12 JUNI 2015. - Ministerieel besluit tot bepaling van de minimale sectorale eisen voor de opmaking van de bestekken voor de productie van varkensvlees van gedifferentieerde kwaliteit

De Minister van Landbouw,

Gelet op het Waalse Landbouwwetboek, inzonderheid op de artikelen D.6, § 1 en § 4, D. 17, D.61, D.179, § 3, tweede lid, en § 4, en D.180, § 2;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 tot invoering van het gewestelijk stelsel inzake gedifferentieerde kwaliteit voor landbouwproducten en levensmiddelen, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op het ministerieel besluit van 2 februari 2004 tot vaststelling van de minimale criteria voor de erkenning van de gedifferentieerde kwaliteit in de varkenssector;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 juni 2014;

Gelet op het overleg gepleegd op 20 november 2014 tussen de Gewestregeringen en de federale overheid, goedgekeurd op 16 december 2014;

Gelet op het evaluatierapport over de weerslag van het project op de respectievelijke toestand van vrouwen en mannen;

Gelet op het advies 57.069/4 van de Raad van State, gegeven op 4 maart 2015, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies uitgebracht op 15 april 2014 door de Wetenschappelijke Adviescommissie voor Agrovoedingsproducten van het Waalse Gewest (CCSPA),

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en begripsomschrijving

Artikel 1. Dit besluit legt de minimale sectorale eisen vast die een gemeenschappelijke basissokkel vormen voor het opmaken van de bestekken voor de productie van varkensvlees van gedifferentieerde kwaliteit

Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. "varkensproductie-eenheid" : productie-eenheid zoals bepaald in artikel D.3, 35°, van het Waalse Landbouwwetboek, die bestemd is voor de varkensspeculatie, die overeenstemt met een bepaalde geografische site identificeerbaar via het adres van het beslag, het adres van de sanitaire verantwoordelijke of het factuuradres;

  2. "nieuw gebouw" : het gebouw voor de varkensproductie waarvan de eenmalige vergunning na de datum van inwerkingtreding van dit besluit is afgegeven;

  3. "vetmestingspartij" : het geheel van de varkens die vetgemaakt worden in eenzelfde vetmestingshok die gelijkwaardig is aan elke onderverdeling van een vetmestingskamer verricht via de bouw van vaste of verplaatsbare scheidingswanden bestemd voor de scheiding van de vetmestingspartijen;

  4. "opfok" : de landbouwactiviteit die erin bestaat varkens geboren te laten worden en te fokken tot de leeftijd van 10 tot 12 weken of een gewicht van ongeveer 30 tot 35 kg;

  5. "vetmesting" : de landbouwactiviteit die erin bestaat varkens vanaf de leeftijd van 10 tot 12 weken of een gewicht van ongeveer 30 tot 35 kg te fokken om ze op een gewicht van ongeveer 90 tot 120 kg te slachten;

  6. "gesloten circuit" : de productiewijze die erin bestaat de biggen te fokken en de varkens vet te mesten binnen eenzelfde bedrijf;

  7. "oorsprong" : de oorsprong van de biggen met inbegrip van het nummer van het beslag waarvan ze afkomstig zijn;

  8. "aromatisch en eetlustopwekkend stof" : de natuurlijke producten en hun synthetische derivaten die, eens toegevoegd aan voeder voor varkens, de geur en de palatabiliteit ervan toenemen;

    Art. 3. Dit besluit dekt :

  9. na de opfokfase, de productie van biggen van gedifferentieerde kwaliteit, waarvan minstens 50 % op jaarlijkse basis bestemd zijn voor een vetmesting in een keten van gedifferentieerde kwaliteit;

  10. na de vetmestingsfase, de productie van mestvarkens :

    1. die stressbestendig zijn;

    2. die afkomstig zijn van biggen van gedifferentieerde kwaliteit;

    3. die afkomstig zijn van biggen waarvan het maximaal gewicht in het begin van de vetmestingsfase op 35 kg is bepaald;

    4. waarvan de duur van de vetmestingsfase minstens 100 dagen is;

    5. die per varkensproductie-eenheid en op elk ogenblik niet afkomstig zijn van meer dan drie verschillende oorsprongen;

    6. die per vetmestingspartij dezelfde oorsprong hebben;

    7. waarvan de leeftijd bij het slachten en het karkas binnen een in het productdossier bepaalde tussentijd inbegrepen zijn;

    8. die in karkassen, vlees of vleesproducten van gedifferentieerde kwaliteit gevaloriseerd worden.

    HOOFDSTUK II. - Organisatie en beschrijving van de keten

    Art. 4. De productie van varkensvlees van gedifferentieerde kwaliteit voldoet aan een erkend bestek dat van toepassing op een ketenorganisatie die bestaat uit minstens één landbouwer en die door een promotor wordt gecoördineerd.

    Art. 5. Voor de toepassing van dit besluit zorgt een keten minstens voor :

    - de productie van mestvarkens die de voorwaarden van artikel 3, 2° naleeft;

    - het slachten van mestvarkens;

    - de verandering van de karkassen afkomstig van de mestvarkens;

    - de commercialisering van varkensvlees en vleesproducten van gedifferentieerde kwaliteit afkomstig van de karkassen.

    De productie van biggen van gedifferentieerde kwaliteit die de voorwaarden van artikel 3, 2° naleeft, kan gewaarborgd worden door een keten zoals bepaald in het eerste lid of door een onafhankelijke keten.

    Art. 6. Om een billijke verdeling van de marges en een significante meerwaarde aan de landbouwer te garanderen, sluit de promotor van de keten een overeenkomst met de landbouwer in de zin van artikel 4, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 tot invoering van het gewestelijk stelsel inzake gedifferentieerde kwaliteit voor landbouwproducten en levensmiddelen. Er wordt een patroon van overeenkomst bij het productdossier gevoegd.

    De promotor van de keten kan een overeenkomst met de andere operatoren van de keten sluiten.

    HOOFDSTUK III

    Familiaal karakter van de landbouwbedrijven en antwoord van de keten op de verwachtingen van de maatschappij

    Art. 7. De varkensproductie van gedifferentieerde kwaliteit wordt waargenomen door familiale landbouwbedrijven waarvan het bedrijfshoofd eigenaar is van de varkens die hij fokt of vetmest.

    De bedrijven bestaan uit varkensproductie-eenheden die voldoen aan de klassen 2 en 3 bepaald in het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten. De varkensproductie-eenheid die dit criterium niet vervult en die vóór de inwerkingtredingsdatum van dit besluit in een keten erkend als gedifferentieerde kwaliteit overeenkomstig het ministerieel besluit van 2 februari 2004 tot vaststelling van de minimale criteria voor de erkenning van de gedifferentieerde kwaliteit in de varkenssector produceert, wordt van die verplichting vrijgesteld voor zover de eenheden niet uitgebreid worden.

    Een familiaal bedrijf bevat hoogstens 750 zeugenplaatsen en hun biggen tot maximum 12 leeftijdsweken, of 2 000 mestvarkensplaatsen, en 300 zeugenplaatsen in een gesloten circuit. Om het soort bedrijf te beoordelen, worden alle varkens, al dan niet van gedifferentieerde kwaliteit, in aanmerking genomen. Voor de bedrijven die over meer dan 2 000 mestvarkensplaatsen beschikken en die, vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit in een keten erkend als van gedifferientieerde kwaliteit overeenkomstig het ministeriële besluit van 2 februari 2004 produceren, is het maximumaantal varkensplaatsen gelijk aan het aantal plaatsen dat in deze bedrijven op de datum van inwerkingtreding van dit besluit is vastgesteld.

    Art. 8. Teneinde tot een evenwichtige betrekking bij te dragen tussen de ontwikkeling van de landbouw en de verwachtingen van de maatschappij, sluit het productdossier maatregelen in om de geluids- of geurhinder en de hinder gebonden aan de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT