11 FEBRUARI 2020. - Besluit van het afdelingshoofd van de afdeling Waarborgen en beheren tot subdelegatie van sommige beslissingsbevoegdheden met betrekking tot het Fonds culturele infrastructuur aan de teamverantwoordelijke van het team Infrastructuur en instellingen
Rechtsgronden
Dit besluit is gebaseerd op:
- het decreet van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999, artikel 49 en 54;
- het besluit van de Vlaamse Regering van 2 februari 1999 tot regeling van het beheer en de werking van het Fonds culturele infrastructuur, artikel 4, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006;
- het besluit van de leidend ambtenaar van 4 februari 2020 tot delegatie van sommige bevoegdheden met betrekking tot het Fonds culturele infrastructuur aan het afdelingshoofd Waarborgen en beheren van het Departement Cultuur, Jeugd en Media, artikel 12.
Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De Vlaamse minister, bevoegd voor de cultuur, heeft een machtiging gegeven op 30 januari 2020.
HET AFDELINGSHOOFD VAN DE AFDELING WAARBORGEN EN BEHEREN BESLUIT:
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het Fonds culturele infrastructuur.
Art. 2. In dit besluit wordt verstaan onder:
-
FoCI: Fonds culturele infrastructuur, opgericht door artikel 49 van het decreet van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999;
-
decreet: het decreet van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999;
-
teamverantwoordelijke: het personeelslid, van minstens niveau A2, belast met de leiding van het team Infrastructuur en instellingen van de afdeling Waarborgen en beheren.
Art. 3. § 1. De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de perken en met in achtneming van de voorwaarden en modaliteiten die zijn vastgelegd in de bepalingen van relevante wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders en andere vormen van reglementeringen, richtlijnen en beslissingen, alsook van het desbetreffende ondernemingsplan.
§ 2. De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden, kunnen alleen uitgeoefend worden voor de aangelegenheden die tot de taken van het FoCI behoren.
Art. 4. Als in dit besluit de beslissingsbevoegdheid voor bepaalde aangelegenheden expliciet gedelegeerd wordt, strekt de delegatie zich ook uit tot:
-
de beslissingen die moeten worden genomen in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de bedoelde aangelegenheden;
-
de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of er inherent deel van uitmaken;
-
het sluiten van overeenkomsten.
Art. 5. Als het gebruik van de bij dit besluit verleende delegaties gepaard gaat met het plaatsen van een overheidsopdracht, gelden de bepalingen van artikel 11.
Art. 6. De bedragen, vermeld in dit besluit, zijn exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.
HOOFDSTUK 2. - Delegatie voor de uitvoering van de begroting
Art. 7. § 1. De teamverantwoordelijke heeft delegatie om, in het kader van de uitvoering van de begroting en binnen de perken van de in de...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI