11 DECEMBER 2019. - Koninklijk besluit betreffende de inzameling van gegevens met het oog op het opstellen van de driemaandelijkse nationale rekeningen

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het Instituut voor Nationale Rekeningen stelt, op grond van artikel 108 van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, een aantal statistieken op. Het Instituut voor de Nationale Rekeningen doet dit met medewerking van zijn geassocieerde instellingen, doch onder zijn eigen verantwoordelijkheid.

Eén van deze statistieken betreft de driemaandelijkse nationale rekeningen, vermeld in artikel 108, eerste lid, d) van de wet van 21 december 1994.

Het opstellen van deze specifieke statistiek vertrouwt het Instituut voor Nationale Rekeningen toe aan de Nationale Bank van België, zijn geassocieerde instelling, op grond van artikel 109, § 3, eerste lid van de wet van 21 december 1994.

Overeenkomstig datzelfde artikel baseert de Nationale Bank van België zich daarbij op gegevens verzameld door het Nationaal Instituut voor de Statistiek (Statbel) en opgesteld door het Instituut voor Nationale Rekeningen.

Op grond van artikel 121 wet van 21 december 1994 bepaalt de Koning welke informatie natuurlijke personen en publiek- en privaatrechtelijke rechtspersonen moeten meedelen aan de Nationale Bank van België met het oog op het opstellen door die laatste van de statistieken waarvan de productie aan haar wordt toevertrouwd door het Instituut voor de Nationale Rekeningen en stelt Hij eveneens vast op welke manier deze mededeling gebeurt.

In de praktijk kan de Nationale Bank van België de gegevens die zij nodig heeft voor het opstellen van deze statistiek bekomen bij andere instellingen zoals de FOD Financiën of Statbel. Ze hoeft dan ook geen beroep te doen op een rechtstreekse gegevensinzameling bij de ondernemingen waarop de betreffende statistieken slaan, zodat het principe van een minimale gegevensinzameling zoveel mogelijk wordt gerespecteerd en de rapporteringsdruk voor de betreffende ondernemingen zo beperkt mogelijk blijft.

Sedert enkele jaren worden het Instituut voor Nationale Rekeningen en de Nationale Bank van België geconfronteerd met een toenemende vertekening in de driemaandelijkse nationale rekeningen. Die vertekening wordt veroorzaakt doordat het omzetcijfer dat btw-eenheden aangeven voor btw-doeleinden, integraal wordt toebedeeld aan de belangrijkste bedrijfstak van de btw-eenheid, terwijl bepaalde leden van deze eenheid in werkelijkheid actief zijn in andere activiteitensectoren. De informatie waar het Instituut voor Nationale Rekeningen en de Nationale Bank van België vandaag over beschikken, laat niet toe om het omzetcijfer van de betreffende individuele entiteiten uit het globale omzetcijfer van de btw-eenheid te halen en onder te brengen in de juiste activiteitensector. De vertekening in de trimestriële nationale rekeningen kan met andere woorden niet worden rechtgezet op basis van de beschikbare informatie.

Deze vertekening wordt ook steeds omvangrijker, aangezien er ieder jaar btw-eenheden bijkomen. Zo is het aantal btw-eenheden in België in de periode 2007-2017 gestegen van 87 btw-eenheden met 362 leden tot 5.498 btw-eenheden met 17.006 leden. Waar de 87 btw-eenheden in 2007 verantwoordelijk waren voor 0,2% van het volledige Belgische omzetcijfer zoals afgeleid uit de totaliteit van de Belgische btw-aangiften, waren de 5.498 btw-eenheden in 2017 verantwoordelijk voor 16,9% van ditzelfde omzetcijfer.

Het Instituut voor Nationale Rekeningen en de Nationale Bank van België hebben in kaart gebracht welke gegevens zij nodig hebben om de vertekening in de driemaandelijkse nationale rekeningen recht te zetten, zodat de kwaliteit van deze statistieken gewaarborgd blijft.

Het gaat om een aantal gegevens waarover het Instituut voor Nationale Rekeningen en de Nationale Bank van België vandaag enkel beschikken op het niveau van de btw-eenheid, maar waarover zij ook op het niveau van de individuele leden van de btw-eenheid moeten kunnen beschikken om de voornoemde rechtzetting te doen. Meer specifiek gaat het over de gegevens die slaan op een aantal specifieke uitgaande handelingen (verkopen) en inkomende handelingen (aankopen) van de betreffende ondernemingen en die overeenstemmen met bepaalde codes uit de btw-aangifte.

Aangezien het Instituut voor Nationale Rekeningen en de Nationale Bank van België de betreffende gegevens niet kunnen bekomen van andere instanties zoals de FOD Financiën, dient een gegevensinzameling te worden georganiseerd bij de betreffende leden van btw-eenheden.

Om de kwaliteit van de driemaandelijkse nationale rekeningen te verzekeren, is het niet noodzakelijk om deze gegevens te bekomen bij de leden van alle Belgische btw-eenheden, maar volstaat het om de inzameling te organiseren bij de leden van btw-eenheden waarvan de jaarlijkse omzet die voor btw-doeleinden wordt aangegeven, in totaal 15 mio. EUR of meer bedraagt.

Het besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd beoogt de inzameling te organiseren van de bijkomende gegevens die nodig zijn om...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT