11 MEI 2017. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 2 februari 2017 betreffende de ontwikkeling van bedrijfsparken

De Waalse Regering,

Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op het decreet van 2 februari 2017 betreffende de ontwikkeling van bedrijfsparken;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 21 oktober 2004 tot uitvoering van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 februari 2016;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 19 mei 2016;

Gelet op het advies 61.047/2 van de Raad van State, gegeven op 22 maart 2017, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het evaluatierapport van de weerslag van het project op de respectievelijke toestand van vrouwen en mannen;

Op de voordracht van de Minister van Openbare Werken, Gezondheid, Sociale Actie en Erfgoed;

Na beraadslaging,

Besluit :

TITEL 1. - Begripsomschrijving

Artikel 1. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. het decreet : het decreet van 2 februari 2017 betreffende de ontwikkeling van bedrijfsparken;

  2. de Minister : de Minister bevoegd voor de bedrijfsruimten;

  3. de leidend ambtenaar : de directeur-generaal van het Operationele Directoraat-generaal Economie, Tewerkstelling en Onderzoek of één van de ambtenaren die de Regering daartoe aanwijst;

  4. het aankoopcomité : het comité vallend onder het Departement Aankoopcomités van het Overkoepelend Directoraat-generaal Begroting, Logistiek en Informatie- en Communicatietechnologieën van de Waalse Overheidsdienst.

    TITEL 2. - Operatoren

    Art. 2. Het contract voor de oprichting van een operator van categorie A bij wege van de vereniging bedoeld in artikel 2, § 1, h) van het decreet of de statuten van een rechtspersoon bedoeld in artikel 2, § 1, i), van het decreet worden geregeld bij de volgende voorwaarden :

    1. het beheersorgaan van de vereniging of de rechtspersoon is bevoegd voor :

      1. de beslissingen betreffende de handelingen m.b.t. de toekenning van de subsidie en de supervisies ervan;

      2. de aanneming en de overmaking aan de Regering van het meerjarig programma en de bijwerkingen ervan;

      3. de aanneming van het jaarlijks verslag bedoeld in artikel 71 van het decreet;

    2. de overeenkomst van de vereniging of de statuten van de rechtspersoon overeenstemmend met dit artikel worden door de Minister goedgekeurd.

      Voor het overige zijn de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de stichtingen, de Europese politieke partijen en de Europese politieke stichtingen van toepassing.

      Art. 3. Het contract voor de oprichting van een operator van categorie B bij wege van de vereniging bedoeld in artikel 2, § 2, a) van het decreet of de statuten van een rechtspersoon bedoeld in artikel 2, § 2, b), van het decreet worden geregeld bij de volgende voorwaarden :

    3. het beheersorgaan van de vereniging of de rechtspersoon is bevoegd voor :

      1. de beslissingen betreffende de handelingen m.b.t. de toekenning van de subsidie en de supervisies ervan;

      2. de aanneming en de overmaking aan de Regering van het meerjarig programma en de bijwerkingen ervan;

      3. de aanneming van het jaarlijks verslag bedoeld in artikel 71 van het decreet;

    4. het beheersorgaan van de vereniging of de rechtspersoon is samengesteld als volgt :

      1. elke operator van categorie A, lid van de vereniging of vennoot van de rechtspersoon, wijst minstens een stemgerechtigd lid binnen het beheersorgaan aan;

      2. wanneer de intercommunale op het grondgebied waarvan het gebouw gelegen is, geen lid is van de vereniging of geen vennoot is van de rechtspersoon, beschikt ze evenwel ook over een stemgerechtigd lid;

      3. het aantal stemrechten van de vertegenwoordigers aangewezen binnen het beheersorgaan van de vereniging of van de rechtspersoon door de operatoren van categorie A is altijd hoger dan het aantal stemrechten van de andere leden;

      4. het voorzitterschap van het beheersorgaan wordt altijd toevertrouwd aan een vertegenwoordiger aangewezen onder de vertegenwoordigers van de operatoren van categorie A;

      5. de beslissingen van het beheersorgaan worden bij meerderheid van stemmen aangenomen waardoor de beslissingsmacht bij meerderheid van de operatoren van categorie A in ieder geval wordt bevestigd. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend;

    5. de resultaten worden opgesplitst door aan de operatoren van categorie A een deel van de winsten toe te kennen die minstens evenredig is aan hun inbrengen in de vereniging of de rechtspersoon, rekening houdend met het feit dat de aan de vereniging of de rechtspersoon toegekende subsidies worden opgenomen in de basis van de inbrengberekening; in geval van vereffening of ontbinding binnen een termijn van maximum 10 jaar te rekenen van de toekenning van de subsidie wordt de winstmarge bij voorkeur gebruikt voor de terugbetaling van de subsidie;

    6. de overeenkomst van de vereniging of de statuten van de rechtspersoon overeenstemmend met dit artikel worden door de Minister goedgekeurd.

      Voor het overige zijn de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de stichtingen, de Europese politieke partijen en de Europese politieke stichtingen van toepassing.

      Art. 4. Het meerjarig programma van infrastructurele investeringen en de bijwerkingen ervan worden overeenkomstig bijlage I bij dit besluit opgemaakt.

      Het meerjarig programma van infrastructurele investeringen en de bijwerkingen ervan worden door de operator aan de Minister overgemaakt. De zending geschiedt bij elk procédé waarbij het bewijs van de datum van zending en van de ontvangst ervan wordt geleverd.

      Het visum van de Minister bestaat in een aan de operator gerichte mededeling waarin de volgende elementen worden vermeld :

    7. de datum van ontvangst van het meerjarig programma van infrastructurele investeringen of de bijwerkingen ervan;

    8. de gehele of gedeeltelijke goedkeuring van de doelstellingen en de opsomming van de investeringen van het meerjarig programma van infrastructurele investeringen of de bijwerkingen ervan;

    9. de herinnering aan het feit dat de visum van de Minister geen verbintenis van de Minister tot gevolg heeft wat betreft de goedkeuring van de omtrekken of de toekenning van de door de operator aangevraagde steun.

      Indien de Minister het meerjarig programma van infrastructurele investeringen of de bijwerkingen ervan van een gedeeltelijk visum voorziet, bepaalt hij de reikwijdte van het visum en de redenen van zijn beslissing.

      TITEL 3. - Erkenningsomtrek, onteigening en voorkooprecht

      HOOFDSTUK I. - Erkenningsomtrek

      Afdeling 1. - Algemene bepalingen

      Art. 5. Boven de kleinhandelactiviteiten van ondersteunende aard bedoeld in artikel 1, 1°, van het decreet vormen de volgende activiteiten ondersteunende dienstenactiviteiten toegelaten binnen de erkenningsomtrek in de zin van artikel 6, § 1, van het decreet voor zover ze bij de toelating ervan bij stedenbouwkundige vergunning, milieuvergunning of globale vergunning of bij de inbedrijfstelling ervan indien ze van een vergunning worden vrijgesteld, inspelen op een behoefte waarin nog niet is voorzien binnen een straal van 1000 meter van de erkenningsomtrek :

    10. de activiteiten van dienstverleningen aan de ondernemingen die een band vertonen van functionele aard, van geografische nabijheid en economische afhankelijkheid met de bestaande of overwogen activiteiten binnen die omtrek;

    11. de buurt- en nabijheidsdiensten, zoals een postpunt, een afhaalpunt, een pressing, een consignatie;

    12. de woningen van de exploitant of van het bewakingspersoneel;

    13. de ondersteunende dienstencentra zoals kinderdagverblijven;

    14. de HORECA-inrichtingen die een band vertonen van functionele aard, van geografische nabijheid en economische afhankelijkheid met de bestaande of overwogen activiteiten binnen die omtrek;

    15. de broodjeszaken;

    16. de tankstations;

    17. de parkings.

      Art. 6. § 1. Om de artikelen 12, § 2, eerste lid, a), 17, § 2, eerste lid, a), en 46, § 2, eerste lid, a) van het decreet na te leven voorziet de erkenningsaanvraag, wanneer ze vereist wordt, in de uitvoering van een terreinaanbod dat inspeelt op behoefte geïdentificeerd op schaal van verschillende gemeenten op basis van een aangepast referentiegrondgebied. Het feit dat de uitvoering ervan wordt aangetoond, wordt opgenomen in de beoordeling van de sociaal-economische opportuniteit van het project in de zin van artikel 8, tweede lid, b), van het decreet.

      § 2. Om n de artikelen 12, § 2, eerste lid, b), 17, § 2, eerste lid, b), en 46, § 2, eerste lid, b) van het decreet na te leven voorziet de erkenningsaanvraag in :

    18. inrichtingen waarvan de uitwerking als langdurig en duurzaam wordt erkend, waarbij de frequentie van het onderhoud kan worden beperkt en de levensduur van de infrastructuur kan worden verlengd;

    19. uitrustingen of inrichtingen waarbij de impregnatie van de gronden beperkt kan worden;

    20. gemeenschappelijke en geïntegreerde infrastructuren voor het beheer van het regenwater en de opvang van afvalwater behalve indien het saneringsplan per onderstroomgebied het verbiedt of indien de erkende saneringsinstelling het afraadt;

    21. de goedkeuring van een mobiliteitstrategie specifiek voor de omtrek, waarin het vervoer van goederen wordt inbegrepen en waarin het gebruik van alternatieve vervoerswijzen worden voorzien, zoals het openbaar vervoer, de zachte vervoermiddelen, de gedeelde vervoermiddelen of de carpooling.

      Bovendien kan de erkenningsaanvraag met name voorzien in :

    22. de installatie van elke inrichting binnen of buiten de omtrek gebonden, zelfs gedeeltelijk, aan een hernieuwbare energiebron waarvan meerdere ondernemingen binnen de omtrek genieten voor zover haar openbare financiering wordt toegelaten;

    23. de uitvoering van elke inrichting voor de circulaire energie via de oprichting van synergieën tussen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT