12 MAART 2024. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 juni 2023 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten die worden gefinancierd via het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling
RechtsgrondDit besluit is gebaseerd op:- de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;- het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, artikel 6bis, § 3, ingevoegd bij het decreet van 7 mei 2004 en gewijzigd bij het decreet van 27 oktober 2017;- het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, artikel 45, gewijzigd bij het decreet van 12 december 2008, artikel 46, gewijzigd bij de decreten van 12 december 2008 en 9 mei 2014;- het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten die worden gefinancierd via het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, artikel 7, § 4, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 februari 2024, artikel 16 en artikel 17.VormvereistenDe volgende vormvereisten zijn vervuld:- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 4 januari 2024.- Er is een verzoek om spoedbehandeling ingediend, gemotiveerd door de omstandigheid dat de wijziging in dit besluit onder meer tot doel heeft landbouwers op korte termijn meer mogelijkheden te bieden om beheerovereenkomsten toe te passen op hun bedrijf door combinaties met niet-productieve elementen toe te staan vanaf 2024. Die inhoudelijke bijsturing is goedgekeurd door de Europese Commissie op 21/12/2023 via een wijziging van het GLB Strategisch Plan. In de voormelde wijziging van het GLB Strategisch Plan is vermeld dat de inhoudelijke bijsturing voor beheerovereenkomsten ingaat vanaf 2024. Landbouwers die een nieuwe beheerovereenkomst voor het jaar 2024 willen sluiten, moeten die voor 15 december 2023 ondertekenen. Het is belangrijk om die landbouwers voldoende duidelijkheid te geven over de voorwaarden die van toepassing zullen zijn op hun nieuwe beheerovereenkomst. - De Raad van State heeft overeenkomstig artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, op 2 februari 2024 besloten om geen advies te verlenen.DE VLAAMSE MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN TOERISME BESLUIT:Artikel 1. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 14 juni 2023 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten die worden gefinancierd via het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling worden een punt 6° /1 en een punt 6° /2 ingevoegd, die luiden als volgt:"6° /1° NPE: niet-productieve elementen en arealen als vermeld in artikel 64 van het besluit van 21 april 2023;6° /2° onkruidsnede: het maaien of klepelen op een hoogte van minstens 10 cm boven de grond na de inzaai van het gewas en voor 1 juli met als doel de kansen voor een goede opkomst van het ingezaaide gewas te verhogen en de onkruiddruk te verlagen;".Art. 2. In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:1° aan het tweede lid, 2°, wordt de volgende zin toegevoegd: "Bij slechte opkomst kan het beheervoorwerp voor 1 augustus opnieuw ingezaaid worden met Japanse haver;";2° in het tweede lid wordt een punt 3° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "3° /1 in afwijking van punt 2° kan het beheervoorwerp ook op een van de volgende tijdstippen ingezaaid worden met een wintergraan in de volgende gevallen: a) voorafgaand aan de start van de beheerovereenkomst. In dit geval kan het wintergraan dan niet geoogst of ondergewerkt worden tot de volgende inzaai van een zomergraan of zaadleverend mengsel in het tweede jaar; b) voor 31 december van het jaar waarin een mengsel met vlinderbloemigen is ingezaaid als vermeld in punt 3°. In dit geval kan het wintergraan dan niet geoogst of ondergewerkt worden tot de volgende inzaai van een zomergraan of zaadleverend mengsel in het derde jaar of vijfde jaar;";3° het derde lid wordt vervangen door wat volgt: "Voor het beheerpakket faunavoedselgewas standaard, vermeld in artikel 14, gelden de volgende basisnormen: 1° de verbodsbepalingen, vermeld in artikel 10, § 1, en artikel 14 van het Soortenbesluit van 15 mei 2009, naleven; 2° voor beheervoorwerpen die ook meetellen voor het behalen van het minimumpercentage NPE op bouwland, de voorwaarden voor het aanhouden van NPE op het perceel naleven.".Art. 3. In...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI