12 JULI 2015. - Koninklijk besluit betreffende de installatie, de samenstelling en de werking van het Strategisch Comité in uitvoering van artikel 5, § 1, van de wet van 1 april 1971 houdende oprichting van een Regie der Gebouwen

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 1 april 1971 houdende oprichting van een Regie der Gebouwen zoals gewijzigd door de wet van 24 april 2014;

Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 en 25 februari 2015;

Gelet op de adviezen 54.304/3, 57.041/3-57.042/3 en 57.505/3 van de Raad van State, gegeven op 18 november 2013, 13 februari 2015 en 8 juni 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 27 maart 2015;

Gelet op het advies van de Raad van State n° 54.304/3, gegeven op 18 november 2013, in toepassing van artikel 84, 1ste alinea, 2° van de Gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voordracht van Onze Vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen en op het advies van de in Raad vergaderde ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. De Regie der Gebouwen richt een permanent en gestructureerd overleg in met de federale openbare diensten waarvoor de Regie der Gebouwen haar opdrachten vervult.

Dit overleg wordt georganiseerd in het Strategisch Comité.

Art. 2. § 1. Het Strategisch Comité bestaat uit 10 stemgerechtigde leden, namelijk:

  1. een voorzitter aangewezen door de Ministerraad op voorstel van de minister bevoegd voor de Regie der Gebouwen;

  2. de voorzitter van de federale overheidsdienst Personeel en Organisatie;

  3. twee voorzitters van federale overheidsdiensten en hun plaatsvervangers aangewezen voor een termijn van drie jaar, één maal verlengbaar, door het College van de Voorzitters;

  4. een administrateur-generaal van de instellingen van openbaar nut zoals opgesomd in de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige openbare instellingen en zijn plaatsvervanger, gekozen voor een termijn van drie jaar, één maal verlengbaar, door de Administrateurs-generaal van de Instellingen van Openbaar Nut;

  5. de Administrateur-generaal van de Regie der Gebouwen en een door hem aangeduid lid van het Directiecomité;

  6. drie externe personen die geen deel uitmaken van de hierboven opgesomde organisaties.

    Deze externe personen worden voor een termijn van drie jaar, één maal verlengbaar voor drie jaar, benoemd door de Ministerraad op voorstel van de minister bevoegd voor de Regie der Gebouwen op basis van hun competentie inzake...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT