10 SEPTEMBER 2017. - Koninklijk besluit tot regeling van het statuut van de bijzondere Veldwachters

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

INLEIDING

Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb ter handtekening voor te leggen aan Uwe Majesteit, strekt ertoe de regelgeving betreffende het statuut van de bijzondere veldwachters dat momenteel vastgelegd is in het koninklijk besluit van 8 januari 2006 tot regeling van het statuut van de bijzondere veldwachters, aan te vullen, te actualiseren en te vervangen. Het is aldus de bedoeling om bepaalde praktische verduidelijkingen en wijzigingen aan te brengen aan de organisatie van de sector.

CONTEXT

Artikel 61 van het Veldwetboek bepaalt het volgende: "In de gemeenten hebben openbare instellingen en bijzondere personen het recht bijzondere veldwachters aan te stellen om hun vruchten en gewassen, de vruchten en gewassen van hun pachters of huurders en hun eigendommen van welke aard ook te beschermen, alsmede om hun vis- en jachtterreinen te bewaken." Het ontwerp van besluit die ter ondertekening aan Uwe Majesteit wordt voorgelegd, specificeert de modaliteiten betreffende de aanwijzing, de opleiding, het uniform, de kentekens, de legitimatiekaart en de bewapening van de bijzondere veldwachter, zoals bepaald in artikel 64 van het Veldwetboek.

Overeenkomstig artikel 16 van het Wetboek van Strafvordering is de bijzondere veldwachter een officier van gerechtelijke politie met beperkte bevoegdheden. Hij moet toezien op het naleven van de geldende wetten en het opsporen van de wanbedrijven binnen de grenzen van het grondgebied waarvoor hij beëdigd is. Hij is gemachtigd om wanbedrijven vast te stellen, personen hiertoe te ondervragen en zelf processen-verbaal op te maken. Hij kan ingezet worden door openbare instellingen of door particulieren. In de praktijk doen vooral particulieren een beroep op de bijzondere veldwachters om hun eigendommen en hun jacht- of visterreinen te bewaken. Hun statuut wordt momenteel geregeld door het koninklijk besluit van 8 januari 2006 tot regeling van het statuut van de bijzondere veldwachters.

Het is gebleken dat deze tekst moest herzien worden om beter te voldoen aan de behoeften van de bijzondere veldwachters. De wijzigingen werden derhalve besproken met de arrondissementscommissarissen van de provinciegouverneurs en met de verschillende verenigingen waarin de bijzondere veldwachters vertegenwoordigd zijn. Tijdens dit proces is gebleken dat de eigenlijke structuur van het koninklijk besluit van 8 januari 2006 herzien moest worden teneinde de erkenning in de kern van het dispositief te plaatsen, terwijl het in de tekst van 2006 de uitreiking van de legitimatiekaart was die de regelmatigheid van de uitvoering van de activiteiten van bijzondere veldwachter valideerde. Deze nieuwe benadering vereiste grote wijzigingen aan de structuur van de tekst ten koste van de leesbaarheid. Het leek dan ook meer opportuun om een nieuw koninklijk besluit voor te stellen, eerder dan om de reeds bestaande tekst te wijzigen.

Het ontwerp van besluit die ter ondertekening aan Uwe Majesteit voorgelegd wordt, strekt ertoe de interpretatievragen, zowel op het niveau van de provincies als op het niveau van de bijzondere veldwachters, maximaal te beperken. Het is eveneens de bedoeling om een éénvormige regelgeving op te maken voor de verschillende provincies van het land en voor het grondgebied van de Brusselse agglomeratie en om de bijzondere veldwachters een gemeenschappelijke leidraad te bieden voor de uitoefening van hun functies.

ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING

HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Dit artikel definieert de verschillende concepten waarnaar het ontwerp van koninklijk besluit verwijst.

De bevoegdheid van de vrederechter om de bijzondere veldwachter de eed te laten afleggen vloeit voort uit artikel 63 van het Veldwetboek en artikel 601 van het Gerechtelijk Wetboek.

Aangezien de Brusselse agglomeratie geen provinciegouverneur heeft, definieert het ontwerp van besluit de overheid die bevoegd is om de bevoegdheden van de provinciegouverneurs met betrekking tot de bijzondere veldwachters uit te oefenen. Het gaat om de Minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Met betrekking tot de redenering die leidt tot deze aanduiding, moet verwezen worden naar artikel 14, 1°, van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de zesde staatshervorming betreffende de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, dat voorziet in de invoering van een tweede paragraaf, quater, in artikel 4 van de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de agglomeraties en de federaties van gemeenten, zoals gewijzigd door de wet van 21 augustus 1987. Dit artikel bepaalt het volgende: "De Brusselse agglomeratie oefent de bevoegdheden uit als bedoeld in de artikelen 128 en 129 van de provinciewet, alsook de bevoegdheden die in specifieke wetten worden toegekend aan de provinciegouverneur, behalve indien deze specifieke wetten er anders over beschikken." In het geval van de bijzondere veldwachters behoort het Veldwetboek tot de specifieke wetten die bevoegdheden toekennen aan de provinciegouverneurs.

Met betrekking tot de overheid belast met deze bevoegdheden preciseert artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, zoals gewijzigd door artikel 53 van de bijzondere wet van 8 januari 2014 het volgende: "De in artikel 4, § 2, quater, 1°, 2° en 7°, van de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de agglomeraties en federaties van gemeenten bedoelde bevoegdheden worden uitgeoefend door de voorzitter van de regering bedoeld in artikel 34."Het gaat om de voorzitter van de Executieve van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

HOOFDSTUK II: ERKENNING

Art. 2. Dit artikel bepaalt de basisregels betreffende de erkenning, haar vernieuwing en intrekking.

Het bepaalt eveneens dat de gouverneur een erkenning kan intrekken, zoals voorzien in artikel 63 van het Veldwetboek. In dat geval moet hij eerst de betrokkene horen.

Het artikel betreft tevens de bijzondere situatie (niet geregeld door het vorig besluit) waarin de erkende bijzondere veldwachter van aansteller verandert of het toezicht op andere goederen toegewezen krijgt, terwijl zijn erkenning nog geldig is. In dat geval moet hij geen nieuwe erkenning aanvragen, maar zal enkel zijn legitimatiekaart aangepast worden.

HOOFDSTUK III: ERKENNINGSVOORWAARDEN

Art. 3. Dit artikel geeft een opsomming van de verschillende erkenningsvoorwaarden, voorheen "uitoefeningsvoorwaarden" genoemd. De erkenningsvoorwaarden hernemen in grote mate de voorheen vereiste uitoefeningsvoorwaarden. Er werden evenwel preciseringen of aanpassingen aangebracht wat de onderstaande punten betreft.

Met betrekking tot de vereiste niet veroordeeld geweest te zijn, bedoeld in artikel 3, 4° van het ontwerp, werd de tekst van het koninklijk besluit van 8 januari 2006 genuanceerd. Er wordt immers een uitzondering gemaakt voor de veroordelingen tot een correctionele straf voor een inbreuk op de regelgeving betreffende de politie over het wegverkeer. Deze wijziging impliceert dat een (kandidaat) bijzondere veldwachter die strafrechtelijk veroordeeld werd tot een correctionele straf wegens een inbreuk op de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer of op één van de desbetreffende uitvoeringsbesluiten, nog steeds voldoet aan de voorwaarde niet veroordeeld geweest te zijn.

Er is echter, de facto, een gradatie die rekening houdt met de ernst/aard van de gepleegde inbreuk. Terwijl een kandidaat die veroordeeld is tot een boete voor overdreven snelheid, wel degelijk aan de voorwaarde voldoet, zal dat niet het geval zijn voor iemand die veroordeeld werd voor een boete wegens het veroorzaken van een verkeersongeval waarbij derden gekwetst zijn. In dit laatste geval zal de veroordeling in beschouwing genomen kunnen worden als de straf opgelegd is krachtens de strafwet.

Geheel zoals reeds het geval is in het koninklijk besluit van 8 januari 2006 verbiedt het ontwerp van besluit het uitoefenen van de functie van bijzondere veldwachter door een lid van politie- of inlichtingendiensten. Het verbod om in de afgelopen vijf jaar lid te zijn geweest van politie- of inlichtingendiensten is evenwel opgeheven. Deze afschaffing beoogt de vlottere doorstroming voor deze categorie van personen naar de uitoefening van de functie van bijzondere veldwachters.

Met betrekking tot het verbod om houder of medehouder te zijn van een jachtrecht op het grondgebied waarop de bijzondere veldwachter aangesteld wenst te worden, beoogt het artikel, om volledig te zijn, voortaan ook het verbod om houder te zijn van een visrecht op dat grondgebied.

De vereiste om tijdens de drie laatste jaren geen voorwerp te hebben uitgemaakt van een schorsing of intrekking van het recht een wapen voorhanden te hebben, overeenkomstig artikel 13 van de wapenwet, werd toegevoegd. Hiermee wil vermeden worden dat personen die niet langer een wapen mogen dragen in situaties die een link kunnen vertonen met de uitoefening van activiteiten van bijzondere veldwachters (vb. in het kader van een jachtvergunning), een erkenning krijgen van bijzondere veldwachter.

Artikel 3, 12° legt de verplichting op vooraf geslaagd te zijn voor de basisopleiding of de bijscholing. Dit punt is het logische gevolg van artikel 4, dat de kandidaat de mogelijkheid geeft de opleiding te volgen alvorens te beschikken over een benoeming van een aansteller (zie supra artikel 4).

HOOFDSTUK IV: BASISOPLEIDING

De in dit hoofdstuk ingevoegde wijzigingen strekken er hoofdzakelijk toe bepalingen betreffende de basisopleiding, die voorheen opgenomen waren in het deel betreffende de examencommissie, naar deze artikelen te verplaatsen.

Art. 4. Dit artikel schetst de algemene principes die van toepassing zijn op de basisopleiding.

Voortaan mag de kandidaat bijzondere veldwachter aan de basisopleiding deelnemen alvorens te beschikken over een benoeming door een aansteller. Met deze wijziging wil vermeden worden dat de opvolging van een bijzondere veldwachter die met zijn...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT