1 MAART 2016. - Wet houdende instemming met het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, gedaan te Istanbul op 11 mei 2011 (1)(2)(3)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2. Het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, gedaan te Istanbul op 11 mei 2011, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 1 maart 2016.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken,

D. REYNDERS

De Minister van Binnenlandse Zaken,

J. JAMBON

De Minister van Justitie,

K. GEENS

De Minister van Financiën,

J. VAN OVERTVELDT

De Staatssecretaris voor Gelijke Kansen,

Mevr. E. SLEURS

De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie,

Th. FRANCKEN

Met 's Lands zegel gezegeld :

De Minister van Justitie,

K. GEENS

_______

Nota's

(1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be):

Stukken: 54-1436.

Integraal verslag: 23/11/2015.

(2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/het Vlaamse Gewest van 29 november 2013 (Belgisch Staatsblad van 17 januari 2014 - Ed. 2), Decreet van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2014 (Belgisch Staatsblad van 25 april 2014), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 6 mei 2014 (Belgisch Staatsblad van 11 juni 2014), Decreet van het Waalse Gewest van 13 maart 2014 (Belgisch Staatsblad van 28 maart 2014), Ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest van 19 maart 2015 (Belgisch Staatsblad van 24 maart 2015), Ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 2 juli 2015 (Belgisch Staatsblad van 10 juli 2015).

Vertaling

Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld

Preambule

De lidstaten van de Raad van Europa en de andere staten die dit Verdrag hebben ondertekend,

In herinnering roepend het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (ETS nr. 5, 1950) en de Protocollen daarbij, het Europees Sociaal Handvest (ETS nr. 35, 1961, herzien in 1996, ETS nr. 163), het Verdrag van de Raad van Europa inzake de bestrijding van mensenhandel (CETS nr. 197, 2005) en het Verdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik (CETS nr. 201, 2007);

In herinnering roepend de volgende aanbevelingen van het Comité van Ministers aan de lidstaten van de Raad van Europa: Aanbeveling Rec(2002)5 inzake de bescherming van vrouwen tegen geweld, Aanbeveling CM/REC(2007)17 inzake normen en mechanismen voor gendergelijkheid, Aanbeveling CM/Rec(2010)10 inzake de rol van vrouwen en mannen bij de voorkoming en oplossing van conflicten en bij vredesopbouw en andere relevante aanbevelingen;

Rekening houdend met de groeiende jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens waarin belangrijke normen worden vastgesteld op het gebied van geweld tegen vrouwen;

Gelet op het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (1966), het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (1966), het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen ("CEDAW", 1979) en het Facultatieve Protocol daarbij (1999), alsmede de algemene aanbeveling nr. 19 van het CEDAW-comité inzake geweld tegen vrouwen, het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind (1989) en de Facultatieve Protocollen daarbij (2000) en het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap (2006);

Gelet op het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof (2002);

In herinnering roepend de beginselen van het internationale humanitaire recht en in het bijzonder het Verdrag van Genève (IV) betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd (1949) en de Aanvullende Protocollen I en II (1977) daarbij;

Alle vormen van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld veroordelend;

Erkennende dat het bereiken van de jure en de facto gelijkheid van vrouwen en mannen een van de sleutels is tot het voorkomen van geweld tegen vrouwen;

Erkennende dat geweld tegen vrouwen een blijk is van historisch ongelijke machtsverhoudingen tussen vrouwen en mannen die hebben geleid tot de overheersing en discriminatie van vrouwen door mannen en de volledige ontplooiing van vrouwen in de weg hebben gestaan;

Het structurele karakter van geweld tegen vrouwen erkennende als op gender gebaseerd geweld en voorts erkennende dat geweld tegen vrouwen tot een van de cruciale sociale mechanismen behoort waarmee vrouwen ten opzichte van mannen in een ondergeschikte positie worden gedwongen;

Erkennende, met grote bezorgdheid, dat vrouwen en meisjes vaak worden blootgesteld aan ernstige vormen van geweld, zoals huiselijk geweld, seksuele intimidatie, verkrachting, gedwongen huwelijk, misdrijven gepleegd in het kader van de zogenaamde,,eer" en genitale verminking, die een ernstige schending van de mensenrechten van vrouwen en meisjes vormen en een belangrijk obstakel voor de verwezenlijking van de gelijkheid van vrouwen en mannen;

De voortdurende mensenrechtenschendingen tijdens gewapende conflicten erkennende die de burgerbevolking, en vrouwen in het bijzonder, treffen in de vorm van wijdverbreide of systematische verkrachting en seksueel geweld en de mogelijkheid dat gendergerelateerd geweld tijdens en na conflicten toeneemt;

Erkennende dat vrouwen en meisjes blootstaan aan grotere risico's van gendergerelateerd geweld dan mannen;

Erkennende dat huiselijk geweld vrouwen buitenproportioneel treft maar dat ook mannen het slachtoffer van huiselijk geweld kunnen zijn;

Erkennende dat kinderen het slachtoffer van huiselijk geweld zijn, ook wanneer ze getuige zijn van geweld binnen het gezin;

Geleid door het streven een Europa te creëren dat vrij is van geweld tegen vrouwen en van huiselijk geweld,

Zijn het volgende overeengekomen:

Hoofdstuk I - Doelstellingen, begripsomschrijvingen,

gelijkheid en non-discriminatie, algemene verplichtingen

Doelstellingen van het Verdrag

Artikel 1. 1. De doelstellingen van dit Verdrag zijn:

  1. vrouwen te beschermen tegen alle vormen van geweld en geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld te voorkomen, te vervolgen en uit te bannen;

  2. bij te dragen aan de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen en wezenlijke gelijkheid van vrouwen en mannen te bevorderen, mede door de eigen kracht van vrouwen te versterken;

  3. een allesomvattend kader op te zetten met beleid en maatregelen ter bescherming en ondersteuning van alle slachtoffers van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld;

  4. internationale samenwerking te bevorderen teneinde geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld uit te bannen;

  5. ondersteuning en bijstand te bieden aan organisaties en rechtshandhavende instanties teneinde effectief samen te werken ten behoeve van het aannemen van een integrale aanpak om geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld uit te bannen.

    1. Teneinde de doeltreffende uitvoering van de bepalingen ervan door de partijen te waarborgen, wordt bij dit Verdrag een specifiek toezichtmechanisme ingesteld.

      Reikwijdte van het Verdrag

      Art. 2. 1. Dit Verdrag is van toepassing op alle vormen van geweld tegen vrouwen, met inbegrip van huiselijk geweld, dat vrouwen buitenproportioneel treft.

    2. De partijen worden aangemoedigd dit Verdrag toe te passen op alle slachtoffers van huiselijk geweld. De partijen dienen bij de uitvoering van de bepalingen van dit Verdrag bijzondere aandacht te schenken aan vrouwen die het slachtoffer zijn van gendergerelateerd geweld.

    3. Dit Verdrag is zowel van toepassing in vredestijd als ten tijde van gewapende conflicten.

      Begripsomschrijvingen

      Art. 3. Voor de toepassing van dit Verdrag:

  6. wordt,,geweld tegen vrouwen" beschouwd als een schending van de mensenrechten en een vorm van discriminatie van vrouwen en wordt hieronder verstaan alle vormen van gendergerelateerd geweld die leiden of waarschijnlijk zullen leiden tot fysiek, seksueel of psychologisch letsel of leed of economische schade voor vrouwen, met inbegrip van bedreiging met dit soort geweld, dwang of willekeurige vrijheidsberoving, ongeacht of dit in het openbaar of in de privésfeer geschiedt;

  7. wordt verstaan onder,,huiselijk geweld" alle vormen van fysiek, seksueel, psychologisch of economisch geweld dat plaatsvindt binnen het gezin of het huishouden of tussen voormalige of huidige echtgenoten of partners, ongeacht of de dader in dezelfde woning als het slachtoffer verblijft of heeft verbleven;

  8. wordt verstaan onder,,gender" de maatschappelijk bepaalde rollen, gedragingen, activiteiten en eigenschappen die in een maatschappij passend worden geacht voor vrouwen en mannen;

  9. wordt verstaan onder,,gendergerelateerd geweld tegen vrouwen" geweld gericht tegen een vrouw omdat ze een vrouw is of geweld dat vrouwen buitenproportioneel treft;

  10. wordt verstaan onder,,slachtoffer" elke natuurlijke persoon die wordt blootgesteld aan de gedragingen omschreven onder de letters a en b;

  11. omvat het begrip,,vrouwen" ook meisjes jonger dan 18 jaar.

    Grondrechten, gelijkheid en non-discriminatie

    Art. 4. 1. De partijen nemen de nodige wetgevende en andere maatregelen ter bevordering en bescherming van het recht van een ieder, en van vrouwen in het bijzonder, om in zowel de publieke als de privésfeer gevrijwaard te worden van geweld.

    1. De partijen veroordelen alle vormen van discriminatie van vrouwen en nemen onverwijld de nodige wetgevende en andere maatregelen om discriminatie te voorkomen, in het bijzonder door:

      - het verankeren van het beginsel van gelijkheid van vrouw en man in hun nationale grondwet of in andere passende wetgeving en erop toe te zien dat het in de praktijk wordt gebracht;

      - het verbieden van discriminatie van vrouwen, waar nodig met behulp van sancties;

      - het afschaffen van wetten en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT