10 AUGUSTUS 2015. - Koninklijk besluit tot vaststelling voor het kalenderjaar 2015 van de bedragen van de vergoedingen voor de maatregelen die zijn voorzien in de sociale akkoorden die betrekking hebben op de gezondheidssector en die op 1 maart 2000, 28 november 2000, 26 april 2005, 18 juli 2005, 4 februari 2011, 25 februari 2011 en 24 oktober 2012 door de federale regering werden gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers en van de maatregelen die zijn voorzien in het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep voorzien in de akkoorden van 4 maart 2010 en 17 maart 2010, voor zover zij betrekking hebben op werknemers tewerkgesteld in de sector van de thuisverpleging, in wijkgezondheidscentra en door het Rode Kruis

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, inzonderheid artikel 59, tweede lid, 8°, en artikel 59quater;

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid artikel 191, eerste lid, 5° ter;

Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 1 april 2015;

Gelet op het advies van het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 20 april 2015;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 juni 2015;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 30 juni 2015;

Gelet op artikel 8 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het een formele beslissing betreft;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de bedragen bedoeld in dit besluit zo snel mogelijk aan de Fondsen voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten gestort moeten worden voor zover het vanaf 1 januari 2015 uitvoering geeft aan de bepalingen voorzien in de akkoorden van 1 maart 2000, 28 november 2000, 26 april 2005, 18 juli 2005, 4 maart 2010, 17 maart 2010, 4 februari 2011, 25 februari 2011 en 24 oktober 2012 die door de federale regering werden gesloten met de betrokken representatieve organisaties van werkgevers en werknemers; het is pas op het ogenblik dat deze bedragen zijn gestort, dat de Fondsen kunnen zorgen voor de verdeling ervan onder hun leden;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Het bedrag, bedoeld in artikel 191, eerste lid, 5° ter, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, ter financiering van de fondsen bedoeld in artikel 35, § 5, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, met het oog op de betaling van de bedragen van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT