10 APRIL 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 april 2015.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

K. PEETERS

_______

Nota

(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958.

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Subcomité voor de metaalhandel

Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 2014

Wijziging en coördinatie

van het sociaal sectoraal pensioenstelsel

(Overeenkomst geregistreerd op 29 juli 2014 onder het nummer 122704/CO/149.04)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, met uitzondering van de werkgevers en hun arbeiders die ervoor opteerden om, in overeenstemming met artikel 5 van het nationaal akkoord 2001-2002 van 3 mei 2001, geregistreerd onder het nummer 58036/CO/149.04, afgesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, de uitvoering van het pensioenstelsel zelf te organiseren en die hiervoor de toelating wisten te krijgen vanuit het desbetreffende paritair subcomité. Wordt in voorkomend geval het ondernemingspensioenstelsel dat van toepassing is bij die werkgever, om de één of andere reden stopgezet, dan valt deze werkgever vanaf het tijdstip van de stopzetting wel onder het toepassingsgebied van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

§ 2. Worden uitgesloten van het toepassingsgebied van deze overeenkomst, de buiten België gevestigde werkgevers waarvan de werknemers in België gedetacheerd worden in de zin van de bepalingen van titel II van de verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad.

§ 3. Onder "arbeiders" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.

HOOFDSTUK II. - Voorwerp

Art. 2. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel om vanaf 1 januari 2015, en dit in uitvoering van artikel 8 van het nationaal akkoord 2013-2014 afgesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel op 29 april 2014, de bijdragen te verhogen die worden gestort in het kader van het sociaal sectoraal pensioenstelsel dat werd ingesteld in uitvoering van artikel 5 van het nationaal akkoord 2001-2002 afgesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel op 3 mei 2001 en dit conform artikel 10 van de wet betreffende de aanvullende pensioenen (wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003, ed. 2, p. 26407, erratum Belgisch Staatsblad van 26 mei 2003)) en diens uitvoeringsbesluiten.

§ 2. De begrippen die in het vervolg van deze collectieve arbeidsovereenkomst opgenomen zijn, moeten worden opgevat in hun betekenis zoals verduidelijkt in artikel 3 (definities) van de voormelde wet.

§ 3. De wet zal in het vervolg van deze collectieve arbeidsovereenkomst "W.A.P." worden genoemd.

HOOFDSTUK III. - Aanduiding van de inrichter

Art. 3. § 1. Overeenkomstig artikel 3, § 1, 5° van de W.A.P., werd het fonds voor bestaanszekerheid via de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2002 (63600/CO/149.04) door de representatieve organisaties van het voormelde paritair subcomité aangeduid als inrichter van onderhavig sociaal sectoraal pensioenstelsel.

§ 2. Deze aanduiding blijft uiteraard gelden in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 2014 tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel.

HOOFDSTUK IV. - Aansluitingsvoorwaarden

Art. 4. § 1. Alle arbeiders die op of na 1 januari 2002 met de werkgevers zoals bedoeld in artikel 1, § 1 van deze overeenkomst verbonden zijn of waren via een arbeidsovereenkomst (ongeacht de aard van arbeidsovereenkomst), worden ambtshalve aangesloten bij onderhavig sociaal sectoraal pensioenplan.

§ 2. Worden echter niet aangesloten bij onderhavig pensioenplan :

- de personen tewerkgesteld via een overeenkomst van studentenarbeid;

- de personen tewerkgesteld via een overeenkomst voor uitzendarbeid, zoals geregeld door hoofdstuk II van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van de werknemers ten behoeve van gebruikers;

- de personen tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst gesloten in het kader van een speciaal met steun van de overheid gevoerd opleidings-, arbeidsinspanning-, en omscholingsprogramma.

HOOFDSTUK V. - Voordeel

Art. 5. § 1. In het voordeel van de in artikel 4 bedoelde personen zullen er maandelijks door de inrichter één of meerdere bijdragen gestort worden ter financiering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel ter aanvulling van de wettelijke pensioenregeling.

§ 2. De totale jaarlijkse bruto bijdrage per aangeslotene bij het sociaal sectoraal pensioenstelsel bedraagt sinds 1 januari 2015 1,8 pct. van diens jaarlijks brutoloon waarop R.S.Z.-inhoudingen worden gedaan.

§ 3. De totale jaarlijkse bruto bijdrage per aangeslotene bij het sociaal sectoraal pensioenstelsel wordt verminderd met 4,5 pct. beheerskosten, aangerekend door de inrichter, wat resulteert in een totale jaarlijkse netto bijdrage per aangeslotene van 1,72 pct. van diens jaarlijks brutoloon waarop R.S.Z.-inhoudingen worden gedaan.

§ 4. Deze netto bijdrage wordt als volgt verdeeld : 1,64 pct. wordt aangewend ter financiering van individuele pensioenrechten in hoofde van de bij het sociaal sectoraal stelsel aangeslotenen en de overige 0,08 pct. wordt gebruikt ter financiering van een solidariteitstoezegging zoals bedoeld in titel 2, hoofdstuk 9 van de W.A.P..

§ 5. Voor bepaalde aangeslotenen bij het sociaal sectoraal pensioenstelsel, vult de inrichter op 1 januari 2015 vanuit haar algemene reserves, de netto bijdrage bestemd voor de financiering van de individuele pensioenrechten aan. Deze operatie zal bestaan in de toekenning van een éénmalige bijkomende bijdrage van 500 EUR voor elke arbeider die op 1 april 2014 "actief" is in de sector op voorwaarde dat deze op 31 december 2013 minimaal 12 maanden - al dan niet onderbroken - werkzaam is geweest in de sector voor de metaalhandel te tellen vanaf 1 januari 2002.

§ 6. De beheerskost van 4,5 pct. evenals de bijzondere R.S.Z.-bijdrage van 8,86 pct., verschuldigd door de inrichter ingevolge de toepassing van artikel 5, § 5, zullen door deze worden voldaan ten aanzien van respectievelijk de pensioeninstelling en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

HOOFDSTUK VI

Pensioentoezegging : beheer en pensioeninstelling

Art. 6. § 1. Het financiële, boekhoudkundig, actuarieel en administratief beheer van de pensioentoezegging werd door de inrichter toevertrouwd aan Sepia N.V., erkend door de Nationale Bank van België onder nummer 1529, met maatschappelijke zetel te 1210 Brussel, Galileelaan 5 (hierna genoemd pensioeninstelling). Gezien binnen de juridische structuur van de pensioeninstelling het mogelijk is dat de inrichter er voor opteert om één of meerdere deelaspecten van het beheer uit te besteden aan derden, worden de werkzaamheden in het kader van het administratief beheer deels toevertrouwd aan de v.z.w. SEFOCAM.

§ 2. De beheersregels van de pensioentoezegging zijn vastgelegd in een pensioenreglement dat wordt opgenomen als bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst waarvan het integraal deel uitmaakt. Het pensioenreglement zal door de pensioeninstelling aan de aangeslotenen ter beschikking worden gesteld op hun eenvoudig verzoek.

§ 3. Er werd binnen de pensioeninstelling (in overeenstemming met artikel 41, § 2 van de W.A.P.) een toezichtscomité opgericht dat voor de helft is samengesteld uit werknemersvertegenwoordigers (die het personeel vertegenwoordigen aan wie de onderhavige pensioentoezegging wordt gedaan) en voor de andere helft uit werkgevers zoals bedoeld in artikel 1, § 1 van deze overeenkomst. Dit toezichtscomité ziet toe op de goede uitvoering van het beheer van de pensioentoezegging door de pensioeninstelling en wordt door voormelde jaarlijks in het bezit gesteld van een zogenaamd "transparantieverslag" alvorens de pensioeninstelling dit ter beschikking stelt van de inrichter van het pensioenstelsel, eveneens "The Statement of Investment Principles".

§ 4. Onder de naam "transparantieverslag" stelt de pensioeninstelling of, in voorkomend geval, de derde aan wie een deelaspect van het beheer werd uitbesteed, jaarlijks een verslag op over het door haar gevoerde (deelaspect van het) beheer van de pensioentoezegging. Na raadpleging van het toezichtscomité stelt de pensioeninstelling het transparantieverslag ter beschikking van de inrichter die het op eenvoudig verzoek meedeelt aan de aangeslotenen. Het verslag betreft de elementen zoals beschreven in de W.A.P..

§ 5. De Raad voor aanvullende pensioenen kan de uitvoering van het pensioenstelsel onderzoeken op voorwaarde dat 10 pct. van de werkgevers zoals bedoeld in artikel 1, § 1 van deze overeenkomst of van de aangeslotenen zulks vraagt. Indien het rendement ondermaats zou zijn, kan de Raad aanbevelen van pensioeninstelling te veranderen of het beheer geheel of gedeeltelijk uit te besteden aan andere beheerders.

HOOFDSTUK VII. - Uitbetaling van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT