11 APRIL 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de voorwaarden voor de registratie van de monsternemers van afval en de voorwaarden voor de erkenning van de laboratoria voor afvalanalyse

De Waalse Regering,

Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, inzonderheid op artikel 40, 1° en 2°, gewijzigd bij het programmadecreet van 17 juli 2018;

Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning;

Gelet op Boek I van het Milieuwetboek, inzonderheid op artikel D.147, ingevoegd bij het decreet van 5 juni 2008;

Gelet op het decreet van 1 maart 2018 betreffende bodembeheer en bodemsanering, artikel 18, § 2;

Gelet op het genderrapport opgesteld op 5 november 2018 overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 november 2018;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 13 december 2018;

Gelet op het advies van de beleidsgroep "Leefmilieu" van de "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-economische raad van het Waalse Gewest), gegeven op 4 februari 2019;

Gelet op het verzoek om adviesverlening binnen een termijn van dertig dagen, gericht aan de Raad van State op 17 december 2018, overeenkomstig artikel 84, § 1, lid 1, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het gebrek aan adviesverlening binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, lid 2, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;

Na beraadslaging,

Besluit:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Afdeling 1. - Begripsomschrijving

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. blinde analyse: de analyse van een anoniem monster op verzoek van de Administratie van een erkend laboratorium voor afvalanalyse, teneinde de kwaliteit ervan te beoordelen;

  2. "CWEA": het "Compendium wallon des méthodes d'échantillonnage et d'analyse" (Waalse compendium van de monsternemings- en analysemethodes) zoals bedoeld in het decreet van 1 maart 2018 betreffende bodembeheer en bodemsanering;

  3. decreet van 27 juni 1996: het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;

  4. interlaboratoriumproef: de vergelijking van de resultaten van analyses van identieke monsters, uitgevoerd door verschillende laboratoria die door het "ISSeP" of op verzoek van "het ISSeP" of door een ISO 17043-geaccrediteerde instelling zijn georganiseerd, om de kwaliteit van deze resultaten te beoordelen en te bepalen welke aanpassingen moeten worden aangebracht;

  5. "ISSeP": het "Institut scientifique de Service public" (Openbaar wetenschappelijk instituut) van het Waalse Gewest opgericht bij het decreet van 7 juni 1990 houdende oprichting van een "Institut scientifique de service public" (ISSeP) (Openbaar wetenschappelijk instituut) in het Waalse Gewest;

  6. laboratorium: het laboratorium dat overeenkomstig dit besluit om erkenning als analyselaboratorium verzoekt of heeft verkregen;

  7. Minister: de Minister van Leefmilieu;

  8. erkende saneringsinstelling: de erkende saneringsinstelling bedoeld in de artikelen D.343, D.344 en D.345 van het decreet van 27 mei 2004 betreffende Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt;

  9. monsternemer: de natuurlijke of rechtspersoon die overeenkomstig dit besluit de registratie als monsternemer aanvraagt of heeft verkregen;

  10. kwaliteitsbeheersysteem: het kwaliteitssysteem van een laboratorium dat door de Administratie is voorgeschreven of aanvaard of dat voldoet aan de ISO 17025-norm waarin de algemene regels inzake competentie en onpartijdigheid van laboratoriumactiviteiten zijn vastgelegd;

  11. z-score: de relatieve waarde van een analyse van een overeenkomstig dit besluit erkend laboratorium i in vergelijking met andere resultaten die in het kader van een interlaboratoriumproef zijn geregistreerd, volgens de volgende formule:

    Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

    waar:

    - Xi de brutowaarde van het laboratorium is;

    - µ het gemiddelde is van de door alle deelnemende laboratoria ingediende resultaten;

    - ~ de standaardafwijking is van de door de deelnemende laboratoria ingediende resultaten die overeenkomt met:

    Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

    - n het aantal deelnemers is.

    Afdeling 2. - Monsterneming en analyse

    Art. 2. Wanneer op grond van het decreet van 27 juni 1996 monsternemingen en analyses vereist zijn, wordt het nemen van de te analyseren monsters verricht door een geregistreerde monsternemer en worden de analyses uitgevoerd door een erkend laboratorium.

    De monsternemingen geven aanleiding tot het opmaken van een monsternemingsverslag door de monsternemer waarvan de minimale inhoud in hoofdstuk 3 wordt bepaald.

    De afvalanalyses geven aanleiding tot het opmaken van een analyseverslag door het laboratorium waarvan de minimale inhoud in hoofdstuk 3 wordt bepaald.

    Art. 3. § 1. Het "CWEA" is van toepassing op dit besluit en specificeert de minimumregels voor de methoden voor monsterneming, bewaring, voorbehandeling en analyse van monsters, alsmede de analytische procedures om de kenmerken van de afvalstoffen te bepalen.

    § 2. Het "CWEA" bepaalt de minimumregels die door monsternemers en de laboratoria nageleefd moeten worden en die betrekking hebben op:

  12. de referentiemethoden voor de uitvoering van monsternemingen en van analyses en de daarmee verband houdende handelingen die het "CWEA" indexeert;

  13. de methodes die door de Administratie gelijkwaardig worden geacht op grond van objectieve criteria;

  14. de type-matrixen waarop de daarin vervatte referentiemethodes van toepassing zijn.

    § 3. Het "CWEA" kan:

  15. de richtsnoeren vastleggen voor de interpretatie van resultaten en interpretatietabellen opleggen;

  16. richtsnoeren vastleggen voor de aanmaak van statistieken;

  17. gelijkwaardigheidscriteria vastleggen tussen de methodes van het "CWEA" en de alternatieve methodes voorgesteld door monsternemers of laboratoria;

  18. het gebruik van monsternemings- en analyseformulieren, en gegevensinvoer, verslagen of spreadsheets die in het kader van de uitvoering van het decreet van 27 juni 1996 moeten worden verstrekt, moduleren;

  19. specifieke toepassingsgebieden vaststellen voor onderzoeksmethodes en -toestellen;

  20. de minimuminhoud van het monsternemingsverslag en van het analyseverslag bedoeld in artikel 2 aanvullen.

    § 4. Voortdurende opleidingssessies worden door de Administratie of, op zijn verzoek, door het ISSeP aan monsternemers en laboratoria verstrekt.

    HOOFDSTUK II. - Registratie- en erkenningsaanvragen

    Afdeling 1. - Algemene bepalingen

    Art. 4. De natuurlijke of rechtspersoon die tot monsternemingen van afval met het oog op de analyse van dit afval overgaat, wordt geregistreerd als monsternemer overeenkomstig het bepaalde in afdeling 2 van dit hoofdstuk.

    Art. 5. De rechtspersoon die in het kader van dit besluit afvalanalyses uitvoert, wordt erkend als laboratorium overeenkomstig de bepalingen van afdeling 3 van dit hoofdstuk.

    Art. 6. De monsternemer of het laboratorium mag geen opdrachten in uitvoering van het decreet van 27 juni 1996 of van het Milieuwetboek uitvoeren indien:

  21. hij zelf of een persoon die een directie- of beheersfunctie uit zijn midden of voor zijn rekening uitoefent, is verbonden in rechte lijn tot en met de derde graad of in een zekerheidslijn tot en met de vierde graad met de opdrachtgever;

  22. hijzelf, of een persoon die voor zijn rekening een directie- of beheersfunctie uitoefent, persoonlijk of via een tussenpersoon, aandeelhouder, meerderheidsaandeelhouder of actieve vennoot is van de opdrachtgever;

  23. hijzelf, of een persoon die voor zijn rekening een directie- of beheersfunctie uitoefent, in rechte lijn of feitelijk, persoonlijk of via een tussenpersoon, een directie- of beheersfunctie uitoefent bij genoemde opdrachtgever;

  24. deze activiteiten, rechtstreeks of onrechtstreeks, geheel of gedeeltelijk onder welke vorm ook, worden gecontroleerd of beheerd door de opdrachtgever.

    Wat punt 4 betreft, is deze bepaling in afwijking daarvan niet van toepassing op de erkende saneringsinstellingen.

    Afdeling 2. - Registratie als monsternemer

    Onderafdeling 1. - Voorwaarden

    Art. 7. § 1. Als het gaat om een natuurlijke persoon, moet de aanvrager van een registratie aan de volgende voorwaarden voldoen:

  25. onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese economische ruimte;

  26. niet het voorwerp zijn geweest van een veroordeling die nog steeds gevolgen heeft bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing, wegens een overtreding van eerste of tweede categorie in de zin van het decreet van 5 juni 2008 betreffende de milieuovertredingen of voor iedere andere overtreding van dezelfde aard en betekenis van iedere andere Europese, Belgische of buitenlandse milieuwetgeving;

  27. al zijn burgerlijke en politieke rechten genieten;

  28. aan al zijn sociale en fiscale verplichtingen hebben voldaan;

  29. het recht op toegang tot een nieuwe registratie overeenkomstig artikel 10 niet hebben verloren.

    § 2. Als het gaat om een rechtspersoon, moet de aanvrager van een registratie aan de volgende voorwaarden voldoen:

  30. overeenkomstig de Belgische wetgeving of de wetgeving van een andere lidstaat van de Europese economische ruimte zijn opgericht en er zijn bedrijfszetel of hoofdbedrijfszetel hebben en een activiteit aantonen die een daadwerkelijke en duurzame band heeft met de economie van het betrokken land;

  31. niet het voorwerp zijn geweest van een veroordeling die nog steeds gevolgen heeft bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing, wegens een overtreding van de gewestelijke of federale milieuwetgevingen of van elke andere milieuwetgeving van een Lidstaat van de Europese Unie;

  32. onder zijn bestuurders, zaakvoerders of personen met de bevoegdheid om de vennootschap te verbinden, alleen personen opnemen die niet veroordeeld zijn tot het ontnemen van hun burger- en politieke rechten, die nog steeds van kracht zijn;

  33. in orde zijn met zijn...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT