10 NOVEMBER 1967. - Koninklijk besluit nr. 56 tot bevordering van het gebruik van giraal geld. - Officieuze coördinatie in het Duits

De hierna volgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van het koninklijk besluit nr. 56 van 10 november 1967 tot bevordering van het gebruik van giraal geld (Belgisch Staatsblad van 14 november 1967, err. van 30 november 1967), zoals het achtereenvolgens werd gewijzigd bij :

- de wet van 1 april 1969 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 56 van 10 november 1967 tot bevordering van het gebruik van giraal geld (Belgisch Staatsblad van 19 april 1969);

- de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven (Belgisch Staatsblad van 27 maart 1991, err. van 20 juli 1991);

- de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen (Belgisch Staatsblad van 19 april 1993, err. van 2 juni 1993, 4 juni 1993 en 9 juli 1993);

- de wet van 13 december 2010 tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector en tot wijziging van de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten (Belgisch Staatsblad van 31 december 2010).

Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.

MINISTERIUM DER FINANZEN

10. NOVEMBER 1967 - Königlicher Erlass Nr. 56 zur Förderung des Gebrauchs von Giralgeld

Artikel 1 - [Kaufleute müssen Inhaber eines Kontos sein, das bei [bpost] (Postscheck) oder einem in Belgien ansässigen Kreditinstitut geführt wird, das keine Gemeindesparkasse ist und auf das das Gesetz vom 22. März 1993 über den Status und die Kontrolle der Kreditinstitute anwendbar ist.] Sie geben die Domizilierung und die Nummer des Kontos auf Rechnungen, Abrechnungen oder anderen Unterlagen an, mit denen sie eine Zahlung fordern.

Solange diese Angaben dem Schuldner nicht mitgeteilt worden sind, werden ungeachtet jeglicher Inverzugsetzung, Mahnung oder Vertragsbestimmung keine Aufschubzinsen geschuldet.

[Art. 1 Abs. 1 abgeändert durch Art. 1 § 1 des G. vom 1. April 1969...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT