 1. Voor dezelfde investering mag de premie niet gecumuleerd worden met andere premies toegekend door het Waalse Gewest.

    Twee premieaanvragen voor investeringen met betrekking tot dezelfde in aanmerking komende post moeten ten minste 24 maanden na elkaar worden ingediend.

    Voor een enkele woning, binnen een periode van 24 maanden, bedraagt het aantal investeringen waarvoor een premie wordt aangevraagd maximaal 10, d.w.z. :

    - 5 voor de investeringen bedoeld in artikel 6 en in titel III, hoofdstuk 2, en

    - 5 voor de investeringen bedoeld in artikel 8 en in titel III, hoofdstuk 3, en

    § 2. De bedragen van de facturen waarnaar in deze bestelling wordt verwezen, zijn exclusief btw.

    § 3. Met uitzondering van de investeringen bedoeld in de artikelen 6, 8 en 26, worden de investeringen gedaan door een aannemer die is ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen en in overeenstemming met het koninklijk besluit van 29 januari 2007 betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten van het bouwvak en van de elektrotechniek, alsook van de algemene aanneming

    Art. 4. § 1. Onder de in dit decreet vastgestelde voorwaarden en binnen de grenzen van de beschikbare kredieten, worden subsidies toegekend voor investeringen die gericht zijn op de renovatie of de verbetering van de energieprestaties van woningen die gelegen zijn in het Franse taalgebied, met uitzondering van toeristische accommodatie.

    § 2. De woning waarvoor het Gewest een subsidie toekent, is meer dan vijftien jaar oud op de datum van ontvangst van de subsidieaanvraag en is hoofdzakelijk bestemd voor bewoning. De periode van vijftien jaar gaat in op de datum van het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning, indien deze voor het ontstaan ervan vereist was.

    Art. 5. § 1. Het globaal belastbaar inkomen van het gezin van de aanvrager en zijn opdrachtgevers, als vastgesteld in paragraaf 2, valt in een van de volgende categorieën:

    Inkomenscategorie Inkomens zoals voorzien in paragraaf 2

    R1 ≤23.000 EUR

    R2 tussen 23.000,01 en 32.700 EUR

    R3 tussen 32.700,01 en 43.200 EUR

    R4 tussen 43.200,01 en 97.700 EUR

    R5 > 97.700 EUR

    De bedragen die de inkomenscategorieën afbakenen, worden geïndexeerd overeenkomstig de indexeringsmodaliteiten bedoeld in artikel 203 van het Wetboek.

    § 2. Voor de berekening van de inkomens bedoeld in paragraaf 1er:

  13. alle globaal belastbare inkomsten van het gezin van de aanvrager, zijn opdrachtgevers, met uitsluiting van de bloedverwanten in opgaande en neergaande lijn en de bloedverwanten in de tweede graad van de aanvrager en zijn opdrachtgevers, worden in aanmerking genomen op basis van de samenstelling van het gezin;

  14. een bedrag van 5.000 euro wordt afgetrokken voor elk kind ten laste;

    In het geval vermeld in het eerste lid, 2°, wordt als bijkomend kind ten laste beschouwd:

    a) een persoon uit het gezin van de aanvrager, zijn opdrachtgevers, die erkend is als persoon met een handicap overeenkomstig artikel 1, 32° van het Wetboek ;

    b) iedere persoon erkend als persoon met een handicap, die op weg is om gedomicilieerd te zijn in de woning van de aanvrager, zijn opdrachtgevers en die een verwantschapsband tot in de derde graad heeft met één van de personen van het gezin van de aanvrager of zijn opdrachtgevers;

  15. het kind ten laste erkend als persoon met een handicap of voor wie de aanvrager, zijn opdrachtgevers of een lid van zijn gezin gezinsbijslagen voor weeskinderen ontvangt;

    d) het ongeboren kind, d.w.z. een kind dat op de datum van de aanvraag ten minsten 90 dagen is verwekt.

  16. 5.000 euro wordt afgetrokken voor elk familielid ouder dan 60 jaar van de aanvrager, zijn opdrachtgevers tot in de derde graad, die in de woning van de aanvrager of zijn opdrachtgevers woonachtig is of is geweest, of de persoon met wie dat familielid gehuwd is, gehuwd is geweest, gewoonlijk woont of heeft gewoond.

    § 3. Behalve voor de verenigingen van mede-eigendom, worden de basisbedragen van elke premie...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT