10 MEI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de mate waarin bij het bepalen van een onteigeningsvergoeding rekening wordt gehouden met de waardevermeerdering die voortvloeit uit vergunde, gemelde of vrijgestelde handelingen uitgevoerd in een reservatiestrook

DE VLAAMSE REGERING,

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel 4.3.8, § 2, derde lid, ingevoegd bij het decreet van 8 december 2017, en § 3;

Gelet op het decreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving, artikel 237;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 20 december 2018;

Gelet op advies nr. 65.936/1 van de Raad van State, gegeven op 3 mei 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, en de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. Dit besluit bepaalt de mate waarin, met toepassing van artikel 4.3.8, § 2, derde lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, bij het vaststellen van een onteigeningsvergoeding rekening gehouden wordt met de waardevermeerdering die voortvloeit uit vergunde, gemelde of vrijgestelde handelingen, uitgevoerd in een reservatiestrook.

In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. bevoegde administratie: de administratie die bevoegd is voor de realisatie van de openbare infrastructuren, openbare wegen of nutsvoorzieningen waarvoor de reservatiestrook is aangeduid;

  2. bouwvolume: het bouwvolume, vermeld in artikel 4.1.1, 2°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;

  3. constructie: een constructie als vermeld in artikel 4.1.1, 3°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;

  4. herbouwen: herbouwen als vermeld in artikel 4.1.1, 6°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

    Art. 2. Er wordt geen rekening gehouden met de eventuele waardevermeerdering die voortvloeit uit de volgende handelingen:

  5. het oprichten van een nieuwe vrijstaande constructie;

  6. het herbouwen van constructies, met uitzondering van vergunde herstelwerken na vernietiging of beschadiging door vreemde oorzaak;

  7. het uitbreiden van het bouwvolume van een bestaande constructie met meer dan 25 %, met uitzondering van handelingen als vermeld in artikel 4.4.19, § 1, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

    Art. 3. Met behoud van de toepassing van artikel 4.3.8, § 2, vierde lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt voor alle andere handelingen dan de handelingen, vermeld in artikel 2 van dit besluit, de waardevermeerdering voor 75 % in rekening gebracht als een onteigening plaatsvindt meer...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT