10 MAART 2023. - Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de wijziging van het Samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die (vermoedelijk) met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano

ALGEMENE TOELICHTING

De afgelopen twee jaren werden er tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie onder andere diverse samenwerkingsakkoorden afgesloten teneinde de nodige maatregelen te kunnen treffen om de wereldwijde COVID-19-pandemie het hoofd te kunnen bieden.

Tussen voormelde partijen werd onder meer het Samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020 betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecteurs en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die (vermoedelijk) met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano afgesloten.

Dat Samenwerkingsakkoord voorziet, samen met de andere daartoe afgesloten Samenwerkingsakkoorden, onder meer in de verwerking van persoonsgegevens om de gevolgen van het coronavirus COVID-19 op de volksgezondheid, het binnenlands zorgsysteem en de binnenlandse economie zoveel mogelijk te beperken.

Voormeld Samenwerkingsakkoord voorziet in de oprichting van verschillende gegevensbanken (I tot en met V), waarbij diverse gegevens worden verwerkt teneinde het mogelijk te maken om personen besmet met het coronavirus COVID-19 op te sporen en verdere verspreiding van het virus te voorkomen, door ook de laatste contacten van besmette personen te traceren. Het Samenwerkingsakkoord deelt personen op in verschillende categorieën (I tot en met VI), van wie de gegevens in de verschillende gegevensbanken worden verwerkt. De regels rond die verwerking worden vastgelegd, door de verwerkingsdoeleinden te preciseren, de categorieën van personen te bepalen, alsook de categorieën van persoonsgegevens die worden verzameld, door vast te leggen hoe die gegevens kunnen doorgegeven worden en wie er toegang toe heeft, welke applicaties in het leven worden geroepen om de opsporing mogelijk te maken, door de bewaartermijnen van de gegevens vast te leggen en de rechten van de betrokkenen te verduidelijken en door het treffen van veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de gegevens.

De bepalingen in het Samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020 voorzien in de oprichting van:

(i) een gegevensbank rond de testresultaten van betrokkenen en de daaropvolgende contactopsporing; alsook

(ii) gegevensbanken en structuren die essentieel zijn om de nodige informatie te kunnen verzamelen om de contactopsporing mogelijk te maken.

Er werd tevens een kader gecreëerd om het digitale contactonderzoek via een digitale contactopsporingsapplicatie mogelijk te maken naast het manuele contactonderzoek dat gebeurt via de contactcentra. Deze digitale contactopsporingsapplicatie laat burgers vaststellen of ze recent in contact zijn geweest met een besmette persoon.

De gegevensbanken die zijn opgericht door middel van voornoemd Samenwerkingsakkoord vormen tevens de basis voor het afleveren van de test- en herstelcertificaten in het kader van het digitaal EU-COVID-certificaat. Bijkomend blijft de informatie vervat in deze gegevensbanken noodzakelijk voor wetenschappelijk onderzoek en epidemiologische opvolging van de coronavirus COVID-19-pandemie.

Naar aanleiding het arrest van het Grondwettelijk Hof van 22 september 2022 nr. 110/2022 dienen enkele wijzigingen te worden aangebracht aan voormeld Samenwerkingsakkoord. Die wijzigingen worden doorgevoerd middels de tekst van huidig Samenwerkingsakkoord.

Het Grondwettelijk Hof boog zich over de vraag of het Samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020 bepalingen bevat die niet overeenstemmen met de Grondwet. Het Hof bevestigde de grondwettelijkheid van het Samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020 - met uitzondering van drie zaken (waarvan twee middels huidig Samenwerkingsakkoord worden opgevangen).

Vooreerst merkte het Grondwettelijk Hof op dat voormeld Samenwerkingsakkoord conform de bepalingen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) voorziet in de bewaartermijnen van de persoonsgegevens die in de verschillende gegevensbanken worden bewaard. Het Hof stelde vast dat het Samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020 wat betreft Gegevensbanken I tot en met III duidelijke bewaartermijnen bevat, maar dat de bewaartermijn voorzien voor de gegevens in Gegevensbank IV niet voldoende duidelijk is, en dus niet bestaanbaar met artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, samen gelezen met artikel 5, 1., e) van de AVG. Bijgevolg dient de bewaartermijn van Gegevensbank IV te worden gespecifieerd.

Vervolgens stelde het Grondwettelijk Hof vast dat het Samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020 de verwerkingsverantwoordelijken voor de diverse gegevensbanken vastlegt. Zij meent evenwel dat wat betreft Gegevensbank I er gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken zijn - in tegenstelling tot wat het Samenwerkingsakkoord bepaalde. Het Hof meent dat niet enkel Sciensano, maar ook de bevoegde gefedereerde entiteiten of hun agentschappen onder wier gezag de contactcentra, de gezondheidsinspectiediensten en de mobiele teams werken, als verwerkingsverantwoordelijke van Gegevensbank I dienen te worden aangemerkt.

Tot slot merkte het Grondwettelijk Hof op dat de machtigingen verleend door de kamer Sociale Zekerheid en Gezondheid van het informatieveiligheidscomité en in het bijzondere geval van de mededeling aan derden van gepseudonimiseerde persoonsgegevens die zijn opgeslagen in Gegevensbank II voor het doeleinde van wetenschappelijk onderzoek, niet verenigbaar zijn met de Grondwet. Gelet op het feit dat de bevoegdheden van het informatieveiligheidscomité zijn vastgelegd in de Wet van 15 januari 1990 houdende...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT