1 MAART 2018. - Decreet betreffende bodembeheer en bodemsanering (1)

Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Afdeling 1. - Doelstellingen en toepassingsgebied

Artikel 1. § 1. De bodem, onlosmakelijk onderdeel van het gemeenschappelijk erfgoed van het Waalse Gewest, vervult vitale functies voor de mens en de ecosystemen, met name voor de productie van voedsel en biomassa, de opslag, de filtratie en de verwerking van verscheidene stoffen.

Het beleid van het Waals Gewest is erop gericht, via een geïntegreerde benadering, de bodemkwaliteit te vrijwaren, de talrijke bedreigingen die de bodems ondergaan te bestrijden, de bodemaantasting te verhelpen en een duurzaam bodemgebruik te bevorderen.

Dit decreet beoogt het vrijwaren en verbeteren van de bodemkwaliteit, het voorkomen van bodemverschraling, van bodemverontreiniging, de identificatie van potentiële verontreinigingsbronnen, de organisatie van de onderzoeken tot vaststelling van het bestaan van een verontreiniging en de bepaling van de modaliteiten voor de sanering van de verontreinigde bodems.

§ 2. Onverminderd artikel 5 worden uit het toepassingsgebied van dit decreet gehouden :

  1. afval dat op de grond is neergelegd of in de bodem is verwerkt waarvan bestanddelen bij een visuele controle duidelijk als los van de grond beschouwd kunnen worden;

  2. afval dat op de grond is neergelegd of in de bodem is verwerkt, dat niet beantwoordt aan 1° voor zover het gerecycleerd, benut of verwijderd kan worden overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen over de afvalstoffen of die beheerd worden overeenkomstig de wettelijke of reglementaire bepalingen betreffende de afvalstoffen van de ontginningsindustrie.

    Lid 1 geldt onverminderd de toepassing van dit decreet bij bewezen verontreiniging of bij potentiële verontreiniging aanwezig in de bodem onder bedoelde afvalstoffen.

    Lid 1, 2°, geldt onverminderd de toepassing van dit decreet voor de verontreinigingen of vermoedens van verontreinigingen volgend op de benutting.

    De Regering kan de nadere regels voor de visuele controle vastleggen en een procedure bepalen om voor iedere persoon te bevestigen dat aan de voorwaarden bedoeld in lid 1, 1° en 2°, voldaan is.

    Afdeling 2. - Begripsomschrijvingen

    Art. 2. Voor de toepassing van dit decreet dient te worden verstaan onder :

  3. "bodem" : de oppervlaktelaag van de aardkorst, met inbegrip van de ondergrondse wateren in de zin van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, en de andere bestanddelen en organismen die erin aanwezig zijn;

  4. "verontreinigende stof" : product, preparatie, stof, chemische verbinding, organisme of micro-organisme die wegens zijn of haar concentratie een verontreiniging vormt en veroorzaakt wordt door menselijke activiteit;

  5. "bodemverontreiniging" : de aanwezigheid op of in de bodem van verontreinigende stoffen die rechtstreeks of onrechtstreeks nadelig zijn of kunnen zijn voor de bodemkwaliteit;

  6. "nieuwe bodemverontreiniging" : bodemverontreiniging veroorzaakt door een emissie, een gebeurtenis of een incident die zich voor hebben gedaan te rekenen van 30 april 2007;

  7. "historische bodemverontreiniging" : bodemverontreiniging veroorzaakt door een emissie, een gebeurtenis of een incident die zich voor hebben gedaan voor 30 april 2007;

  8. "gemengde bodemverontreiniging" : bodemverontreiniging die, zonder dat enig onderscheid kan worden gemaakt, bestaat uit een nieuwe en een historische bodemverontreiniging;

  9. "bodemverontreiniging die een ernstige bedreiging vormt" :

    1. bodemverontreiniging die, rekening houdend met de bodemkenmerken en de functies die de bodem vervult, met de aard, de concentratie en het risico op verspreiding van de aanwezige verontreinigende stoffen een bron van verontreinigende stoffen vormt of zou kunnen vormen die overgedragen kunnen worden op mensen, dieren en planten, waarbij zeker of vermoedelijk schade kan ontstaan voor de veiligheid of de gezondheid van de mens of de kwaliteit van het leefmilieu;

    2. bodemverontreiniging die schade zou kunnen berokkenen aan de voorraden van tot drinkwater verwerkbaar water;

  10. "terrein" : de grond zoals hij afgebakend is door een perceel, een deel of meerdere al dan niet gekadastreerde percelen, met inbegrip van de bouwwerken en installaties, opgericht op of in de grond;

  11. "vervuilde grond" : grond waar de bodemvervuiling aangetoond is;

  12. "potentieel vervuilde grond" : grond waar bodemvervuiling vermoed wordt, met name wegens de aanwezigheid of het voorvallen, in het verleden, van een omschreven activiteit of installatie die de bodem zou kunnen verontreinigen of wegens het gekend zijn van een bijzonder voorval of de aanwezigheid van afvalstoffen, nog eens bevestigd door onderzoeken uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van dit decreet;

  13. "oriëntatieonderzoek" : het onderzoek, uitgevoerd door een deskundige, waarbij beoogd wordt na te gaan, of er van enige bodemvervuiling sprake is en in voorkomend geval een eerste omschrijving en inschatting van de omvang van die vervuiling wordt gegeven;

  14. "kenmerkenonderzoek" : het onderzoek, uitgevoerd door een deskundige waarbij de bodemvervuiling omschreven en de exacte ligging ervan aangegeven wordt om te oordelen of bodemsanering noodzakelijk is;

  15. "gecombineerd onderzoek" : het onderzoek, uitgevoerd door een deskundige waarin in één enkel onderzoek de inhoud en de doelstellingen van oriëntatie- en kenmerkenonderzoek gecombineerd worden;

  16. "bodemsanering" : het behandelen, verwijderen, neutraliseren, immobiliseren en ter plaatse beperken van bodemverontreiniging om het terrein verenigbaar te maken met een bepaald gebruik;

  17. "veiligheidsmaatregelen" : maatregelen, eveneens in de vorm van beperkingen in de toegang en in het gebruik, uitgezonderd de saneringshandelingen en -werken waarmee de gevolgen van een bodemverontreiniging beheersbaar worden gemaakt of het ontstaan ervan voorkomen wordt;

  18. "opvolgingsmaatregelen" : maatregelen die de verplichtinghouder dient te nemen om zich ervan te vergewissen, dat de risico's tijdens het uitvoeren van de verplichtingen bedoeld in artikel 19 beheerst worden, met inbegrip van de uitvoering van de bodemsanerende handelingen en werken;

  19. "best beschikbare technieken" : de best beschikbare technieken, zoals omschreven in artikel 1, 19°, van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, toegepast op bodembeheer, die voorzien in een duurzame sanering op basis van indicatoren omschreven op leefmilieu-, economisch en maatschappelijk vlak;

  20. "administratie" : de administratieve dienst, aangewezen door de Regering;

  21. "met het toezicht belaste ambtenaar" : de ambtenaar, daartoe aangewezen door de Regering;

  22. "SPAQuE" : de "Société publique d'aide à la qualité de l'environnement", bedoeld in artikel 22, § 2, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen;

  23. "deskundige" : deskundige in het beheer van verontreinigde bodems voor de uitvoering van de opdrachten bedoeld in dit decreet;

  24. "achtergrondconcentratie" : omgevingsconcentratie van een polluent in de bodem; de omgevingsconcentraties kunnen wijzen op natuurlijke geologische variaties of op de invloed van een veralgemeende landbouw-, industriële of stedelijke activiteit;

  25. « drempelwaarde » : concentratie aan verontreinigende stoffen die overeenstemt met een niveau boven welk :

    - een kenmerkenonderzoek wordt ondernomen;

    - een sanering wordt ondernomen in het geval van een nieuwe verontreiniging;

    - en een sanering wordt ondernomen wanneer er een ernstige bedreiging bestaat in het kader van een historische verontreiniging;

  26. « bijzondere waarde » : de concentratie in de bodem van één of meerdere bepaalde verontreinigende stoffen, vastgesteld na een oriënteringsonderzoek, een kenmerkenonderzoek een gecombineerd onderzoek of een sanering, die een residuele verontreiniging vormt, vastgelegd in het bodemcontrolecertificaat;

  27. « bodemcontrolecertificaat » : certificaat waarvan de Regering de minimuminhoud vastlegt, in voorkomend geval per type procedure, en dat de beslissing inhoudt waarbij is vastgesteld dat een terrein het voorwerp heeft uitgemaakt van een oriënteringsonderzoek, een kenmerkenonderzoek, een gecombineerd onderzoek, saneringshandelingen en -werken, een onmiddellijke beheersmaatregel of saneringshandelingen en -werken toevertrouwd aan de SPAQuE en dat de gemeten polluentenconcentraties voldoen aan de voorschriften van dit decreet en de desbetreffende uitvoeringsbesluiten;

  28. « Wetboek » : Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling;

  29. « afstand » : elke translatieve, constitutieve, declaratieve of abdicatieve handeling betreffende een zakelijk recht, de verlenging ervan alsook de opbouw, overdracht of verlenging van persoonlijke rechten van meer dan negen jaar, met inbegrip van de onroerende leasing en de vermogensinbrengen en -overdrachten in de vennootschap, met uitsluiting van de door de Regering opgesomde handelingen met een familiaal karakter;

  30. "ISSeP" : het « Institut scientifique de service public » (Openbaar wetenschappelijk instituut), opgericht bij het decreet van 7 juni 1990, inzonderheid op artikel 4, § 3, gewijzigd bij het decreet van 9 april 1998;

  31. « laboratorium » : het laboratorium, erkend om de analyses bepaald bij dit decreet uit te voeren;

  32. bodembeheersovereenkomst : overeenkomst, gesloten tussen het Waalse Gewest en één of meerdre natuurlijke of rechtspersonen die ertoe beoogt een investerings- en saneringsprogramma vast te leggen met de lijst, de prioriteit en de data van de tenuitvoerlegging van de onderzoeken en saneringen die de betrokken personen beloven in acht te nemen;

  33. « herstelplan » : een van de volgende elemnten :

    1. het saneringsplan zoals bedoeld in artikel 7, § 3, van het decreet van 25 juli 1991 betreffende de belasting op de afvalstoffen in het Waalse Gewest of in artikel 35, § 2, van het fiscaal decreet van 22 maart 2007 tot bevordering van afvalpreventie en -valorisatie in het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT