11 SEPTEMBER 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging, met het oog op de omzetting van richtlijn 2013/50/EU, van het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en van het koninklijk besluit van 14 februari 2008 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen alsmede tot wijziging van de koninklijke besluiten van 27 april 2007 op de openbare overnamebiedingen en op de openbare uitkoopbiedingen en van het koninklijk besluit van 21 augustus 2008 houdende nadere regels voor bepaalde multilaterale handelsfaciliteiten

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, strekt ertoe gebruik te maken van de machtigingen die U zijn verleend door artikel 10, § 4, vijfde lid, § 5 en § 5bis van de wet van 2 augustus 2002 en door de artikelen 6, § 7, 9, § 1, 3°, en 13 van de wet van 2 mei 2007.

Artikel 10 van de wet van 2 augustus 2002 heeft betrekking op de verplichtingen inzake de informatieverstrekking aan het publiek en de verplichtingen ten aanzien van de houders van effecten. De paragrafen 4, vijfde lid en 5 werden gewijzigd en paragraaf 5bis werd ingevoegd bij artikel 6 van de wet van 27 juni 2016 tot wijziging, met het oog op de omzetting van richtlijn 2013/50/EU, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, van de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen.

De wet van 2 mei 2007 heeft betrekking op de verplichtingen inzake openbaarmaking van belangrijke deelnemingen. De artikelen 6 en 9 werden gewijzigd bij de artikelen 25 en 27 van de voornoemde wet van 27 juni 2016.

Aldus heeft dit besluit tot doel richtlijn 2013/50/EU verder om te zetten.

Het besluit strekt er tevens toe gebruik te maken van de machtiging die U is verleend door artikel 8, tweede lid, 4°, van de wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen en, in dat kader, artikel 119 van richtlijn 2014/59/EU om te zetten.

Het besluit strekt er tevens toe gebruik te maken van de machtiging die U is verleend door artikel 8, tweede lid, 8°, van dezelfde wet.

Het besluit strekt er tenslotte toe gebruik te maken van de machtigingen die U zijn verleend door artikel 15, tweede lid, van de wet van 2 augustus 2002 en door artikel 37, eerste lid, van de voornoemde wet van 27 juni 2016.

COMMENTAAR BIJ DE ARTIKELEN

Hoofdstuk I. Inleidende bepaling

Artikel 1. Artikel 1 verwijst naar de richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad die door dit besluit gedeeltelijk in Belgisch recht worden omgezet.

Hoofdstuk II. Wijzigingen van het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt

Art. 2 (wijziging van artikel 2) : De bestaande definitie van emittent wordt, conform het gewijzigde artikel 2 (1) d) van de transparantierichtlijn, uitgebreid tot natuurlijke personen, voor het geval dat er ooit effecten uitgegeven door een natuurlijke persoon tot de verhandeling op een gereglementeerde markt zouden worden toegelaten en België voor zo'n emittent lidstaat van herkomst zou zijn.

In de definitie van emittent wordt tevens "rechtspersoon" vervangen door "juridische entiteit", een begrip dat vervolgens ook gedefinieerd wordt. Bij de omzetting van richtlijn 2004/109/EG werd de term "juridische entiteit" omgezet als "rechtspersoon". Nu richtlijn 2013/50/EU uitdrukkelijk vermeldt dat verwijzingen naar juridische entiteiten ook geregistreerde ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid en trusts omvatten, kan de term "rechtspersoon" echter niet langer behouden blijven.

De definitie van gereglementeerde informatie wordt uitgebreid tot vrijwillig opgestelde kwartaalinformatie. Dit gebeurt om emittenten die, na de afschaffing van de verplichte kwartaalrapportering in de vorm van tussentijdse verklaringen of van driemaandelijkse financiële verslagen, kwartaalinformatie zullen blijven openbaar maken toe te laten, maar ook te verplichten, die informatie te verspreiden op dezelfde wijze als andere periodieke informatie. De definitie van gereglementeerde informatie wordt ook uitgebreid tot de informatie bedoeld in artikel 16, 2° (bijzondere verslagen opgesteld in het kader van het gebruik van het toegestane kapitaal) en 3° (notulen). Hierdoor zal deze informatie moeten worden openbaar gemaakt en opgeslagen op de wijze die het koninklijk besluit voorschrijft voor openbaarmaking en opslag van gereglementeerde informatie. Op die wijze beoogt de Regering de openbaarmaking en de opslag van deze informatie op dezelfde manier als de oproepingen tot algemene vergaderingen.

Paragraaf 2 wordt aangepast om rekening te houden met de wijziging van de definitie van emittent in § 1, alsmede om de behandeling te verduidelijken van niet-genoteerde financiële instrumenten die zijn belichaamd in certificaten die wel tot de verhandeling op een gereglementeerde markt zijn toegelaten.

Art. 3 (wijziging van artikel 4) : Artikel 4 van het koninklijk besluit van 14 november 2007, dat uitvoering verleent aan artikel 10, § 4, vijfde lid, van de wet van 2 augustus 2002, dient gewijzigd te worden om de Belgische regelgeving inzake de vaststelling en de keuze van lidstaat van herkomst en de openbaarmaking daarvan in overeenstemming te brengen met de regels voorgeschreven door richtlijn 2013/50/EU.

Tot nu toe legde artikel 4, conform richtlijn 2004/109/EG, enkel aan emittenten bedoeld in artikel 10, § 3, 2°, van de wet van 2 augustus 2002 een verplichting op tot openbaarmaking en melding aan de FSMA van het feit dat zij België als lidstaat van herkomst hadden gekozen.

De verplichting tot openbaarmaking wordt, conform richtlijn 2013/50/EU, uitgebreid tot alle emittenten waarvoor België de lidstaat van herkomst is, ook al gebeurt de vaststelling van de lidstaat van herkomst voor het merendeel van deze emittenten automatisch.

Richtlijn 2013/50/EU breidt de verplichting tot openbaarmaking uit als reactie op de vaststelling dat bepaalde emittenten waarvan effecten zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt in de EU sinds de inwerkingtreding de nationale wetgevingen tot omzetting van richtlijn 2004/109/EG nog steeds geen lidstaat van herkomst hebben gekozen. Een sluitend systeem om na te gaan of alle emittenten hun verplichting op dat vlak naleven, vereist dat de toezichthouders (zowel die van de lidstaat van herkomst als die van de lidstaat van ontvangst en in bepaalde gevallen die waar de emittent zijn statutaire zetel heeft) er voor elke emittent van op de hoogte zijn welke lidstaat zijn lidstaat van herkomst is Dat doel kan maar bereikt worden door alle emittenten te laten openbaar maken welke lidstaat hun lidstaat van herkomst is en in het verlengde daarvan deze informatie over te maken aan de toezichthouders van zowel de lidstaat van herkomst als van de lidstaat (of lidstaten) van ontvangst en - als deze noch lidstaat van herkomst, noch lidstaat van ontvangst is - van de lidstaat waar de emittent zijn statutaire zetel heeft.

Het eerste lid van artikel 4 legt de verplichting tot openbaarmaking van de lidstaat van herkomst op aan alle emittenten waarvan de effecten voor het eerst tot de verhandeling op een gereglementeerde markt worden toegelaten en waarvoor België de lidstaat van herkomst is.

In een overgangsbepaling wordt bepaald dat emittenten waarvan de effecten reeds tot de verhandeling op een gereglementeerde markt zijn toegelaten op 27 november 2015 en waarvoor België de lidstaat van herkomst is, vrijgesteld zijn van deze openbaarmakingsverplichting. Voor hen is het immers duidelijk dat België hun lidstaat van herkomst is. Het gaat met name om de emittenten die op heden reeds:

- onder artikel 10, § 3, eerste lid, 1°, a) van de wet van 2 augustus 2002 vallen;

- onder artikel 10, § 3, eerste lid, 1°, b) of 2°, van de wet van 2 augustus 2002 vallen en hun keuze voor België als lidstaat van herkomst al aan de FSMA hebben meegedeeld.

De Regering herinnert eraan dat de lijst van emittenten waarvoor België de lidstaat van herkomst is, openbaar wordt gemaakt via de website van de FSMA.

De verplichting om de lidstaat van herkomst openbaar te maken gaat, op grond van artikel 42 van het koninklijk besluit van 14 november 2007, gepaard met de verplichting tot overmaking van die informatie aan de FSMA: de openbaarmaking gebeurt immers overeenkomstig titel V van het besluit. De overmaking aan de FSMA zal dus, conform het derde lid van het voornoemde artikel 42, langs elektronische weg gebeuren en niet langer per aangetekende brief of brief met ontvangstbewijs zoals bepaald is in het huidige artikel 4.

Voor de andere emittenten dan die bedoeld in artikel 10, § 3, van de wet van 2 augustus 2002 die nog geen lidstaat van herkomst hebben gekozen is ofwel artikel 28/1 ofwel artikel 30/2 van toepassing.

De richtlijn verplicht niet enkel tot openbaarmaking aan de toezichthouder van de lidstaat van herkomst, zijnde de FSMA voor emittenten waarvoor België de lidstaat van herkomst is, maar ook tot een melding aan de toezichthouder(s) van de lidstaat of lidstaten van ontvangst en aan de toezichthouder van de lidstaat van de statutaire zetel, indien die lidstaat noch lidstaat van herkomst, noch lidstaat van ontvangst is. Dit laatste wordt voor zover nodig gepreciseerd in het tweede lid.

Art. 4 (wijziging van artikel 9) : De wijziging van artikel 9 is technisch van aard en vloeit voort uit de wijziging van artikel 7 van de wet van 2 mei 2007.

Art. 5 (wijziging van artikel 12) : Ook de wijziging van artikel 12, § 4 is technisch van aard en heeft betrekking op de intrekking van de vierde en zevende richtlijn.

Art. 6 (herstel van artikel 14) : Artikel 6 heeft tot doel in het koninklijk besluit van 14 november 2007 een nieuwe verplichting in te voeren, voor emittenten van effecten die actief zijn in de winningsindustrie of de houtkap van oerbossen.

Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT