11 MAART 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van de bedrijfsvoorheffing

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 275, §§ 1 en 2:

Gelet op het KB/WIB 92:

- artikel 88, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 december 2022;

- bijlage III, vervangen bij het koninklijk besluit van 11 december 2023;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende:

- dat dit besluit de regels inzake bedrijfsvoorheffing in overeenstemming brengt met de nieuwe regels voor de fiscale werkbonus die ingaan vanaf 1 april 2024;

- dat de bijlage III bij het KB/WIB 92 grondig werd herzien wat betreft de bedrijfsvoorheffing die aan de bron verschuldigd is op de inkomsten die vanaf 1 januari 2023 zijn betaald of toegekend in vergelijking met de vorige jaren;

- dat ingevolge deze herziening het geval van werknemers die het slachtoffer zijn van een arbeidsongeval en hun vervangingsinkomen rechtstreeks van hun werkgever in de publieke sector ontvangen, is weggelaten uit de bijlage III, zoals bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad in haar nieuwe versie;

- dat deze wijziging pas sinds 1 januari 2024 in de praktijk wordt toegepast door schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing;

- dat bij een strikte toepassing van de bijlage III de bedrijfsvoorheffing die wordt ingehouden op de tijdelijke vervangingsinkomsten van de voormelde belastingplichtigen veel te hoog blijkt te zijn en niet overeenkomt met de uiteindelijke belastingdruk die zij zullen moeten dragen bij de vestiging van hun aanslag in de personenbelasting;

- dat het geval van sporters die op 1 januari 2025 24 jaar oud zijn, niet is opgenomen maar wel moet worden beoogd in de nummers 140 en 144.2 van de toepassingsregels van bijlage III;

- dat dit besluit, wat de bedrijfsvoorheffing op uitkeringen ingevolge een arbeidsongeval en de bezoldigingen van sporters betreft van toepassing moet zijn op de vanaf 1 januari 2024 betaalde of toegekende inkomsten en wat de vermindering voor de werkbonus in de bedrijfsvoorheffing betreft, op de sociale werkbonussen die vanaf 1 april 2024 worden verleend;

- dat het ten spoedigste ter kennis moet worden gebracht van de schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing;

- dat dit besluit dus dringend moet worden getroffen;

Op voordracht van de minister van Financiën,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Nummer 46.2. van de toepassingsregels van de bijlage III...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT