10 APRIL 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 april 2015.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

K. PEETERS

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid

Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 2014

Vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie Limburg

(Overeenkomst geregistreerd op 7 juli 2014 onder het nummer 122026/CO/116)

Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die gelegen zijn in de provincie Limburg en ressorteren onder het Paritair Comité van de scheikundige nijverheid uit hoofde van hun bedrijvigheid inzake verwerking van kunststoffen.

Onder "arbeiders" verstaat men : de arbeiders en arbeidsters.

Algemene bepaling

Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst doet generlei afbreuk aan de algemene collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.

Werkzekerheid

Art. 3. Tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst stellen de werkgevers alles in het werk om ontslag wegens economische redenen te vermijden. Eventuele problemen in dit verband worden vooreerst opgevangen door het invoeren van een regeling gedeeltelijke werkloosheid, gedurende een bepaalde periode.

Deze periode wordt als volgt bepaald :

- de werkgever deelt mee hoeveel arbeidsplaatsen bedreigd zijn;

- deze mededeling gebeurt aan de vertegenwoordigers van de vakorganisaties;

- de werkgever kan niet tot ontslag overgaan voordat een aantal dagen economische werkloosheid in de onderneming hebben plaatsgevonden. Dit aantal dagen is gelijk aan het aantal bedreigde arbeidsplaatsen vermenigvuldigd met 30.

Tijdens deze periode zullen de partijen de maatregelen onderzoeken die zouden kunnen genomen worden om de nadelen van deze ontslagen ten aanzien van de arbeiders te milderen, bij voorbeeld : stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, werkverdeling, tijdskrediet en loopbaanvermindering, wijze van toepassing van de wet betreffende tijdelijke arbeid en uitzendarbeid, vermindering van overuren.

Indien bij ontslagen om economische redenen de werkgever deze procedure niet volgt, wordt bij het ontslag een bijkomende vergoeding betaald gelijk aan twee maal de wettelijke opzeggingsvergoeding.

Bij ontslag om economische redenen wordt erbovenop de uitgekeerde werkloosheidsvergoeding een aanvullende bestaanszekerheidvergoeding toegekend a rato van het verschil tussen de ontvangen werkloosheidsvergoeding en het nettoloon, en dit gedurende de duurtijd hierna, volgens het aantal dienstjaren in de onderneming :

- van 5 tot 9 dienstjaren : 4 weken vanaf het einde van de opzeggingsperiode of van de periode gedekt door de verbrekingsvergoeding;

- van 10 tot 14 dienstjaren : 8 weken zoals hiervoor gemeld;

- vanaf 15 dienstjaren : 12 weken zoals hiervoor vermeld.

Het recht op deze aanvullende werkloosheidsuitkering wordt behouden in geval van werkhervatting.

Koopkracht

Art. 4. De minimumuurlonen bedragen op 1 januari 2013 in het 40-urenstelsel :

- personen die instaan voor het onderhoud en reinigen van lokalen alsmede deze die belast zijn met het inpakken van producten : 11,4610 EUR/bruto;

- andere functies : 12,1395 EUR/bruto.

Het referte-uurloon bedraagt op 1 januari 2013 in het 40-urenstelsel : 12,4860 EUR/bruto.

De bedragen bepaald in alinea's 2 en 3 hierboven zijn gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen, overeenkomstig de desbetreffende collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze bedragen stemmen overeen met het spilindexcijfer 121,06 op basis 2004 = 100.

Art. 5. Maaltijdcheques

§ 1. Vanaf 1 januari 2014 wordt de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheques verhoogd met 0,10 EUR per dag.

§ 2. Vanaf 1 januari 2014 wordt hierdoor, overeenkomstig de bepalingen opgenomen in artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, hierna "koninklijk besluit van 28 november 1969" genoemd, aan de arbeiders per effectief volledig gepresteerde dag, een maaltijdcheque toegekend met een minimale faciale waarde van 6,10 EUR per dag. De minimum werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque bedraagt 5,01 EUR per dag. De werknemersbijdrage in de maaltijdcheque bedraagt 1,09 EUR per dag.

Voor een deeltijds effectief gepresteerde dag wordt de werkgeversbijdrage geproratiseerd.

§ 3. De ondernemingen die voldoen aan de voorwaarden gesteld in het artikel 19bis, § 2, 2° van het koninklijk besluit van 28 november 1969 betreffende de bepaling van het aantal maaltijdcheques door toepassing van de "alternatieve telling", kunnen en wordt aanbevolen een systeem van "alternatieve telling" in te voeren of verder te zetten overeenkomstig de modaliteiten vastgesteld in bovenstaand artikel 19bis, § 2, 2°.

§ 4. Voor de arbeiders die permanent tewerkgesteld zijn in weekend- of overbruggingsploegen met een arbeidsprestatie van 12 uren per gewerkte dag bedraagt de werkgeversbijdrage per effectief volledig gepresteerde dag 5,91 EUR per dag. Zij ontvangen bovendien een bruto premie per effectief gepresteerde dag van 6,615 EUR.

Voor de arbeiders die permanent tewerkgesteld zijn in weekend- of overbruggingsploegen in een onderneming die gebruik maakt van § 2 van dit artikel wordt, conform de bepalingen van artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969, een regeling getroffen waardoor zij een totaal bedrag aan werkgeversbijdragen ontvangen gelijk aan het totaal bedrag van de werkgeversbijdragen voor een gewone voltijdse prestatie.

§ 5. De maaltijdcheques worden maandelijks toegekend aan de werknemer overeenkomstig de wettelijke bepalingen vastgelegd in bovenstaand artikel 19bis, § 2, 2° van het koninklijk besluit van 28 november 1969.

§ 6. De maaltijdcheque wordt op naam van de werknemer afgeleverd.

§ 7. De geldigheid van de maaltijdcheques is beperkt tot 12 maanden en de maaltijdcheques kunnen enkel gebruikt worden voor het betalen van maaltijden of voor de aankoop van gebruiksklare voedingsmiddelen.

§ 8. Indien het systeem van maaltijdcheques wordt beëindigd, zal de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque omgezet worden in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT